5.
zaak kunnen verkoopen,zonder dat de Raad er iets van wist,en zou de Raad
voor een voldongen feit zijn gesteld. Spreker kan zieh met dezen gang van
zaken dan ook niet vereenigen.
^De VOORZITTER merkt op,dat de regenten overeenkomstig art.24 der Armen
wet gehandeld hebben en dus niets gedaan hebben,wat zij niet doen mochten
Spreker wil er op wij zen,dat het thans niet aangaat om over deze zaak te
gaan discussie eren, daar het geen punt van de agenda uitmaakt. Spreker
heeft alleen aan den wensch van den heer //aider willen voldoen door den
Raad mededeeling te doén van de ingekomen vraag van den heer Walder en
het antwoord daarop van Burgemeester en Wethouders.
De heer HARMSEN zou toch nog een kleine opmerking willen maken.
Spreke., heeft van den Poorzitter gehoord, dat de verkoop door de regenten
is aa.iiLia.ngig gemaakt overeenkomstig art.24 der Armenwet. Daartegenover
staau echter,dat hier door een lid is medegedeeld,dat deze instelling
,.T?Lar-Zkdl£r ï,et V!at- Sprel£6r toe,dat men over deze zaak
nu niet l.an gaan discussie eren, omdat de leden daarop niet zijn voorbereid
Aan den anderen kant is spreker echter ook van meening,dat deze zaak niet
™6®r jag worden afgedaan,en daarom zou spreker het voorstel willen
rori Q?af Raad aan B V verzoekt om het uitbrengen van het advies aan
Gea.Staten over den verkoop van het Gasthuis uit te stellen,tot die aan
gelegenheid in den Raad is behandeld.
rm?LhGer ¥^L1ER,2egt'dat' d6 Voorzitter weet,dat spreker zich in het
College van Regenten verzet heeft tegen den tot op het oogenblik gevoer-
rtP hf?nS T?*1-?0?611* '/olgfns sprekers overtuiging ligt deze verkoop buiten
de oevoegdheid der regenten. In art.12 van het reglement voor het Alg.
Burger Gasthuis staat duidelijk aangegeven,wat de regenten op het punt
van verkoop doen mogen,doch onder het hakbare hout en de verhuringen en
verpachtingen aks daar genoemd,valt toch niet het verkoopen van het
Gasthuis. Haar sprekers meening hebben de regenten dan ook een verkeerd
Pad bewandeld door met deze aangelegenheid naar Ged.Staten te gaan; zij
hadden daarmede in den Raad moeten komen. Er is, naar spreker zegt^ok
nergens eemg bewijs te vinden,dat het Gasthuis in eigendom zou toe-
benooren aan eenige Congregatie of anderszins,en uit de geschiedenis
blijkt ook,dat steeds de gemeente de beheerster is geweest.
niefafn6? SCHEEEELAAR is van meening, dat de vraag van den heer Talder
z. ,d6n Raad gericht M moeten zijn. De leden
ïf 1 v, f fn bljtlp[ds tennis van gekregen en zich van een en ander
°P R°0gt6 lmn"sn stellen. Y/aar dit nu niet gebeurd is,kan er thans
moeilijk over gediscussieerd v/orden en daarom zou spreker willen voor
stellen,dat B W betreffende deze aangelegenheid volledige opening van
za.cen geven en daarover dan in een der eerstvolgende vergaderingen te
discussie eren. Desgewenscht,en misschien is dat voor de zaak zelf nog
beter,mn dat dan m besloten vergadering geschieden.
De heer DIKLAHD merkt op,dat deze disuussi6 en eventueele verdere
discussie in een der volgende vergaderingen hem overbodig lijkt nu de
wn^eenma?1oby Ged*stafcen aanhangig is gemaakt. Zooals uit het ant-
ïfv 2- °f de vraaS van den heer Walder blijkt,zal toch nog
bekendmaking van dezen voorgenomen verkoop geschieden,waarbij dan ieder-
pü? g6legenheid gesteld wordt om er bëzwaren tegen in te brengen
spreker dan 00k het beste,dat t.z.t. elk raidslid en elke ln^
gezetens,die bezwaar heeft tegen dezen verkoop,zich richt tot fed qtit-pn
daar naar sprekers meening thïns met een discussie iS d?l MtSef
fende deze aangelegenheid toch niets meer te bereiken is.
De heerSIMOUS stelt dan voor om de discussie over deze zaak te
sluiten,bij welk voorstel meerdere leden zich aansluiten.
(rnp?hc^er BiiCHT merkt op,dat de leden eigenlijk misbruik maken van de
goecL.eia. van den Voorzitter door te gaan disaussie eren over den voor
genomen verkoop, terwijl het de bedoeling van den Voorzitter geweest is
om alleen mededeeling te doen aan den Raad van de ingekomen vraag ven
D^voop/tSp6? h6t,aatv/oord daar°P van Burg «meester en Wethouders.
j-TEP. beaamt,dat zulks alleen zijn bedoeling geweest is en
aat er over deze aangelegenheid verder geen discussie kan gevoerd worden
De heer WA-J3ER zegt dat het geenszins zijn bedoeling geweest is om
MeïSo^^fUST dKZÊ kwestie uifc te lokken, doch om deze zaak
hier ond.,r ae aandacht te brengen, voordat het te laat is. Het standpunt
dat spreker mdeze zaak inneemt,is een geheel ander dan dat van den
Voorzi tter r? b6St mogeliJk dat standpunt van den
y icran het College van B W in deze aange legcnheid niet
juist is. Spreker's standpunt in deze is hetzelfde lis dat vin het Col
lege van Bill, 1856, n.l. dat het Gasthuis een gemeentelijke instel-