3-
I
den Hoofdopzichter, dat eveneens bij de stukken ter visie gelegen heeft,
vermeld staat, dat thans op de loonlijsten de folionummers worden ver
meld.
e. Burgemeester en Wethouders van Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 31
December 1928/19 Maart 1929.
Aanbieding van het verslag van den toestand der gemeente Bergen-op-
Zoom over het dienstjaar 1927,
De heer WALDER wil in verband hiermede aan de ambtenaren een compli
ment maken, omdat het verslag zoo prachtig in elkaar zit.
f H« Sbulemei jer te Bergen op Zoom.Bergen op Zoom 22 Maart 1929.
Bericht dat hij de hem bij Raadsbesluit van 20 Juni 1924 als burge-
meester dezer gemeente ter beschikking gestelde ambtswoning met
ingang van 1 April a.s. zal verlaten.
De heer WALDER zegt, dat het hem opgevallen is, dat het huis er
zoo desolaat uitziet. Spreker meent dat het voor de komst van den
nieuwen burgemeester, heel wat opgeknapt zal moeten worden.
De heer HARMSEN merkt op, dat daarvoor ook 550,op de begroo
ting staat uitgetrokken, zoodat er dus heel wat aan gedaan kan worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat bij B W het plan bestaat, in ver
band ook met den slechten toestand der woning, om dat huis niet meer
als ambtswoning beschikbaar te stellen. Het huis is inderdaad niet
goed bewoonoaar en het zou ook best kunnen gebeuren, dat de nieuwe
burgemeester het niet als woning zou willen aanvaarden. Burgemeester
en Wethouders overwegen dan ook om dit huis ten dienste van het Woning
bedrijf beschikbaar te stellen teneinde het op een voor de gemeente
zoo voordeelig mogelijke manier te benutten.
De heer WALDER zegt zijn opmerking gemaakt te hebben, omdat er voor
het onderhoud van dit huis slechts 50*per jaar uitgetrokken is.
Spreker wist niet, dat er nu 550,voor op de begrooting staat,
daar spreker deze nog niet heeft ingezien.
Zonder hoofdelijke stemming worden hierna de stukken a-f voor kennis
geving aangenomen.
De VOORZITTER deelt dan mede, dat er nog is ingekomen een schrijven
van den heer Raider. Dit is nog niet in de vergadering van Burgemeester
en Wethouders behandeld kunnen worden, doch spreker meent, dat het
misschien toch wel verstandig is om het thans hier ter tafel te brergen
en tegelijkertijd het antwoord mede te deelen, dat door Burgemeester
en Wethouders daarop gesteld is.
Spreker leest dan het schrijven van den heer Walder voor, hetwelk
luidt als volgt:
n Bergen op Zoom, 25 Maart I929.
Aan Burgemeester en Wethouders der
gemeente Bergen op Zoom.
"Edelachtbare Heeren,
"Ondergeteekende, H.Walder, lid van den Raad van Bergen op Zoom, heeft
"de eer Uw edelachtbaar college de navolgende vraag te stellen, met
"beleefd verzoek, die op de eerstvolgende Raadsvergadering te vallen
"b eantwoorden
"Zijn 3. en W. bereid, den Raad meeste deelen, of er door Gedeputeerde
"Staten van Noordbrabant inlichtingen zijn gevraagd omtrent een even-
"tueelen verkoop van het Algemeen Burger Gasthuis aan de stichting
""Hulp in Lijden", en zijn Burgemeester en Wethouders niet van meening
"dat deze vraag om inlichtingen zal moeten worden voorgelegd aan den
"Raad ter discussie en beslissing?
Het lid van den Raad,
(get.) H.Walder."
Naar de Voorzitter verder mededeelt, hebben B W gemeend daarop
het volgende te moeten antwoorden:
Het Ooilege van Regenten van het Algemeen Burger Gasthuis heeft
"ter voldoening aan het bepaalde van art.2^ der Armenwet aan Ged.Sta
gen van Noordbrabant machtiging gevraagd tot het verkoopen van de
"eigendommen der stichting waarin het Gasthuisbedrijf wordt uitge—
"oefend aan de vereeniging van vrouwen onder de zinspreuk "Toevlucht
"in Lijden" gevestigd in het St.Catharinagesticht te Bergen op Zoom.
"Gedeputeerde Staten van Noordbrabant hebben bij brieven van 18/20 en
'25/27 Maart 1929 het vorenvermeld verzoek in handen gesteld van
"Burge meester en Wethouders van Bergen op Zoom om advies.