2. De heer VRIENS zegt met belangstelling het rapport van het accoun tantskantoor te hebben gelezen. Spreker heeft daarbij ook dé bezwaren gezien, welke door den accountant zijn naar voren gebracht en heeft zich daarbij afgevraagd, waardoor die ontstaan zijn. Voorheen was de administratie van Gemeentewerken zoodanig, dat er nog een ambtenaar bij was, welke ambtenaar echter later weer aan dien Dienst onttrokken is. Spreker zou willen vragen, of deze ambtenaar wel bij die admini stratie kan worden gemist. De heer HARMSEN zegt dat het hem is opgevallen, dat door den accoun tant aan den administrateur de plicht is opgelegd om in de loonlijsten de folio-nummers der lochboeken te vermelden, en dat door de admini stratie van Gemeentewerken geweigerd is dit te doen, omdat dat te veel tijd zou vorderen. Spreker is van meening, dat de wensch van den ac countant te dezen aanzien toch zeer billijk is en het voor een behoor lijke administratie zeer zeker gewenscht is, dat die nummers op de loonlijsten worden vermeld.Verder heeft spreker ook gelezen, dat er een proefbalans ia opgemaakt en dat vei schillende zaken-niet ia orde waren, o.at, waren verschillende factuur-s niet door den Wethouder getee- kendo Spreker zou willen vragen, wanneer die factuurè door den Wethou der geteekend mceten worden, waarom dit niet gedaan is? -'o VOünZITTER zou de leden opmerkzaam willen maken op den datum van heu rapport van het accountantskantoor, welke van September 192S is. Sinds dien tijd is er heel wat verandering gebracht in de administratie van Gemeentewerken en is er ook met de wenschen van den accountant rekening gehouden. Zoo worden thans ook de folionummers op de loon lijsten vermeld en sinds de nieuwe administrateur in dienst is gekomen, hetwelk in Februari van dit jaar is geschied, is er h^el wat achter stand ingehaald en is de administratie dan ook bijna a jour bij. Wat het parafeeren der facturen betreft, merkt spreker op, dat, wanneer deze niet door hem geparafeerd zijn, dit komt omdat men ze hem niet heeft voorgelegd. Zooals de Secretaris spreker mededeelt is er geen enkele wettelijke verplichting voor spreker om dl e factuurs te teekenen, maar waar spreker, toen hij aan het hoofd van den Dienst van Gemeentewerken kwam, zelf den wensch te kennen gegeven heeft om alle factuurs te parafeeren, teneinde daardoor ook beter met den gang van zaken bij den Dienst op de hoogte te blijven, is het heel goed, dat de accountant er een opmerking over maakt, wanneer hij bij de controle ongeparafeerde rekeningen aantreft. Het is echter ook niets meer dan een opmerking, daar vroeger mooit de gewoonte geweest is, dat de rekeningen door den betrokken Wethouder werden geparafeerd en dit als het ware door spreker is ingevoerd. De heer VRIENS zou willen opmerken dat, wanneer een rapport van dén accountant inkomt op S September 1928 en dit eerst in Maart 1929 in den Raad wordt gebracht, zulks toch wel erg laat is. Spreker is van meening, dat dit stuk dan wel eerder in den Raad gebracht had kunnen worden. De heer HARMSEN merkt naar aanleiding van de mededeeling, dat de Wethouder wettelijk niet verplicht is om de factuurs te teekenen op, dat, wanneer het de gewoonte is, dat de Wethouder zulks doet, men daaraan ook moet vasthouden. Ook het vermelden der folio-nummers op de loonlijsten is zeer zeker wenschelijk te achten. Waar de Voorzitter thans mededeelt, dat ook daaraan wordt voldaan, had spre ker het toch wel wenschelijk geacht, wanneer daarvan bij de ter- visielegging der stukken aan den Raad op een of andere manier kennis gegeven was. De VOORZITTER zegt naar aanleiding van de opmerking van den heer Vriens, dat het rapport van den Hoofdopzichter, uitgebracht op het rapport van den accountant, gedateerd is 22 Januari 1929. Op de eerste plaats is het dus te wijten aan den Hoofdopzichter, dat dit stuk zoo laat in den Raad komt, doordat de Hoofdopzichter zoo lang gewacht heeft met zijn rapport. Daarna zijn de stukken nog in circu latie geweest bij het College van Burgemeester en Wethouders, waar mede dus de vertraging verklaard is, dat dit rapport eerst thans aan de Raad ter kennisneming wordt aangeboden. Wat het parafeeren der rekeningen betreft, zooals sprekef reeds zeide, heeft dit, voor spreker aan het Hoofd van dén Dienst der Gemeentewerken kwam, nooit plaats gehad en is het door spreker ingevoerd. Ten slotte merkt spreker nog op, dat in het rapport van j.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 44