'X
;k)
13-
gelegenheid dan ook niet willen laten voorbijgaan en door het te weige
ren deze aangelegenheid door een hooger College willen doen uitmaken.
De heer VERBIEST zegt, dat deze zaak in de Commissie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen in een onvoltallige vergadering is behandeld
en men daar van meening was, dat, als de eene school een overdekte
speelplaats had, de andere dat dan ook moest hebben.
De heer SIMONS zegt het geheel eens te zijn met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders. Wanneer men nagaat, dat er op die plaats
ook onderwijs gegeven wordt in lichamelijke oefening, dan zal men zich
kunnen indenken, dat door een hooger College steeds goedgunstig zal
worden beschikt op een dergelijk verzoek. Het valt dan onder art.72
der L.O.wet en spreker zou dan ook willen adviseeren om het bedrag toe
te staan.
De VOORZITTER zegt, dat bij de verbouwing van de school, de speel
plaats eenigszins verhard is met koolgruis. Dit is echter door het
schoolbestuur zelf gedaan, zoodat het de gemeente niets gekost heeft.
Men begrijpt dat op een dergelijke koolgruisv/erharding geen gymnastiek
les kan worden gegeven. Spreker wil er verder op wijzen, dat alle schol
len een tegelverharding op de speelplaats hebben en dat ook deze school
daar recht op heeft. Spreker zou dan ook vallen aanraden om het voor
stel van Burgemeester en Wethouders aan te neipen. Wat de opmerking van
den heer Vriens betreft aangaande de begrooting van kosten, zou spreker
willen zeggen, dat eerst nadat het besluit door den Raad genomen is,
de kosten voor de gemeente naar voren zullen komen bij de bespreking
tusschen het gemeente- en het schoolbestuur.
De heer VRIENS merkt op, dat ook voor de verbouwing een gedeelte
der plaats verhard was.
De heer SCHEFFELAAR antwoordt hierop, dat tusschen het hek en de
school rondom een strook ligt van hoogstens SO c.M.welke verhard is.
Dat is echter ook alles.
De heer VRIENS wil er nog op wijzen, dat voor deze verharding ook
is aangevoerd, dat de speelplaats op het oogenblik in desolaten toe
stand verkeert. Dit kan, zegt spreker, ook een gevolg zijn van het
slechte onderhoud. Het is toch bekend, dat wanneer koolgruis niet
regelmatig wordt bijgehouden, dit spoedig heel slecht is. Nu wordt
wel naar voren gebracht dat de plaats niet geschikt is voor het onder
wijs in lichamelijke oefening, maar naar sprekers meening gaat dit
niet aan, daar in de stukken als motiveering voor het verzoek wordt
aangegeven, dat het terrein gebruikt wordt voor de overblijvende leer
lingen. Er wordt dus niet gesproken van het onderwijs in lichamelijke,
oefening, terwijl ook het advies van den schoolarts slaat op het over
blijven der kinderen. Waar de gemeente daar echter niet voor behoeft
te zorgen, doet dit advies ook niets ter zake en had het volgens spreker
achterwege kunnen blijven. Ook de Neutrale School, zegt spreker, heeft
nog een groot terrein achter het schoolgebouw. Dit is momenteel een
grasveld, maar men zou dan ook wel kunnen komen met het verzoek om dat
terrein te verharden met cementtegels. Spreker gaeft echter de verzeke
ring dat hij daar absoluut tegen zou zijn. Spreker is ook van njeening
dat er op de uitgaven voor het onderwijs wel eens bezuinigd mag worden.
Er zijn tegenwoordig reeds heel wat schoolbesturen, die door toedoen
der gemeentebesturen in beroep moeten gaan, en ofschoon dc gemeenten
niet altijd gelijk krijgen, worden toch ook meermalen de schoolbesturen
in het ongelijk gesteld. Naar sprekers meening is ook hier wel een
kans, dat het gemeentebestuur gelijk krijgt en daarom zou spreker de
aangevraagde gelden ook niet willen toestaan.
De VOORZITTER merkt naar aanleiding van het betoog van den heer
Vriens op, dat in het schrijven van het schoolbestuur, waarbij de
aanvrage wordt gedaan, wel degelijk op de eerste plaats vermeld staat,
dat de speelplaats gebruikt wordt voor het onderwijs in lichamelijke
oefening, terwijl op de tweede plaats pas het overblijven der vele
kinderen wordt aangevoerd. Ter overtuiging leest spreker de desbetref
fende passage uit het schrijven aan den Raad voor. Spreker is dan ook
van meening, dat men op dit verzoek niet afwijzend kan beschikken. Voor
het weigeren van medewerking zoucen gegronde redenen moeten worden aange
voerd en spreker ziet geen kans om die in dit geval naar voren te brengen»
De heer WALDER is ook van meening, dat het verzoek moet worden toege
staan. Spreker heeft reeds meer betoogd, dat de bijzondere scholen alle
maal veel geld kosten, omdat ieder schoolbestuur zijn school zoo goed
mogelijk wil hebben en aan de hand van de wet vraagt, waarop het aan
spraak kan maken. Zooals reeds door den Voorzitter is opgemerkt, zou
4
i