6. u r. te hebben,niet van de kermisterreinen moet weren en is overtuigd,dat de kleinere inrichtingen hiervan geen noemenswaardig nadeel onder vinden. Wat betreft de ingezetenen van Bergen op Zoom,die voor deze kermis hebben ingeschreven en hun bod niet zullen handhaven bij toe lating van het Cocktail-Palace,is spreker van meening,dat er bij die 16 inschryvers,die hier genoemd zijn,toch verschillende zullen zijn, die hun bod wel gestand zullen doen,wanneer de inrichting van den heer Giesen wordt toegelaten. Spreker is blij,dat het besluit tot wijziging der verpachtings- voorwaarden door B W op zakelijke gronden is genomen. Dat neemt echter niet weg,dat men deze aangelegenheid wel eens goed onder het oog mag zien. Men had een en ander toch reeds eerder kunnen overwegen, daar ook vroeger hier reeds gecombineerde inrichtingen een staanplaats hebben gekregen,zooals b.v, de inrichting van de Gebr.Hommerson,welke steeds een gecombineerd bedrijf vormde. Ook die schiet- en werptenten vallen daar naar sprekers meening onder. Men kan nu wel zeggen,dat deze burgerrecht hebben verkregen,doch daartegenover staat,dat klaarblijke lijk ook het Cocktail-Palace wel burgerrecht verkrijgen zal. Spreker kan zich dan ook niet vereenigen met het besluit van Burge meester en Wethouders,omdat naar zyn meening daardoor ten opzichte van verschillende ingezetenen van Bergen op Zoom onrecht wordt begaan, niettegenstaande zij als belastingbetalers heel wat inbrengen en aan velen gedurende den winter werk verschaffen,hetgeen toch ook een voordeel voor de gemeente is. De heer BECHT zegt dat, toen bekend werd dat door B W de verpach- tingsvoorwaarden voor de kermis waren gewijzigd en de verpachting voor de a.s. voorjaarskermis volgens die voorwaarden was geschied, spreker zich heeft afgevraagd, welk motief B W hiervoor hadden. Om de oor zaak daarvan te kennen heeft spreker het verzoek om deze vergadering te beleggen, ook onderteekend. Waar de heer Kiepe de motieven van B W reeds heeft uiteengezet, zou spreker willen zeggen, dat zijn standpuntjin deze hetzelfde is, als door hem ingenomen bij de behande ling van het verzoek om het drukwerk der gemeente uitsluitend te doen vervaardigen bij de georganiseerde drukkerspatroons, met uitsluiting van de ongeorganiseerde. Ook thans is spreker van meening, dat met overheidssteun niet de een boven den ander bevoordeeld mag worden, bpreicer zal volgens dit standpunt dan ook zijn stem uitbrengen. Spreker wil verder mededeelen, dat de heer Hommerson ook bij hem is geweest om zijn zaak te bepleiten. Toen hij dit gedaan had en uitgesproken was, heeft spreker voor zich de volgende conclusie getrokken en die ook aan den heer Hommerson medegedeeld. Spreker heeft hem toen gezegd, dat het hem voorkwam, dat de heer Hommerson bang was voor de familie Janvier en Giesen, en hij deze met alle mogelijke middelen trachtte te weren, omdat hij zag dat deze menschen geduchte concurrenten voor zijn zaken waren en meer energie toonden te bezitten. De heer Hommer son opperde toen het denkbeeld om dit jaar de zaak te laten zooals ze nu is en het volgend jaar den heer Giesen een kans te geven met de plaatsing van zijn Cocktail-Palace. Spreker heeft zich toen afge vraagd, wat wel de reden mocht zijn, dat de heer Hommerson geen bezwaar maakte, dat het volgende jaar de gecombineerde inrichting van den heer Giesen wel zou worden toegelaten. Op sprekers desbetreffende vraag gaf he heer Hommerson echter geen antwoord. In den loop van verdere gesprek liet hij mij een teekening zien van een groote inrich"ting, Wembley-inrichting of iets dergelijks ge- aamd, welke de inrichting van den heer Giesen in grootheid zou 4, ertreifen. Sprekers meening was toen, dat de heer Hommerson de i.ai;jilie Janvier en Giesen wilde weren, omdat hij met zijn gecombineerde inrichting nog niet klaar is. Volgend jaar-echter, wanneer die inricht lno gereed is, zal hij geen bezwaar meer maken tegen de gecombineerde inrichtingen en dan trachten zelf een plaats daarvoor te krijgen. Spreker vindt het niet fair om dergelijke practijken te steunen, en toch zeker niet tegenover een ingezetene van Bergen op Zoom. Spreker zal daaraan dan ook niet medewerken. Wat toch is de oorzaak, dat wij hier twee kermissen per jaar hebben? Volgens sprekers meening is de voorjaarskermis hier een groote repetitie, een proefstoomen om te zien 01 de verbeteringen, die in den winter zijn aangebracht, goed werken, voor men de verdere kermissen afreist, terwijl de najaarskermis er is om de exploitanten, die hier den winter komen doorbrengen, nog eenige vergoeding te bezorgen voor de reiskosten, welke zij gemaakt hebben om van andere plaatsen weer naar hier te komen. Spreker is dan ook van meening, dat men deze menschen niet moet weren. I >'"5 4 t I

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 6