a. koop van het hakhout. Spreker wil in verband met art.24 der Armenwet er ook nog even op wij zen,dat dit alleen spreekt van VERVREEMDEN en niet van VERKOOEEN. Naar sprekers meening is vervreemden niet hetzelfde als verkoopen. (Enkele leden merken op,dat dit wel hetzelfde is,doch spreker is het daarmede niet eens.) Wanneer spreker deze kwestie verder nagaat,zou hy willen opmerken,dat de daad van het College van Regenten is een onrecht matige daad,welke valt onder de strafwet,en daarom begrijpt spreker nietdat Wethouder Juten,als voorzitter van het College van Regenten zou gauw hiervoor gewonnen is. Bij verkoop zou ook het reglement der stichting komen te vervallen en zou artikel 8 der Armenwet in toepas sing komen. Naar sprekers meening gaat dit echter niet omdat het Alg. Burger Gasthuis geen instelling van weldadigheid is als daar bedoeld. Concludeerende komt spreker dan tot de volgende conclusies: le. het Alg.Burger Gasthuis is een gemeentelijke instelling; 2e. alleen de Raad is bevoegd tot verkoop der eigendommen van het Alg. Burger Gasthuis; 3e. artikel 24 der Armenwet moet worden uitgeschakeld; 4e. door eventueelen verkoop zou de bedoeling der stichting komen te vervallen. Dit is wat spreker over den theoretischen kant van het vraagstuk wilde zeggen. Nu komt de practische kant. De Regenten besturen reeds eeuwen het Alg.Burger Gasthuis,waarbij de verpleging door de Zusters steeds geschied is op een wijze,die boven allen lof verheven is. Tot 1928 is dan ook geen énkele klacht hieromtrent geuit, totdat toen plotse ling het bericht kwam,dat de katholieken een eigen gasthuis wenschten. Dus nu zou plotseling de'katholiciteit der Zusters gevaar kunnen loopen. Men he6ft wel aangevoerd,dat de Zusters baas willen zijn in eigen huis, en daar is volgens spreker ook wel iets voor te zeggen,maar dat neemt toch niet weg,dat de beslissing over den al of niet verkoop van deze instelling alleen bij den Raad thuishoort. Voor dit niet meer voldoen van de instelling,zooals ze nu is,aan de katholiciteit,kan spreker slechts één verklaring vinden, n.l. de wijziging welke in 1928 gebracht is in de samenstelling van het College van Regenten. Dit is dus de schuld van de meerderheid van den Raad,die katholiek is,en die de macht heeft om het reglement en daarmede de samenstelling van het College van Regenten te veranderen naar eigen inzicht. Naar sprekers meening valt hiermede voor hen de schuld op eigen hoofd terug. Spreker zou wel iets kunn6n voelen voor de gedachte van den heer 7/alder om den toestand te laten zooals ze sinds eeuwen geweest is. Tenslotte merkt spreker nog op, dat de bedreiging dat bij niet verkoop door de Zusters een eigen gasthuis zal worden gebouwd,voor hem geen motief is om tot verkoop over te gaan. De heer DIKLAND wil namens zijne fractie op de eerste plaats zeggen, dat zij graag hebben meegewerkt tot het bijeenroepen van deze urgente raadsvergadering,omdat zij van meening waren,dat een zakelijke bespreking van deze aangelegenheid in den Raad de lucht kan zuiveren,want de z.g. Gasthuiskwestie brengt in de gemeente heel wat gemoederen in beroering. Er blijkt ook heel wat onkunde over deze kwestie te heerschen. Naar sprekers meening is het aan geen twijfel onderhevig,dat het Alg.Burger Gasthuis ressorteert onder letter a van art.2 der Armenwet. Dit wil zeggen,dat het dus een zuiver gemeentelijke instelling is, die door de burgerlijke overheid geregeerd en van harentwege bestuurd wordt. Dit is al zoo sedert het jaar 1856. Spreker kreeg vandaag nog toevallig een boekje in handen,waarin eene beslissing van de Kroon vermeld stond,dat een instelling als hier bedoeld,moest blijven geplo-atst onder de letter, waaronder ze reeds 50 jaren lang vermeld was geweest. En wanneer men dus ook hier daaromtrent kwestie zou krijgen,zal volgens spreker do Kroon op dezelfde wijze beslissen. Wat nu de kwestie betreft van het verkoopen van goederen door de Regenten van het Gasthuis, is spreker het niet eens met de vorige sprekers dat de Regenten daartoe onbevoegd zijn. Spreker is van meaning,dat de Regenten wel bevoegdheid tot verkoopen hebben, wanne er het b.v. betreft een stuk grond of iets' dergelijks; daarvoor is naar spreker zegt,alleen de goedkeuring van G6d.Staten noodig en is het geen vereischte dat de Raad daarin gekend wordt. Hier is het echter heel iets anders,daar de Regenten door den voorgestelden verkoop het DOEL der instelling ver anderen, waardoor gehandeld wordt in strijd met het reglementdat door den Raad is vastgesteld. Zooals door den heer Harmsen zeer terecht is opgemerkt,moet de stichting zelf een gasthuis exploiteeren. Dit blijkt ook uit de betreffende artikelen in de reglementen,waarin de verpleging der zieken behandeld wordtVolgens het reglement is het dan ook niet mogelijk om het doel der stichting te veranderen,zooals nu gebeuren zou

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 61