10.
De VOORZITTER: Mijnheer Becht, maakt U er nu een eind aan. U be
grijpt wel, dat ook voor mij dit onderwerp hoogst pijnlijk is.
De heer BECHT: Ik wil er dan alleen nog op wijzen, Mijnheer de
Voorzitter, dat het van groot belang voor Bergen op Zoom in de komende
dagen zal zijn, dat de loco-burgemeester op eigen beenen zal weten
te staan, en zich zal weten te onttrekken aan den dictatorischen in
vloed van den man achter de dissidenten-gordijnen, waaronder de dissi
dentenclub in haar geheel gebukt gaat.
De heer HARMSEN: Mijnheer de Voorzitter, ik kan dit toch niet goed
keuren en het gaat niet aan personen aldus aan te vallen, die hier niet
aanwezig zijn.
De VOORZITTER: Ik ben het daarmede geheel eens en vindt dezen toe
stand uiterst pijnlijk.
Ee heer BECHT meent, dat hij als raadslid toch wel eens gelegenheid
mag hebben zijn meening over deze dingen te zeggen.
De heer SCHEFFELAAR geeft den heer Becht in overweging dit dan bij
voorbeeld bij de behandeling van de begrooting te doen.
De VOORZITTER: Ja, bijvoorbeeld.
De heet BECHT: Mijnheer de Voorzitter, U, die hoog aangeschreven
staat in den Bosch en den Haag, tracht ook in het belang van Bergen-op-
Zoom, door Uw invloed te bereiken, dat wij krijgen een nieuwen burge
meester, die boven de partijen staat. Dat vooral zal volgens mijn mee
ning een waarborg zijn, dat de belangen van Bergen op Zoom objectief
en onpartijdig behartigd zullen worden.
En tot slot, Mijnheer de Voorzitter, hoop ik, dat het U gegeven moge
zijn nog vele jaren te staan aan het hoofd Uwer nieuwe gemeente. En ik
ben er van overtuigd, dat U daar, waar de politieke gemoederen niet ver
ward zijn door hatelijke plaatselijke couranten berichten, en ook niet
verdeeld zijn door partij-onderonsjes, Uw energie, activiteit en door
zicht zult weten aan te wenden in het belang van Uw gemeente, en die
gemeente zal er dan wel bij varen.
Mijnheer de Voorzitter, het ga U en de Uwen goed in Uwe nieuwe
plaats van inwonirg.
De heer ANTKEUNIS: Mijnheer de Voorzitter. Het spijt mij persoonlijk
ten zeerste, dat U onze gemeente gaat verlaten, want naar mijn eerlijke
overtuiging waart U hier de rechte man op de rechte plaats. In de com-
missién en in den Raad heb ik met U met groot genoegen samengewerkt.
Ik hoop, dat het U en Uw geachte familie in Uw nieuwe woonplaats wel
moge gaan en dat U ook daar veel goeds tot stand zult mogen brengen.
De heer VERBIEST: Ik heb de sprekers goed beluisterd, Mijnheer de
Voorzitter. Wij zijn ten zeerste getroffen door Uw heengaan. U hebt
getracht burgemeester te zijn, zooals het behoort niet alleen, maar
tevens een vader voor oust, menschenkinderen. U hebt getracht Bergen-op-
Zoom groot te maken, en er van te maken, wat er van te :uaken is. Ik ben
er vast van overtuigd, dat onder Uw leiding Bergen op Zoom zou hebben
komen te staan aan de spits der steden van Brabant. Maar onze geliefde
Koningin roept U naar Schiedam en waar de generaal spree..t, daar moet
de soldaat volgen. Hartelijk dank voor al hetgeen Gij deedt voor Bergen
op-Zoom. Ik hoop van ganscher harte, dat het U goed zal gaan in Uw
nieuwe woonplaats. Van verschillende zijden heeft men mij verzekerd
dat men in onze stad veel, zeer veel spijt heeft over Uw heengaan.
Moge de goeae God U en Uw gezin nog vele jaren sparen en zegenen.
De heer VRIENS: Mijnheer de Voorzitter. Ik wensch een eiiüel woord
te spreken tot afscheid van U, als burgemeester van Bergen op Zoom.
Op Vrijdag j.l. nam U afscheid als Voorzitter van de R.k.Kiesver-
eeniging. Het doet mij leed, dat daar woorden door U zijn gesproken die
mij onaangenaam waren en die ik, hoewel ongaarne, toch moet weerspreken.
Op die vergadering is de vraag behandeld, waarom de 7 gekozen raads
leden van de R.K.partij geen zitting hebben genomen. U hebt dit als voor
zitter toegelicht en gezegd, dat met ondergeteekende ook niet te regee-
ren zou zijn, omdat ik evenals de S.D.A.p-groep eischen zou stellen.Het
zal U niet onbekend zijn, dat door den Voorzitter van de kiesvereeniging
den heer Breedveld, voor en aleer lijst 2 een besluit nam, een schrijven
is gericht en voorstellen zijn gedaan tot bewijslevering van gepubli
ceerde veronderstellingen, uitgaande van lijst 2. Ik vind het jammer,
dat aan de kiezers daarvan geen kennis is gegeven.
Uit de gestelde vraag van den Eerw.Heer Deken van Darn, of. het niet
mogelijk zou zijn geweest dat een paar leden van lijst 2 zitting hadden
genomen, blijkt mij hoe onverantwoordelijk lijst 2 heeft gehandeld door