15-
verordening is gezonden naar de aangesloten gemeenten om advies. De be
trokken gemeenten hebben ze in een raadsvergadering behandeld en daarna
hun antwoord ingezonden, waaruit bleek, dat er geen enkel bezwaar tegen
de verordéning was gemaakt. Ook de directeur van den Vleeschkeuringsdienst
vond het toen niet noodig om enkele wijzigingen als o.a. hier door den
heer Vriens naar voren gebracht, aan te brengen, omdat daarover anders
weer het advies der aangesloten gemeenten moest worden ingewonnen en er
dan mogelijk wel bezwaren zouden inkomen. Dit is dus de aanleiding geweest
om voor te stellen den toestand te handhaven en spreker zou den Raad dan
ook willen adviseeren om de verordening ongewijzigd aan te nemen.
De heer VRIENS blijft van meening, dat het advies der Oommissie had
moeten worden ingewonnen. Het is een nadeel voor onze gemeente, wanneer
de kosten van het vervoer der in nood gedoode dieren voor rekening onzer
gemeente komen.
De heer HARMSENgeeft het bezwaar, door den heer VRIENS naar voren ge-
braoht, toe, doch is van meening, dat het standpunt van den Wethouder juist
is om door voor tc stellen, den toestand te handhaven, de rompslomp van
een wijziging der verordening te ontgaan, te meer waar de door den heer
Vriens genoemde gevallen zeer gering zijn.
De VOORZITTER merkt nog op dat, voor wat de in nood geslachte dieren
betreft, hst de bedoeling is om de gemeente te doen aansluiten bij een
thermochemische fabriek ter verwerking van in nood geslachte dieren, voor
chemische doeleinden. Daardoor zalhet bezwaar van den heer Vriens worden
ondervangen. Deze zaak is echter nog in voorbereiding.
De heer VRIENS zegt zich dan wel met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders te kunnen vereenigen.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hierna accoord met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
XVII.VOORSTEL TOT HET VERLEENEH VAN MEDEWERKING AAN DE OPVOEDING- EN ONDER*
WIJSSTIOHTING SINT-HARIE" TE HUYBERGEN. VOOR HET AANSCHAFFEN VAN
NIEUWE SCHOOLBANKEN TEN BEHOEVE HaRER BIJZONDERE SCHOOL VOOR GEWOON
LAGER ONDERWIJS St. FRaNOISCUSSCHOQL .BENEDEN) HOOGSTRAAT nr.21ALHIER»
(Verzameling 1929 N0.45.)
De heer VRIENS zou willen weten, hoeveel banken, welke volgens de toe
lichting noodig zijn, gebruikt moeten worden voor toeneming van leerlingen
en hoeveel voor vervanging van onbruikbaar geworden banken. Spreker kan
dan een beter overzicht krijgen over het toenemen van het aantal leerlingen.
De VOORZITTER zegt dat die kwesti®.persoonlijk behandeld worden door
den Voorzitter der Commissie en dat is spreker zelfSpreker heeft de
moeite genomen om de scholen persoonlijk te gaan bezoeken om zich alles
te laten zien en uitleggen. Spreker heeft dan ook persoonlijk geconstateerd,
.dat deze banken noodig zijn, terwijl spreker ook persoonlijk deze zaak
net den Inspecteur van het lager onderwijs besproken heeft.
Wethouder KIEPE merkt op, dat de heer Vriens het voornaamste waarvoor
deze banken mede noodig zijn, vergeten heeft, n.l. de uitbreiding van het
7e leerjaar.
De VOORZITTER: Zoover ben ik nog niet, ik ben pas in het eerste
De heer VRIENS zegt zijn opmerking meer als eene algemeene te hebben
bedoeld en 2ou die opgave betreffende de toeneming van het aantal leer
lingen voor het vervolg graag bij de stukken zien.
De VOORZITTER zegt toe met deze opmerking rekening te zullen houden.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hierna accoord met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
XVIII.VOORSTEL TOT!
aHET INTREKKEN VaN HET RAADSBESLUIT VaN 29 Juni 1923, WAARBIJ OVER-
fr.EMrmsTTQ fWrP~"T',. O.WET 1020 AAN HET BESTUUR VAN DE ST.GERaRDUS
MAJSLLASCHOOL (STAD) HEDEflSKKING WERD VERLEEND TOT HET AANSCHAFFEN
Van 14 NIEUWE SCHOOLBANKEN;
SThst toekennen van eene Vergoeding aan het onder a genoemd school
bestuur ex ART. SM- DER" L. O .WET 1920.
(Verzameling 1929 No.'+b.)
Do heer VRIENS vraagt, of de gemeente verplicht is banken te ver
schaffen voor een lokaal, hetwelk niet uitsluitend voor het geven van
onderwijs bestemd is, zooals hier het geval is.
De VOORZITTER haalt art.S1^ der L.Q.wet aan, hetwelk in zijn 2e lid weer
verwijst naar artikel 72. volgens welke bepalingen de gemeente tot toekennon
der vergoeding verplicht is.