9-
De VOORZITTER vraagt of de Raad er bezwaar t egen heeft, dat thans
bij uitzondering aan den heer Vriens het woord wordt verleend.
Geen der leden heeft hiertegen bezwaar, waarna de VOORZITTER den
heer Vriens hetawoord geeft.
De heer VRIENS zegt dezer dagen gelezen te hebben, dat er een
nieuwe opzichter aan de Bad- en Zweminrichting is benoemd. Waar deze
benoeming bij den Raad thuishoort en zulks ook door het vorig College
van B W in den Raad is gebracht, meent spreker, dat dit Dag.Bestuur
wel aanmatigend optreedt. Spreker zou dan ook graag vernemen, waarom
deze opzichter benoemd is door het College van B W - dat bovendien
nog onvoltallig is - zonder dat de Raad daarin gekend is.
De VOORZITTER zou deze vraag maar direct willen beantwoorden, temeer
waar spreker reeds bekend was, dat enkele raadsleden met deze handel
wijze van B W niet tevreden waren.
Spreker wil dan op de eerste plaats zeggen, dat de benoeming van
een opzichter der Bad- Zweminrichting in vasten dienst behoort aan
ben Raad. Het betreft hier echter een tijdelijke aanstelling, waartoe
B W zijn overgegaan omdat de tijd drong en ergeen kans was om de
benoeming door den Raad nog tijdig te doen geschieden. Ook moest er
nog een badknecht worden benoemd, die hoofdzakelijk belast zou worden
met den loketdienst, omdat de vroegere functionaris wegens andere
werkzaamheden in gemeentediens^t, daarvoor niet meer beschikbaar was.
Sr was dus eigenlijk slechts een persoon in dienst, en B V achttens
zich niet verantwoord om de inrichting te openen - hetwelk binnen 2> a
10 dagen moest gebeuren - zonder dat het personeel was aangevuld.
Daarom zijn B W dan ook tot deze tijdelijke benoeming overgegaan,
nadat eerst nog de betrokken Commissies hieromtrent zijn gehoord en
deze er hun goedkeuring aan hadden verleend.
De heer VRIENS zegt dat het een heel aardig kunstje van B
is om nu te zeggen: We hebben de benoeming gedaan op arbeidsovereen
komst, maar op deze wijze gaat men toch den Raad voorbij* Spreker hoopt,
dat in den vervolge een benoeming, welke bij den Raad behoort, daar
ook zal geschieden.
De VOORZITTER wil er nog op wijzen, dat deze benoeming een groot
voordeel voor de gemeente geweest is, daar deze man op arbeidsovereen
komst niet meer krijgt dan 500,
De heer tfALDER vraagt of deze arbeidsovereenkomst alleen geldt voor
bit seizoen en dus voor het volgend seizoen de benoeming weer door
ben Raad zal geschieden.
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend en zegt, dat 3 W en
be Raad nu den heelen winter den tijd hebben voor de vaste benoeming.
De heer VERBIEST verkrijgt dan - eveneens bij uitzondering - nog
het woord. Spreker is van meening dat, waar men nu op het scheiden van
de markt is en de volgende vergadering zal worden geleid door den
nieuwen Burgemeester, den Edelachtbaren heer Blom, het nu toch wel
gewenscht is van deze plaats even een woord van dank te spreken naar
aanleiding van den arbeid, die door den waarnemend Voorzitter in deze
bagen is gepresteerd. Spreker betuigt den heer Juten dan ook hartelijk
dank voor de degelijke en krachtige wijze, waarop hij als waarnemend
Voorzitter de vergaderingen van den Raad geleid heeft.
.Door applaus betuigt de Raad met de woorden van den heer Verbiest
zijne instemming, waarna de VOORZITTER den heer Verbiest dankt voor
de welgemeende woorden, welke deze tot hem heeft gesproken.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering hierop door
den VOORZITTER gesloten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den 2Sn Mei 1929«
V oorsi tter.
Secretaris