- 25 - voorgeschreven. De wi j ze van inschrijving verder daargelaten,wijst spreker er op,dat de oppervlakte van den weg 5250 112 bedroeg. De firma van Dijck schreef in voor f.12075,-- of f.2,30 per M2. In het antwoord van B V/ wordt nu gezegd.dat na de toelichting der cijfers een verder betoog overbodig i;sEr wordt echter een nadere uiteen zetting gegeven omdat de voorwaarden,waaronder de heer van Dijck in schreef, door spreker genoemd werden. Spreker zegt, dat de voorwaarden, welke in het betoog van B ,if genoemd v/or den, echter niet juist zijn. Ter verduidelijking wil spreker ze even laten volgen,en zegt,dat de heer van Dijck inschreef onder de volgende voorwaarden: De tekort komende materialenbenoodigd voor de onderbaan onder profiel te brengenmoe ten doorarde gemeente IN het werk worden geleverd. De voorwaarden door Teermacadam gesteld,luidden De tekort komende materialen voor de onderbaan onder profiel te brengenmoe ten door de gemeente in de NABIJHEID van het werk worden geleverd. Het verschil ligt dus hierin, dat de heer van Dijck komt met zijn wals en de gemeente zorgt,dat tijdens het walsen het tekort kkmende materiaal in het werk wordt gebracht. Zoodoende heeft de heer van Dijck tijdens het walsen geen personeel beschikbaar te stellen,dan alleen den persoon op den wals. De aanbieding van de N.V.Teermacadam was het materiaal in de na bijheid van het werk te brengen. Teermacadam had dus tijdens het walsen van de onderbaan zelf te zorg en, dat tijdens het walsen dit materiaal in het werk werd gebracht. De gemeente behoefde dus daar voor geen menschen beschikbaar te stellen. Verder was als voorwaarde in de opgaaf van den heer van Dijck genoemd,dat op plaatsen waar de wals niet bij kon komen,de gemeente moest zorgen,dat van gemeentewege gestampt werd. Gezien den toestand van den weg waarlangs aan den eenen kant van den weg boomen waren waaromheen in een halven cirkel een rij keien was gestraatzou het walsen van den weg, om alle plaatsen te bereikenzeer tij droo vend zijn. Indien nu de gemeente op deze voorwaarden zou ingaan,had dit voor de gemeente zeer nadeelig kunnen zijn. Daarom heeft spreker er in de Commissie op gewezen,dat men uit deze opgave niet kom bepalen,hoe groot het inschr ij vings- of kostcijfer zou worden. Dit werd door den Wethouder in de commissievergadering toegegeven. Spreker heeft betoogd dat daaruit dus niet is af te leiden,dat de heer van Dijck de minste inschrijver was, Mu wordt gezegd,de Dienst van Openbcere Verken heeft voor dit werk,dus voor het aanstampen op de plaatsen,waar de wals niet bij kon komen, een bedrag van '.160,-- geschat. Daarna is met den heer van Dijck overeengekomen,dat deze dit werk zou doen voor een bedrag van f.200,--. Jaar blijft nu echter het geld,noodig voor het tekort komend materiaal.dat door de gemeente tijdens het walsen van de onderbaan in het werk moet worden gebracht*5 is het nu juist,nu Teermacadam voor dit werk inschreef voor f.500,-- meer dan de op volger, de heer van Dijck, en dan volgens de juiste voorwaardendr.t na de inschrijving nog een berekening wordt gemaakt,waardoor de neer van Dijck toch als de laagste kwam*3 Tot slot is de berekening zoo geworden,dat de firma van Dijck alles voor haar rekening nam. Het merkwaardigste hierbij is wel,dat nu de heer van Dijck alles voor zijn rekening had genomen,er door de gemeente ook niet meer gestampt behoefde te worden. Nu kon de wals ineens over al komen. Spreker wil er op wijzen.dat men hier met de schatting voor het werk,dat de aannemer voor zich zelf nam,zoodanig is te werk gegaan, dat de totaalsom altijd nog f.300,-- bleef beneden de opvolgende laagste inschrijving. Wat de opmerking van B W be treft,naar aanlei ding va.n sprekers verklaring, dat de wegenbouw zoo nieuw was, dat er geen behoorlijk bestek van te maken was, zegt spreker,dat dit een ver klaring was van den Directeur-ingenieur zelfgedaan in de Commissie vergadering van Openbe.re V/erken. Janneer het de bedoeling is geweest om hiermede de onkunde van den Directeur te belichtendan wil spreker daar verder maar niets meer over zeggen. Over den inhoud van het bestek zal spreker het verder maar niet meer hebben. Spreker wil ten aanzien hiervan er slechts even op wijzen.dat door hem alleen is s- toogd gewordendat een goed bestek gemaakt moest werden,waardoor men zuivere inschrijvingen zou krijgen. Spreker zegt,dat dit zijn opmer kingen zijn voor wat punt 4 betreft,welke dus hierop neerkomendat spreker heeft willen betoogen,dut door de firma van Dijck werd in-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 104