o1
ïvy.. r;x
:r
8Jb;
r.'.
af
:.n
or:
.-'i x
f.
-
-
-*-•
r:
i
v.-,
- \-r
-0 x;
■,UC;'
■rz'A
r
.rr-:.:
m. v:
12.
bonden, te dekken. De gemeente krijgt een vooraf bepaalde afgesloten
ruimte voor haar stand, welke zoo goed mogelijk zal worden ingericht, en
waar dan tijdens de openstelling der tentoonstelling steeds iemand moet
zijn om alles uit te leggen en te doen bezichtigen» Voor de personen, die
daarmede belast zijn moeten reis— en verblijfkosten worden betaald, p1"'*
wijl ook de verzending der goederen enz. kosten met zioh brengt, en om
deze te bestrijden wordt voorgesteld dit bedrag van f.500,— beschikbaar
te stellen.
De heer WaLDER heeft er niet op tegen, dat aan de oudheidkundige ge
schiedenis van Bergen op Zoom op deze wijze wat meer bekendheid zal worden
gegeven, doch spreker vindt het voorgestelde toe te kennen bedrag daarvoor
te ho^g. Door onze inzending wordt de tentoonstelling toch ook aantrekke
lijker gemaakt, wat een voordeel is voor Tilburg, hetwelk haar ook wat
waard moet zijn. Spreker stelt daarom voor om een «.Jbeidie te geven van
f.100,
De VOORZITTER acht dit te weinig» Voor wat de grootte en hoedanighei
van den stand betreft merkt spreker op, dat we daaromtrent natuurlijk voor*
waarden kunnen stellen, met welke het bestuur der tentoonstelling zeer
zeker rekening zal houden.
De heer WALDER handhaaft zijn voorstel om f.100,— te geven hetgeen
spreker voldoende acht, in aanmerking nemende, dat door onze inzending
de tentoonstelling ook aantrekkelijker wordt gemaakt.
De heer HARMSEN meent,dat het de gemeente meer voordeel zal Drengen,
wanneer men een reclameboekje uitgaf en dit over het geheele land
verspreiden. Spreker heeft iets dergelijks ook gezien van de veel kleinere
gemeente Etten, en dat was volgens spreker werkelijk een
voor die gemeente. Een dergelijke wijze van reclame maken acht spreker neei
wat beter dan de deelname aan die tentoonstelling, waarvoor spreker een
bedrag van f.500,te hoog vindt.
Wethouder JUTEN meent, dat de zaak hier verkeerd wordt voorgestoia.
Van het bestuur der tentoonstelling is een verzoek gekomen tot deelname
aan die tentoonstelling en waar dit een goede gelegenheid was om reclame
voor de gemeente te naken, hebben Burgemeester en Wethouders betreffende
de inzending overleg gepleegd met den Geschiedkundigen Kring. Er is toen
een rapport uitgebracht naar aanleiding waarvan den Raad is voorgesteld
een bedrag van f.500,hiervoor beschikbaar te stellen. Wanneer die
f.500,niet worden toegestaan, dan kan de gemeente er ook niet heen
gaan. Dit bedrag wordt dus in elk geval noodig geacht om behoorlijk voor
den dag te kunnen komen.
De VOORZITTER wil er op wijzen, dat een tentoonstelling is een samen
voeging van verschillende inzendingen. Wanneer nu iedere gemeente van het
standpunt zou uitgaan als de heer Walder, dan zju men een tentoonstelling
krijgen van de gemeente Tilburg alleen. Deze zou dan niet bezocht kunnen
worden, want de menschen zouden zeggen: die oude spullen heb ik allang ge
zien op een regenachtigen Zondag. Nu wordt echter ook aan andere gemeenten
gevraagd om mee te doen. En waar onze stad een groot verleden Heeft, kunnen
wij heel goed aan die tentoonstelling mee d-en, waardoor de aandacht op
onze gemeente zal worden gevestigd en we zfü.len laten zien, dat er hier
toch nog werkelijk dingen zijn, die de moeite van het bezien werkelijk
waard zijn. Men kan nu wel zeggen, die menschen komen toch niet naar hier,
maar spreker is het daar niet mee eens en er zullen wel verschillende be
zoekers zijn, die het de moeite waard vinden een bezoek aan onze gemeente
te brengen.
De heer SCHEFFELAaR vraagt of er ook inzendingen van particulieren zijn.
Spreker heeft n.l. iets gezien betreffende de visscherij en oestercultuur.
De VOORZITTER zegt dat hem daarvan niet bekend is.
De heer BECHTmerkt op, dat het er dus om gaat om deel te nemen of niet,
naar gelang de f.500 al of niet wordt toegestaan. Spreker kan zich dan
met het toestaan van'het bedrag wel vereenigen, daar uit de stukken blijkt,
dat reeds f.330,noodig zijn voor het vervoer der goederen en het ver
blijf der commissieleden.
De VOORZITTER onderbreekt den heer Becht en vraagt of de heer Walser
zijn voorstel handhaaft
De heer WALDER antwoordt bevestigend.
Waar het voorstel van den heer Walder voldoende wordt ondersteund,
brengt de VOORZITTER het voorstel van Burgemeester en Wethouders - als
zijnde het verst strekkend - het eerst in stemming, waarbij dit wordt aan
genomen met 10-6 stemmen.
Voor stemden de heeren Simons, Mourer, Demmers, Kiepe, Musters, juten,
Antheunis, Loos, Becht en Verbiest.
Teger. stemden de heeren Kruize, Harmsen, Walder, Scheffelaar, de Jong
en Vriens.
.r 3
'o-r„,v .7
>..c.
L..'; 7 :70::v.
OO.V. i
Oi:
VJ iit,'1.
■i.
i'.iO..;;
X-.j'i
v id Or?. fA
J;
'I
OS
o 'i'
T'
~m'Z l'.Z 't
T
i .-v^v
-- v";.)o
1 «y-
- '0 'j is i-'ir..;
V T
r'1
1 ret-
- V,
Ibif r, ;ii-
r>
-1. v Z'xi-r
y i
03 IS. 1
v v,
- - -• t .z
T '0 f
p (1
W 0 .1 X.
OjïJÓiï
-"••••- i "i.
►i '-!"> :y'i ïtó'!
0 f
0 0 l:0 VC. 0 0 iO:
1 i'USV TÏ'jjr!
00
Vlil
Jb x h 1 e e j:
•l.r.
r
i..-.
•r - r-
..'X
J.
i c