12.
Onze beste wenschen vergezellen U en Uwe familie naar Uw nieuwe gemeente:
Schiedam.
De heer HARMSEN zou, op den vooravond van het heengaan van den burge
meester, een afscheidswoord tot den voorzitter willen spreken en hij
zou zulks willen doen, als van aenech tot mensch, kennende diens feilen
en wellicht vindt spreker daarbij de gelegenheid een tipje op te lich
ten van het gordijn, dat voor de politieke gebeurtenissen van Bergen-op-
Zoom hangt. In dit verband wil spreker gaarne dank brengen aan den
burgemeester voor al het goede, dat hij in het belang der gemeente heeft
gedaan. Spreker wil gaarne erkennen, dat het volk de leiding van goede
en karaktervolle meesters noodig heeft. Door het uitroeien van sleur
en het tegengaan van onverantwoordelijke handelingen heeft de burge
meester goed werk verricht. Men moet er echter bij alle zaken rekening'
mede houden, dat het rechtsgevoel, hetwelk bij het volk leeft, zich
niet straffeloos laat kwetsen. Gebeurt zulks, dan tracht het volk de
leiding in handen te nemen en dan gaat het verkeerd. Spreker meent hier
voor als voorbeeld eenige gebeurtenissen uit de Fransche revolutie
te moeten aanhalen.
De burgemeester heeft zeker recht op waardeering van de gemeenschap.
Het interview in de Rotterdamsche Courant heeft spreker echter onaange
naam getroffen, let erkenning van alle goede bedoelingen die bij den
burgemeester hebben voorgezeten, meent spreker te moeten opmerken, dat
de uitlatingen, die in dat interview voorkomen, gedaan zijn onder den
indruk van het onzalig geschrijf in de plaatselijke pers, welk geschrijf
wordt uitgespeeld onder elkaar.
Spreker brengt nogmaals dank aan den burgemeester voor het vele
goede, dat hij heeft gedaan en hoopt dat het hem en zijn familie goed
zal gaan.
De VOORZITTER: Ik moet wel onder een eigenaardig gesternte óeboren
zijn. Tanneer een andere burgemeester heengaat, dan wordt hem niets dan
lof en wellicht al te veel lof toegezwaaid. Bij mij is dat andersom.
Bij mij is het altijd óeweest: veel rozen, maar ook hier en daar een
enkel doorntje. Ik neem dat niemand kwalijk, integendeel, ik neem die
kleine speldeprikken, die niet gegeven worden om mij te kwetsen of on
aangenaam te zijn, in gemoede en in dank aan. Maar ik word er op deze
wijze toch toe gedrongen, zelfs bij mijn afscheid nog te debatteeren.
Ik heb zelfs beleefd, dat ik, sprekende bij een graf, nog debatteeren
moest. Dit zal natuurlijk wel liggen aan mijn persoonlijkheid. Want
met hoeveel vriendelijkheid en welwillendheid ik gaarne met iedereen in
aanraking ben, als het recht in het gedrang komt, kan ik daaraan de
waarheid nooit ten offer brengen en daarom handhaaf ik ook ten volle,
wat ik in dat bewuste interview gezegd heb.
Het Bergsche volk is een goed volk,. Ga er eens mede uit, vier er eens
feest mede, ga er mede ter kerke, bezoek vergaderingen op sociaal, eco
nomisch of welk ander gebied, en gij zult ervaren dat het Bergsche volk
een goed volk is.
Het Bergsche volk is een volk van veel intellect, maar ook van te
veel goedheid, en door die goedheid ook te veel verdraagt van wat een
ander niet verdragen kan, en ik ben ook niet van plan om zulks ooit
te verdragen zonder daartegen in verzet te komen. Met den heer Harmsen
protesteerde ik mede, toen door middel van een lichtvaardig kranten
artikel de Raad werd aangevallen en het werd voorgesteld, als zou aan
de gemeente bad- en zweminrichting een bedrag van I3OOO,weggewor
pen zijn.
Door den heer Vriens zijn daareven woorden aangehaald, die gesproken
zouden zijn in een huishoudelijke vergadering van de R.K.Kiesvereeniging.
Wanneer in een vergadering van huishoudelijken aard aan de pers ver
zocht wordt geen verslag van die vergadering te geven en er verschijnt
van zulk een vergadering toch een verslag in een courant, dan is zulk
een verslag van nul en geener waarde.
Ik stel er prijs op hier te verklaren, dat hetgeen in die vergade
ring besproken en gezegd is, niet is, zooals hier door den heer Vriens
is aangehaald.
Dat ik Voorzitter werd der R.K.Kiesvereeniging, is een gevolg van
den uitzonderlijken toestand, waarin de Katholieken van Bergen op Zoom
in politiek opzicht verkeeren, aangezien schier niemand hier in Bergen-