g 9 XV. VOORSTEL TOT HET VERLEENEN VAN EERVOL ONTSLAG AAN P.J.VAN OS. ALS LEERAAR AAN DE GEHEeNTE-NIJVERHEIDSAVONDSCHOOLALKIER. (Verzameling 1929 No.IS). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van B W besloten. XVI.VOORSTEL TOT KET VASTSTELLEN DER EXPLOITATIEVERGOEDING TEN BEHOEVE DER BIJZONDERE SCHOLEN VOOR GEWOON LAGER ONDERWIJS IN DEZE GEMEENTE OVER HET JAAR iqèk'. (Verzameling I929 No.4). De heer SCHEFFELAAR zegt blij te zijn, dat deze punten nu op de agenda staan. Wanneer men ziet dat thans eerst de vaststelling plaats heeft van de afrekening over de jaren 1924-, 1925 en 1926, dan kan men nagaan wat voor .rente de gemeente hiervan in den zak gestoken heeft, welke eigenlijk aan de schoolbesturen toekomt. Verschillende scholen zitten als het ware op de centen te wachten. Spreker zou vallen vragen of, wanneer een der schoolbesturen nu in beroep gaat, alle andere schoolbesturen weer zullen moeten wachten op uitkeering. Wanneer dat het geval is dan zou hij voor iedere school de uitkeering afzonderlijk willen vaststellen. Als er dan een of ander schoolbestuur komt dat niet tevreden is en in beroep gaat, behoeven tenminste de anderen niet op uitkeering te wachten. Spreker hoopt ook, dat de af rekening van de andere jaren niet lang meer op zich zal laten wachten. De heer WALDER zegt, dat het ook hem veel genoegen doet, dat deze zaak nu eindelijk haar beslag krijgt. Toch wil spreker nog een kleine opmerking maken. Spreker heeft in de Rotterdamsche Courant dezer dagen gelezen, dat in Eindhoven voor het lager onderwijs 9,63 per leerling wordt uitgekeerd, terwijl dit bedrag hier 15,01 bedraagt. Dat is dus een vrij groot verschil. Voor het U.L.O. wordt in Eindhoven uitgekeerd 14>15 per leerling en hier 2^,80. Spreker heeft naar aanleidipg daarvan den indruk gekregen, dat de scholen er hier nog niet zoo slecht voor staan. Ook in Rheden is de uitkeering veel minder dan hier. Spreker heeft zich toen afgevraagd, of het nog geen tijd wordt, dat ook hier eens wat minder aan de scholen betaald wordt. Het bedrag van 9>^3 dat in Eindhoven betaald wordt 6cheelt toch nogal veel met hier. Het is nu misschien wel mogelijk, dat het onderwijs daar voordeeliger is an hier, maar spreker zou toch de aandacht er op willen vestigen, of m deze materie niet de oezuiniging mogelijk is, waarover hier gedurig gesproken wordt. De menschen, die hier speciaal voor de bezuiniging zijn, kunnen hier misschien een goed terrein vinden, In elk geval lijkt het spreker heel veel, wat hier aan de scholen betaald wordt. Het is niet sprekers bedoeling om thans aanmerkingen te maken, spreker heeft een en ander slechts willen opmerken met het oog op de toekomst. De heer VRIENS merkt op, dat door den Scheffelaar is aangedrongen om voor elke §chool afzonderlijk de vergoeding vast te stellen, voir het geval de uitkeering aan geen enkel schoolbestuur zou plaats hebben, indien er een schoolbestuur in beroep gaat. Spreker is echter van mee ning dat bij het in beroep gaan alle schoolbesturen betrokken zijn, haar toch ook alle schoolbesturen van de voordeelen genieten, indien het^ beroep wordt toegewezen. Wat de opmerking van den heer Walder betreft, is spreker het er mee eens, dat het onderwijs hier schrikkelijk veel geld kost, Spreker vraagt, of de berekening der kosten niet op andere wijze kan geschieden, nan o.v. niet een andere omrekening plaats vinden? Men zou daarbij alleen die lokalen in aanmerking nemen, welke werkelijk in gebruik zijn voor het onderwijs. Verder wijst spreker nog op het groote verschil m maatstaf bij de berekening der kosten van het U.L.O. Het eene jaar wordt voor kosten van instandhouding der school 1,per leerling afgetrokken, het andere jaar 4-,Daardoor komt echter de Neutrale school, die een oud schoolgebouw van de gemeente in gebruik heeft, in een bijzonder ongunstigen toestand, waardoor naar sprekers meening een onbillijkheid begaan wordt tegenover de Neutrale School. Spreker toont dit nog met enkele voorbeelden aan en hoopt, dat aan deze onbillijk heid ock eens een einde gemaakt zal worden. De Heer HARMSEN onderschrijft het betoog van den heer Vriens ten volle. Wat het lager onderwijs betreft wijt spreker de hooge kosten daarvan aan het laag aantal leerlingen der openbare school. Ten opzichte van de vaststelling van het bedrag der vergoeding heeft spreker ook vorig jaar reeds opgemerkt, dat door B W juist die gemeenten genomen worden voor de vergelijking, waar de kosten bijzonder ver uiteenloopen, spreker begrijpt niet, waarom hiervoor elk jaar andere gemeenten genomen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 21