15. ging worden voorgedragen, afwimpelt. Om de begroo tinge behandeling te be korten, is het misschien wenschelijk.dat de R.K.Stadspartij de verkla ring aflegt,dat zij tevreden is met de toelichtingen door haar Wet houders gedaan en het voorstel doet om de begrooting in haar geheel onveranderd goed te keuren. Nog een bemerking wil ik maken over de activiteit van dit Dag. Bestuur,dat gelukkig die bekwaamheden bezit,dat zij de vergaderingen van de Raadscommissies niet meer noodig heeft. Ik hoop,dat dit alles moge dienen om de inwoners van Bergen op Zoom tot de overtuiging te brengen.dat door het tegenwoordige bestuur niet minder fouten worden gemaakt dan door het vroegere,dat er van bezuiniging geen sprake is en dat het persoonlijk belang niet aan den dijk is gezet. Nu wat betreft hetgeen door den heer Scheffelaar is naar voren ge bracht betreffende den toestand van de haven. Wanneer men daarin geen verbetering brengt,zal men er niet over verwonderd moeten staan,wan neer eerstdaegs daar eens een ziekte uitbreekt. Vooral met een warmte zooals we de laatste week hebben gehad. Het is een toestand die ner gens op lijkt en ik hoop dat men daarin zoo spoedig mogelijk verande-, ring zal weten aan te brengen. Ook het onderhoud,dat zou moeten ge beuren aan de havenwerken is,zooals de heer Scheffelaar opmerkte, treurig te noemen. Er is door den heer Scheffelaar ook nog gesproken over den aanleg van straten en de aanbestedingen daarvan. In tegen stelling met den heer Scheffelaar ben ik echter van meening dat zooals het tegenwoordig gebeurt,het heel goed gaat. Ik meen ook dat,zooals het nu gebeurt,het de voordeeligste wijze is voor de gemeente. Ook het materiaal,dat men op deze wijze krijgt,is zeer goed. De heer Scheffe laar houde het mij ten goede ,maar ik zou er op willen wijzen,dat juist het late uitvoeren van de werken zijn oorzaak gevonden heeft niet in de wijze van werken,die men tegenwoordig bij de gemeente volgt,maar deze zijn zoo geweldig vertraagd door den langen winter,dien we hebben meegemaakt. En ik kan dan ook niet anders doen dan het Dag.Bestuur in overweging geven op den ingeslagen weg te blijven voortgaan. Door den heer Simons is dan verder opgemerkt geworden,dat de belas tingbetalers tevreden kunnen zijn met wat er voor hun belastingcenten wordt gedaan,en daarvoor noemt hij dan ook den aanleg van straten. Ik ecilter °P wijzen,Mijnheer de Voorzitter.dat voor alles,wat tot heden is gedaan geworden,geen enkele belastingcent is gebruikt.maar de gelden van de Domeingronden. En het zal dar> <j*k niet m6er zoo heel lang duren of we zullen voor het vierjarig stratenplan moeten gaan leenen. Dat neemt echter niet weg,dat men toch wel tevreden kan zijn met hetgeen er voor verbetering van de straten wordt gedaan. Door den heer Walder is de geschiedenis der waterleiding naar voren gebracht, épeciaal de kwestie der abonnementen en meters. Ik ben het daar geheel mee eens en meen dat het zoo een klein kunstje is maar steeds grootere winsten te kunnen blijven maken uit een of ander bedrijf. Spreker hoopt dan ook,dat men de begrootingen in den vervolge zoo zal samenstellen, dat zij de werkelijkheid meer nabij komen en men later niet tot de con clusie moet komen,dat de winst ruim tweemaal zooveel is als op de be- grooting werd geraamd. Ik protesteer verderevenals de heer Walder, tegen de wijze waarop bij velen de watermeters zijn weggehaald en een abonnement er voor in de plaats is gegeven. Ik weet dat zeer velen over dezen maatregel ontevreden zijn en ik geef het Dag.Bestuur dan ook in overweging te trachten het daarheen te leiden.dat aan dien wantoestand zoo spoedig mogelijk een einde wordt gemaakt en zij die een watermeter hebben gehad,deze ook weer terug krijgen. Dan heeft de heer Demmers nog gesproken over de buitenwegen. Ik heb het daarstraks hier ook over gehad in verband met hetgeen een zeker blad hieromtrent heeft ge schreven, en wanneer men nu den heer Demmers hiemver hoort spreken,bemerkt men dat deze ook dat blad leest en er eenigszins door beïnvloed is. Ik ben vroeger ook lid geweest van de desbetreffende commissie en er is toen ook sprake van geweest om den door den heer Demmers genoemden weg te verharden. Na degelijk onderzoek echter was toen de commissie van oordeel,dat gezien de groote kosten welke uit de verbetering van dien vseg voortvloeiden,men er niet toe kon overgaan. Naar mijne meening zou een dergelijk groot bedrag voor de verbetering van dien weg wel kunnen worden uitgegeven,wanneer van de bewoners san dien weg een wegenbelasting werd geheven en ook van hen, die er grond langs hebben liggen. Ik weet nog goed,dat zulk3 ook werd bepleit bij de verbetering van de Balschebaan,waarvoor indertijd door den heer Eranken steeds werd opgekomen. Wanneer de bewoners van dezen weg en de eigenaren van de aangrenzende gronden dan ook bereid gevonden .>-■

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 99