11.
dit geheel op zich zelf te besluiten zonder de minste voeling met hare
kiezers te houden.
Mijnheer de Voorzitter, lijst 2 liet aan U de zorg voor haar groep,
en de gemeenschap leed en lijdt schade door dit besluit. Ik meen, nu U
op het punt Ètaat afscheid te nemen als burgemeester van Bergen op Zoomen
wetende,hoe het gemeentebestuur is gevormd, dat U meer dan ooit de draag
wijdte van dit besluit kunt nagaan en hoe moeilijk het zal zijn voor
Uw opvolger de leiding in handen te nemen.
Up 13 dezer werd U gehuldigd door de burgerij en werd U, naar ik ver
meen, een blijvend aandenken geschonken als blijk van dank en waardee
ring. Aan die huldiging nam ik geen deel, ten eerste omdat de initia
tiefnemers tot die huldiging U op andere wijze dank verschuldigd zijn
dan ik als lid van den gemeenteraad. Zij lieten de zorg voor hun groep
geheel in Uwe handen en hadden zich niet aan hunne verplichtingen mogen
onttrekken. U nam op U het voorzitterschap van de R.K.Kiesvereeniging,
een betrekking door geen hunner gewild. Bij den dank daarvoor meende ik
mij niet tejmoeten aansluiten. Ik bejammer het, Mijnheer de Voorzitter,
dat een paar dagen voor Uw heengaan, nog ter sprake is gebracht de reden
waarom lijst 2 geen zitting nam. In dit licht bezien voelt U, Mijnheer
de Voorzitter, dat ik geen deel kon nemen aan de huldiging van gister
avond.
Ik gevoel mij echter gelukkig Unog eenige woorden van dank toe te
spreken. Het is ons allen bekend in welken verwarden en cnhoudbaren toe
stand U in Bergen cp Zoom kwam. Hoe U met kracht en werkijver al het
mogelijke deed om daarin verbetering te brengen. Hoe dientengevolge
slachtoffers zijn gevallen. Het is ons ook bekend, dat U buiten Uw ambt
van burgemeester van Bergen op Zoom zeer veel werk moest verrichten om
in den toestand regel te brengen. Het is ons bekend, dat U daaraan nacht
en dag hebt gewerkt.
Nochtans wist U ook nog andere en groote verbeteringen aan te brengen.
Ik wijs daarbij op den aankoop van de Domeingronden, des tichting van
het slachthuis, de verbetering van de badinrichting, de afwikkeling van
de voor de gemeente zeer nadeelige zaak der woningen Piet Hein, een
nalatenschap van het vorige bestuur. Tevens wil ik wijzen op hetgeen door
U gedaan is tot aankoop der gronden van Flein 13. Uit de door U gevoerde
correspondentie is mij gebleken, dat door U en door U alleen de koop
tot stand kwam. Al deze zaken hebben van Bergen op Zoom gemaakt een dra
gelijk oord en de voordeelen hiervan zullen nog lang worden genoten.
Nog zeer veel werk stond U te wachten en wel in de eerste plaats de
havenverbetering. Ik vind het jammer, dat wij U zullen moeten missen
en dat U voor alles, wat U gedaan hebt, niet meer waardeering hebt ont
vangen. De Regeering geeft echter blijk, dat zij Uw werk naar waarde
heeft weten te schatten door Uwe benoeming tot burgemeester van Schiedam.
Ik hoop en vertrouw, Burgemeester, dat Uw werkkracht en ijver in Scnie-
dam hooger zal worden gewaardeerd dan hier en ik ben overtuigd, dat Uw
werkkring daar ook aangenamer zal zijn.
Ik weet, dat Uw opvolger den toestand der gemeente heel anders zal
vinden dan U die hier aantrof.
Ik hoep, dat Uw werkkring daar zal liggen geheel alleen in de uit
oefening van Uw ambt als burgemeester. Ik hoop ook, dat op Uw opvolger
geen beslag zal worden gèlegd als op U gedaan is en dat Uw opvolger,
zich ook niet beschikbaar zal stellen als voorzitter van de R.K.Kies-
verëeniging.
Ik eindig met U hartelijk dank te zeggen voor het vele en goede wat
U voor Bergen op Zoom hebt gedaan. Ik hoop dat het U met Uwe familie
in Schiedam goed moge gaan en dat U daar nog vele aangename jaren zullen
worden geschonken.
De heer DE JONG wenscht bij afwezigheid van het oudste lid der kleine
sociaal-democratische fractie, den heer "talder, die tot zijn spijt, door
verblijf buitenslands hier niet aanwezig kan zijn, den Voorzitter bij
zijn heengaan eenige woorden ten afschied toe te spreken. Zoolang ik,
aldus de heer de Jong, lid van dezen Raad ben, kan ik niets anders zeg
gen, dan dat wij met U in de Commissien en inden Raad op de meest aan
gename wijze hebben samengewerkt en wanneer, hetgeen begrijpelijkerwijze
niet altijd te vermijden was, onze beginselen met elkaar in botsing
kwamen, daarvan strijd hetgyolg was, dan is die stijd altijd gevoerd
op faire wijze en met hoogstaande middelen. Bank zij Uwe democratische
gevoelens zijn wij dikwijls in de gelegenheid geweest dichter tot U te
kunnen naderen op de punten, die voor ons van het grootste belang zijn.