K
5
mijn goec1. gevonden is, is spreker het met den heer Vriens eens om niet
van de verordening af te wijken.
Wethouder KIS EE meent, dat men het hem al heel gemakkelijk gemaakt
heeft met deze aangelegenheid. Het heeft spreker gefrappeerd dat de
heer ViTalder hier met een dergelijk voorstel komt,omdat aan deze ver
ordening door de organisaties is meegewerkt en ook de heer '/aider aan
de vaststelling daarvan heeft meegeholpen.Door aan het verzoek van den
heer /aider te voldoen, zou men bovendien een gevaarlijk precedent
scheppen.De heer Walder haalt hier nu wel de buitengewone weersgesteld
heid aan,maar spreker zou daar tegenover willen opmerken,dat voor deze
menschc-n toch het Burgerlijk Armbes tuur er nog is, waartoe zij zich
wenden kunnen. De heer /alder is zelf daarvan Voorzitter en het zal voor
hem dus al heel gemakkelijk zijn om die menschen te helpen.Spreke r is
ook van meening.dat de hand moet gehouden worden aan dc verordeningdaar
men anders spoedig vele werlcloozen uit de omliggende gemeenten zou
krijgen, die e veneens zich voor de werkverschaffing zouden aanmelden.
Er zijn,naar spreker mededeel t ,mome ntee 1 194 werkloo ze n tewerkge s te ld
en wanneer men op het verzoek van den heer 7/aider zou ingaan, zouden er
misschien nog 194 bij komenSpreker meent dat het veeleer op den weg
van den heer ./aider zelf ligt om maatregelen in deze te nemen.
77a fc de vraag van den heer Antheunis be treft, zegt spreker dat de aan
vragen voor plaatsing bij de werkverschaffing naar de Arbeidsbeurs gaan,
waar de noodige inlichtingen omtrent de aanvragers worden ingewonnen,
lécnschen als door den heer Antheunis be doe ldworde n dan op de laatste
plaats tewerk gesteld.
De heer ./ADDER meent dat hier een klein misverstand bestaat over het
geen spreker hier naar voren heeft gebracht,Het is geenszins sprekers
bedoeling om de verordening te veranderen of daarvan af te wijken;
spreker denkt daar niet aan. Het is echter dit jaar een by zond er jaar
geweest, wat dc weersgesteldheid betreft. In geen 50 jaar hebben we zulk
een winter gehad als deze en nu zijn er hier toevallig een drie of vier
menschc-n,die graag willen werlcen en liever niet naar het Armbestuur
zouden gaan. Óm nu deze menschen in de gelegenheid te stellen op een
behoorlijke manier in hun onderhoud te voorzi en,heef t spreker het Dag.
Bestuur verzocht of het r.iet een weg wist om die menschen te helpen,
zonder hen naar het Armbestuur te verwij zen. Spreker meent, dat met het
oog op dc byzondere weersgesteldheid,er voor deze 3 menschen toch best
een weg te vinden zou zijn om hen te helpen,en aan het werk te zetten.
Daarvoor heeft spreker slechts een lans willen breken en niet met de
bedoeling om van de verordening af te wijken.
De heer BECHT zou naar aanleiding van het gezegde van den heer Kiepe,
dat die menschen zich tot het Armbestuur kunnen wenden,willen vragen,
of er geen termijn van inwoning gesteld is voor degenen,die voor onder
steuning door het Armbestuur in aanmerking willen komen.
De heer ./ADDER merkt op,dat hiervoor geen termijn gesteld is,doch
dat de Armenwet daarin voorziet.
/ethouder KIEEE wil nog opmerken,dat het momenteel gaat om tewerk
stelling van drie of vier menschen,di^ bekend zijn,maar als deze te
werkgesteld zouden worden, zullen er misschien nog dertig of meer komen,
die momenteel niet bekend zijn. Elk lid van den Raad zou dan me t recht
kunnen zeggen.dat B 7/ niet aan de verordening hebben gehouden en men
zou dan ook wel kunnen beweren,dat de een of ander een vriendje van een
wethouder was en daarom geholpen is.
Spreker blyft er bij,dat de verordening gehandhaafd moet worden,en
dat er voor niemand,wie het ook zij,een uitzondering moet worden genaakt
De heer 7/ADDER vraagt of er voor deze menschen dan geen uitweg te
vi nde n is.
7/ethouder KIEEE zegt deze al genoemd te hebben,n.l. het Armbestuur,
waarvan de heer .'/aider zelf voorzitter is.
sE.J.Duisterburg te Bergen op Zoom,Bergen op Zoom ongedateerd.
Verzoek om toeslag op het hem toegekende pensioen.
De heer HARMSEN merkt op,dat dit verzoek niet aan den Raad gericht is
Dc VOORZITTER dee.lt mede,dat vóór dit reeds een eerder verzoek van
Duistcrburg was ingekomenhe tv/elk gericht was aan B 7, en waarop toen
afwijzend is beschikt. Door Buisterburg is toen dit tweede verzoek in
gediend he twelk op zegel is gesteld en gericht aan: "de Edelachtbare
He ere n" .waarmede - in verband met de afwijzing van B 77 op het eerste
verzoek - door Duisterburg dus hoogstwaarschynlyk dc Raad bedoeld is.
3 '7 hebben het dan ook zoo opgevat en het- daarom hier ter tafel ge
bracht-