2.
1. Bestuur der Noordbrabant sche en .Gel dersche R.K.Blindenvereeniging
te,; 1 s-Hertogenboach, 1 s-Hertogenbosch 26 Juni' 1929»
Verzoek om een subsidie uit de gemeentekas.
Zofcder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeen
komstig het voorstel van Üfbesloten op dit verzoek een afwijzende
beschikking te nemen.
De VOORZITTER deelt, méde, dat nog is ingekomen een verzoek van het
raadslid S.A. Musters om te toog en spreken over de iepenboomen in verband
met de iepziekte* Spreker 'stelt voor den heer Musters hiertoe in de
gelegenheid te stellen na de interpellatie van den heer Simons.
Zonder, hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede accoord.
De VOORZITTER zegt, dat ook nog is ingekomen een schrijven van het
raadslid Hafmsen, betreffehde zijn bij de behandeling der gemeentebegroo-
ting gedaan Voorstel tot aanschaffing van handboeken ten dienste tiler
raadsleden. Spreker stelt voor den heer Harmsen in de gelegenheid te
stellen hieröver te Spreken na de interpellatie van den heer Musters.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad
hiermede accoordi
De VOORZITTER heeft dan nog enkele kleine mededeelingen. In de vorige
veigadering ife een opmerking gemaakt naar aanleiding van het feit, dat
door spreker de concept-besluiten, welke den Raad ter vaststelling wer-
deri voorgelegd, telkens werden voorgelezen. Om nu een vlottere afwerking
der agenda te bevorderen, heeft spreker besloten die besluiten niet
meer voor te lezen, echter onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat alle
raadsleden het daarmede eens zijn en dus niet te eeniger tijd gezegd
zal kunnen worden, dat men met een of ander besluit niet op de hoogte
geweest is.
Hiermede gaat de Raad accoord.
De VOORZITTER zegt dan nog aan de agenda te willen toevoegen het
voorstel om Burgemeester en Wethouders een crediet te verleenen van
ten hoogste 5000,voor aankoop van een autospuit ten behoeve der
Brandweer..
Wethouder JUTEN is van meening, dat dit punt toch eerst nader toege
licht dient te wordén.
De VOORZITTER zegt, dat zulks straks ook kan gebeuren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan besloten dit punt aan de agenda
toe te voegen.
ITI.Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, 1s-Hertogenbosch 10 Juli 1929»
G.Nr0^69. II Ie af deeling.
Nota van aanmerkingen bij Gedeputeerde Staten gevallen op de
gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1929.
(Voorgesteld wordt:
a. de gemeentebegrooting en de bedrijf eb egroo ting en voor 1929 te
wijzigen, zooals in het ter inzage gelegd ontwerp-besluit is aan
gegeven;
b. aan Ged. Staten te berichten overeenkomstig den ter inzage geleg
den concept-brief N0.37/HS C. 7^-25, af deeling II).
De heer DE JONG meent, dat hier de kwestie van de 5$ bij zit. Spreker
merkt op, dat reeds enkele malen in den Raad over het meerdere pensioens-
verhaal is gesproken en zelfs tweemaal moest worden gestemd voordat het
besluit tot het hoogere verhaal kon worden genomen. Ged.Staten weigeren
echter nog steeds de goedkeuring van dat besluit en naar sprekers neening
is deze zaak thans weer in een nieuw stadium gekomen. Spreker heeft deze
kwestie nog eens goed nagegaan en meent, dat er niet veel in te brengen
is tegen de argumenten van Ged.Staten, terwijl ook de motieven, waarop
indertijd dat besluit is genomen den toets van een rechtvaardige critiek
naar sprekers oordeel niet meer kunnen doorstaan. De bezuinigingen waar
toen sprake van geweest is, blijken zeer miniem te zijn en zijn volgens
het schrijven van Ged.Staten, waaraan spreker zich refereert, ook niet
heelemaal juist. Daarom zou spreker ook op het a Ivies van Qed. Staten
willen ingaan en dat raadsbesluit intrekken. Spreker gelooft niet, dat
er tegen het schrijven van Ged. Staten veel is aan te voeren en wil daaroim
het voorstel doen om aan den wensch van Ged.Staten tegemoet te komen en
dat raadsbesluit in te trekken.
Wethouder JUTEN wil opmerken, dat, zooals hij reeds meermalen gezegd
heeft, Ged. Staten hier een beslissing 'uitlokken over een besluit van den
raad naar aanleiding van artikel 36 der Pensioenwet, waar ze niets over
te zeggen hebben., Naar sprekers meening maken zij alleen hier gebruik
van hun macht bij gelegenheid van de goedkeuring der begrooting om hun
zip. door te drijven, en dat is het verkeerde in het standpunt van Ged.