7-
De heer WALDER zegt dat zijn bedoeling ook niet was om te beweren,
dat 500,voor reclame voor de gemeente zoo'n hoog bedrag zou zijn,
doch dat dit bedrag alleen is voor deze film.
De heer HARMSEN is van meening, dat ook wel wat geld mag uitgegeven
worden aanvereenigingen als V.^.V., waardoor meer reclame voor de
gemeente kan worden gemaakt - Spreker heeft gehoord, dat ook de Wouwsche
Plantage, Huybergen enz. op deze film vertoond zullen worden, en vraagt
of die gemeenten daarvoor in de kosten bijdragen. Spreker zou ook willen
vfagen, of het gemeentebestuur de film zelf ziet, voordat deze overal
wordt afgedraaid, om te voorkomen, dat er iets verkeerds vertoond
wordt.
De VOORZITTER zegt, dat de Haagsche Filmindustrie, welke een groote
zaak is, de opdracht voor deze film heeft. Reeds vorig jaar werd om
deelname aan deze film gevraagd, doch B W hebben dit toen uitgesteld
tot dit jaar. Gezien de groote reclame, welke op deze wijze voor de
gemeente gemaakt v^ordt, acht spreker het te drag van 5OO,niet hoog.
Van wat er precies op de film komt, zullen B W zich nog nader verge
wissen, opdat de reclame zoo doeltreffend mogelijk zal zijn.
De heer MUSTERS merkt op dat, wanneer de aspergeteelt gefilmd moet
worden, er dan wel spoed mee gemaakt mag worden.
Wethouder KIEPE zegt, dat dit binnen dagen gebeuren kan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna door den Raad besloten
overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
X. VOORSTEL TOT HST TOEKENNEN VAN EENS VERGOEDING EX ART.gM- DER L.O.
WET 1920 AAN HST BESTUUR DER ST. GERARDUS MAJELLASCHOOL VOOR GEWOON
LAGER ONDERWIJS TE NIEUW-BfflRGVLIET. DORP, NR. 71»
"(Verzameling 1929 No. 35)»
De heer VRIENS merkt op, dat niet een, maar twee lokalen 'worden
aangebouwd. Spreker is van meening, dat het 7e leerjaar toch niet
zoo uitgebreid is, dat daarvoor 2 lokalen noodig zijn. Wanneer de
gemeente daarvoor een bedrag van 12000,en I9ÖOO,beschik
baar moet^stellen, dan is spreker daar toch op tegen, omdat zijns
inziens óen lokaal hier voldoende is. Aan de hand van teekening legt
spreker uit, dat door het schoolbestuur hier meer gevraagd wordt,
dan de gemeente behoeft te geven, en waar deze vergoeding volgens
het voorstel van B W dan ook veel te hoog is, kan spreker zich
daarmede niet vereenigen.
De heer SCHEFFELAAR gelooft dat de heer Vriens zich vergist, het
door den heer Vriens opgemerkte betreft punt XI der agenda, waar het
gaat om het bouwen van een gymnastieklokaal. In verband met dat punt
zou spreker willen vragen, of bij toestaan van gelden voor den bouw
van dat lokaal, elke school in de gelegenheid gesteld wordt om gebruik
te maken van dat gymnastieklokaal. Spreker meent dat er een schrijven
van den Minister is, waarin gezegd wordt, dat een gymnastieklokaal
voor alle scholen voldoende is.
De VOORZITTER zou naar aanleiding van de opmerking van den heer
Vriens, willen verwijzen naar het advies van den Inspecteur van het
lager onderwijs, waarin geen bezwaar wordt gemaakt tegen den voorge
nomen bouw.
De heer VRIENS is toch van meening, dat hij zich niet vergist en
zou daarom nog even de teekening willen bezichtigen.
Nadat de heeren Vriens en Scheffelaar de teekening hebben bezien,
blijkt dat de opmerking van den heer Vriens betreffende den bouw van
2 lokalen inderdaad op het volgende punt der agenda slaat.
De heer VRIENS is van meening dat, wanneer dit gymnastieklokaal
zal worden toegestaan, ook de andere scholen daarom zullen komen.
De heer SCHEFFELAAR merkt op, dat ook de andere scholen van dit
gymnastieklokaal gebruik moeten kunnen maken, wanneer de vergoeding
voor dén bouw daarvan wordt toegestaan. Spreker meent, dat hierop
de aandacht van het schoolbestuur wel gevestigd mag worden.
De VOORZITTER wijst er op, dat deze opmerkingen gelden voor punt
XI der agenda. Spreker vraagt of er verder bezwaren zijn tegen de
aanvrage vermeld onder punt X der agenda.
De heer VRIENS zegt, dat hij het bedrag ad 12000,te hoog
vindt.?
De VOORZITTER merkt op, dat het toch is aanbesteed.
De heer VRIENS zegt dit niet te hebben geweten, en heeft er dan
verder geen bezwaar tegen.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad dan accoord met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders.
