- 21 -
I)e heer VRIENS wil er op wijzen,dat het bedrag van f.150,timmer
hout niet opgeteld is bij het to taaibedragzoodat dus tenslotte slechts
f.43,-- voor gebruikt hout voor dat gebouwtje zou overblijven .waarvan
toch ieder vakman zal toegeven.dat het zeer weinig is. De heer Juten
heeft dan verder opgemerktdat het werk zelfs nog beter zou zijn uit
gevoerd,dan volgens het bestek. Maar wanneer dat het geval zou zijn,
begrijpt spreker heelemaal niet,hoe men aan een voordeeliger berekening
kan komen. Spreker kan zooiets alleen maar verklaren,wnnneer geen reke
ning zou zijn gehouden met den datum van oplevering. Een aannemer zou
daarvoor met f.25,-- per dag worden beboet en moet daarmede dus wel
rekening houden. Wanneer de gemeente echter drie maanden langer over het
werk heeft gedaan,heeft het de gemeente in werkelijkheid ook meer gekost.
Als men, zooals een aannemer moet doen, van het begin tot het einde alles
op rekening zou hebben gebracht voor den bouw van dit huisje,dan zou
men volgens spreker ook veel hooger gekomen zijn. Neem daarvoor alleen
nog maar het grootere risico van den aannemer tegenover de gemeente,
bvbetreffende het uithalen ring voor ring van de ter plaatse aanwezige
put,het stutten van een muur ven een belendend perceel, en meer derge
lijke werkzaamheden.wanneer B aa&rmede geen rekening hebben gehouden,
is spreker van meening,dat het werk voor minder en toch beter is kunnen
worden uitgevoerd
'Jethouder JUTEN zegt,dat het werk op 15 September is opgeleverd.
De heer VRIENS zegt,d&t het volgens het bestek op 14 Augustus moest
geschieden. Dat maakt dus ook een verschil van 30 x f.25,-- of f.750,--.
Spreker gelooft, dat deze kwestie hiermede voldoende is toegelicht.
De-VOORZITTER merkt op,dat wanneer men dat bedrag van f.750,af
trekt,,er voor de gemeente nog altijd een voordeel blijft van f.500,--.
Spreker wil het debat over dit punt thans sluiten met de opmerking,dat
de heer Vriens hem niet heeft kunnen aantoonen.dat de cijfers van den
Dienst van Openbare Werken onjuist zijn.
Aan de orde komt dan punt 3: aanbieding van brik.
De heer VRIENS. Ook hierin had ik verwacht,dat B een antwoord
zouden hebben gegeven,dat niet met de waarheid in strijd was. B W
zeggen,dat in werkelijkheid 120 a 140 karren zijn aangeboden. Ik sprak
in mijn interpellatie van ongeveer 400 karren en stelde daarnaar de
schade vast door het Met aanvaarden voor de gemeente van deze voor
deel ige aanbieding.
I„ neb deze aangelegenheid nader onderzocht en vraag naar aanleiding
daarvanwaarom B niet naar waarheid deze aangelegenheid vertellen.
Indien B in hun antwoorden zoo onbetrouwbaar zijn als in dit, we Ik
lid ven den Raad zal dan nog eenig vertrouwen hebben in de toelichtingen
van Burgemeester en Wethouders? Hoe toch is de geschiedenis? De heer
Sogersaannemer vein de nieuw te bouwen kerk te Nieuw-Bore.vlie t op ue
plaats,waar de oude kerk stond,heeft een beperkten tijd voor de opleve
ring van dit belangrijke werk. Hij heeft met spoed een noocikerk ingericht
en is daarna met de slooping v&n de oude kerk begonnen. Hem was uirect
bekend,d&t hij een groote hoeveelheid brik zou krijgenwaarom hij zich
in verbinding had gesteld met een persoon voor den verkoop van die orik.
Na onderhandelingen bleef die persoon te lang: uit,de heer Sogers had ge
ruimt; om die brik te bergen en kon aan fundeeringen enz. niets verrich
ten voor die brik van het werk was verdwenen. Hij zag' dus van de voor
deel-en, die de brik hem bij verkoop zou aanbrengenafen vernam toen van
den voerman van Efceraat,c!at de gemeente Bergen op Zoom die brik ver
moedelijk wel kon gebruiken. Hij stelde zich dus in verbinding' m' t den
Dienst van Openbare Werken en deelde mede,dat die brik hem in den weg
zat en dat de gemeente die daarom gratis kon weghalenterwij 1 hij zich
daarbij nog bereid verklaarde de grove brik klein te maken. Na onder
handelingen werd besloten,dat vanwege de gemeente die brik met den
meesten sfpoed zou worden weggehaald. Voldeed de gemeente aan deze voor
waarden njLet,dan zou de heer Bogers de bevoegdheid hebben op kosten van
de omeente zelf voerlieden bij te zetten. Naar aanleiding, van lie
overeenkomst werd van gemeentewege aan voerman van Eg e raat last eg even
die brik te ver voerenwelke opdracht later weer werd ingetrokken.
Op een afgesproken tijd, waarop het vervoer zou aanvangen, liet de
gemeente niets van zich hooren. Nogmaals stelde de heer Bogers zich in
verbinding met Gemeentewerkenwaar hem thans werd medegedeelddat den
volgenden dag met het vervoer een aanvang zou worden gemaakt. Ook aan
deze afspraak werd niet gehouden. De heer Bogers stelde zich weer met^
Geme en tewerken in verbinding en kreeg toen ten an tv/oord, dat indien hij
genegen was de vervoerkosten voor zijn rekening te nemen, de gemeente