6. om die menschen zulk een antwoord te geven, ale hier door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld» Men heeft 5 jaar geleden die menschen reeds gezegd, als er een heiblok komt, zullen wij die palen weer doen plaatsen en spreker vindt het allerkleinst om die menschen thans weer met zulk een antwoord op sleeptouw te houden. De VOORZITTER blijft er bij, dat juridisch de Wed.van Egeraat geen recht heeft op schadevergoeding van de gemeente. Spreker wil er even op wijzen, dat de Raad of het Ooilege van Burgemeester en Wethouders toch geen juridisch adviesbureau zijn. Over de moreele factoren zou in deze te spreken zijn, maar juridisch staat de Wed.van Egeraat absoluut in het ongelijk. Als men b.v. zei, dat de haven slecht wordt onderhouden, dan zou spreker zeggen, dat daarover te praten valt. De heer HARMSEN is van meening dat, wanneer er een onrecht of een on billijkheid wordt begaan, zooals hier, de gemeente moet zorgen, dat dit niet kan plaats hebben. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Harmsen zich weer op juridisch terrein begeeft en de gemeente in deze niet verantwoordelijk is. De heer HARMSEN zegt, dat wen in deze zaken practisch moet blijven. De VOORZITTER beaamtd&it, maar wanneer de Raad wil, dat er iets gedaan wordt, dan zal hij ook de financieele gevolgen moeten dragen. De heer HARM SEN wijst er op, dat 5 jaar geleden precies hetzelfde ant woord werd gegeven als nu, Spreker vindt dit antwoord heel komiek en meent, dat men een antwoord moet geven waaraan iedereen wat heeft en waar uit men kan zien, wat er zal gebeuren. Wethouder KIEPE is het met verschillende sprekers eens, dat het gemeente bestuur moet trachten alles zoo goed mogelijk in orde te hebben. Spreker wil er echter de aandacht op vestigen, dat elk jaar op de begrooting een post staat voor verbetering van de Visschershaven aan beide kanten, dus zoowel aai de zijde van Kok als aan die van de Wed.v.Egeraat, maar ieder jaar wordt die post op advies van de Commissi e van Openbare Werken uit een oogpunt van bezuiniging weer afgevoerd, zooals ook dit jaar weer gebeurd is. En als Burgemeester en Wethouders geen centen hebben, kunnen zc ook niets doen. JUTEIT zou »a»r aanleiding wan de opmerking van den heer Kiepe er op willen wijzen, dat de Dienst van Openbare Werken er toch niets aan kan doen, dat er niets verbeterd wordt, wanneer door den Raad die posten worden geschrapt. De heer HARM SM meent, dat de opmerking van den heer Kiepe geheel bui ten deze kwestie staat. Wethouder KIEPE zegt, dat ze er wel degelijk mede verband houdt. De heer DIKLAID is het, na hetgesi hij uit de discussies gehoord heeft, geheel eens met de meening van den heer Becht, en het gaat naar sprekers raeening dan ook niet aan, dat deze eigenaresse nu weer in den hoek gedrukt wordt. Er is hier door de gemeente een nalatigheid gepleegd. Wiens schuld dat nu is, hetzi j van het vroegere College van B W of van den Raad, kont hier niet op aan. Door de nalatigheid, dat de vloeipalen, die er vroeger gestaan hebben, niet opnieuw geplaatst zijn, is het eigendom van een ander beschadigd en spreker kan er zich niet mee vereenigen, dat nu maar gezegd wordt, dat er geen enkel recht is, en die Weduwe voor alles moet opdraaien. Spreker wijst er op, dat het grootste recht soms het grootste onrecht kan zijn,, In elk geval heeft deze weduwe schade geleden door de schuld van de gemeente, en men kan nu wel aanvoeren, dat de Raad telkens uit bezuinigings overwegingen den betrokken post van de begrooting heeft gewijzigd, maar spreker is dan. toch van meening, dat, wanneer men den Raad precies zou hebben medegedeeld, wat daarvan het gevolg zou kunnen zijn, hij dien post niet zou hébben gewijzigd of geschrapt. Spreker kan zich dan ook volkomen vereenigen met net voorstel van den heer Becht om deze weduwe tegemoet te koren in de kosten van herstel van dien muur en de zaak zoo spoedig moge lijk in orde te brengen, afgezien van de kosten, die daaraan verbonden zul len zijn,. De heer VERBIEST- zegt deze zaak ook nader onder het oog te hebben gezien, Spreker zou er echter de leden op willen wijzen dat men niet overhaast te werk moet gaan en eerst goed uit de oogen moet kijken, want spreker zou het zeer verkeerd vinden, wanneer men hier weer vloeipalen ging slaan en men later toch nog een nieuwen muur zou moeten bouwen. Het lijkt spreker de beste oplossing, wanneer Burgemeester en Wethouders in deze met de Wed.van Egeraat overleg plegen en dan met aannemelijke voorstellen bij den Raad komen. J..'3f! r:

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 26