25. De heer WALDER zegt dat hij daar ook niet voor zou zijn,dat dit baantje weer aan den Secretaris zou worden opgedragen. Maar daarom ie ook het salaris van den Secretaris te laag. De VOORZITTER wijst er op,dat deze Secretaris gekomen is op een op roeping waarin het salaris vameld stond,en hij dus wist wat hij hier zou krijgen, Wat nu de functie van ambtenaar van den Burg.Stand betreft, is die toestand juist veranderd en daarvoor een ambtenaar van de secre tarie genomen omdat men dan het salaris voor 90^ zou kunnen verhalen en dit aan de gemeentekas ten goede zou komen,wat niet het geval zou zijn, wanneer de Secretaris ambtenaar van den Burg.Stand was. De heer WALDER zegt dit wel te weten,doch dat neemt niet weg,dat door Burgemeester Stulemeijer hier gezegd is,dat wanneer de Raad zulks noodig acht te,aan den Secretaris ook nog de vergoedingver bonden aan de functie van ambtenaar van den Burg,Stand kon worden toegekend. Wanneer men de notulen naslaat zal men zien,dat hetgeen spreker zegt juist ia. De heer BECHT meent dat van het lesgeven van den Secretarishetwelk toch in zijn eigen vrijen tijd gebeurt,de gemeenschap niet mag profi- teeren door hem een lager salaris te geven. De VOORZITTER merkt op,dat dit lesgeven ook ten nadeele der gemeen schap kan zijn. De BEüïfT zegt,dat in dat geval men de lessen moet laten ver vallen. De VOORZITTER zegt,dat da Secretaris dat niet wil. De heer VERBIEST zegt,dat er hier wel over bezuiniging gesproken wordt,maar men met den eersten den besten post reeds komt met een ver hooging. Spreker kan zich daar niet mee vsreenigen. De heer HARMSE1I meent dat bij een herziening ook de salarissen van Burgemeester en Ontvanger moeten worden herzien,om het verband in deze regeling te behouden. Spieker merkt op,dat voor wat verantwoordelijkheid be treft,die van den Ontvanger toch grooter is dan die van den Secretaris. De VOORZITTER zal dan het voorstel van den heer Walder om den Raad de wenschelijkheid te doen uitspreken.dat het salaris van den Secretaris met f.500,-- wordt verhoogd,en zulks aan Ged.Staten kenbaar te maken, in stemming brengen. Bij stemming wordt dit voorstel aangenomen met 11 - 5 stenmaen. Vóór stemden de heeren Harmsen, Kruize Antheunis, Vriene, de Jong,Walder, Kiepe Sche ffalaaxBecht .Dikland en S-imons. Tegen stemden de heeren Mourer,Loos'Verbiest, Juten en Demmers. Volgnummer 14Piesentipgelden der leden van den Raad De Secretaris komt weer ter vergadering. De heer WALDER zou het presentiegeld willen verhoogen,omdat er ver schillende leden van den Raad door de vergaderingen hun werk moeten ver letten en daardoor inkomsten derven. V/at het presentiegeld voor voort gezette raadsvergaderingen betreft,zou spreker naar aanleiding van.het antwoord van B op het algemeen verslag willen opmerken,dat hij niet inziet dat art. 58 der gemeentewet zich daartegen verzet. De heer HARMSEN is het eens met den heer Walder en meent dat het antwoord van Burgemeester en Wethouders er geheel naast is,daar z.i. art.58 voor dit geval slaat als een tang op een varken. Naar sprekers meening heeft men eenvoudig fs avonds de vergadering te sluiten en den volgenden dag weer een nieuwe vergadering te beginnen. De heer DE JONG is van dezelfde meening als de heer Harmsen.' Hier worden dergelijke vergaderingen steeds geschorst en den volgenden dag voortgezetdoch op andere plaatsen worden ze gesloten en wordt de vol gende weer als een nieuwe vergadering gerekend. De heer BECHT zegt voor wat het vergaderen over twee of meer dagen betreft,zich wel met de hier gemaakte opmerkingen te kunnen vereenigen, doch voor wat de verhooging van het presentiegeld aangaat,is spreker het eens met B W cm hier niet toe over te gaan. Spreker is van meening dat een lid van den Raad,als zijnde door het volk afgevaardigdzichdit tot den eer moer, rekenen. De heer WALDER markt op,dat de heer Becht 50 jaar^ te laat geboren is. De heer EECHT zegt in den Raad gekomen te zijn zonder een partij. Wanneer men er als lid van een partij inkomt,dan maakt men eenvoudig een salto mor tale. Da partij maakt dan uit.wie in den Raad zitting moeten nemen,maar spreker vindt,dat dan de partij ook maar moet zorgen, dat ze geen men schar, s tuurt, die de verdiensten van dien middag niet kunnen missen.of anders dis kosten zelf voor hare rekening moet nemen. Spreker zal dar. ook legen deze verhooging stemmen. De VOORZITTER is het niet eens met den heer Harmsen als zou met deze aangelegenheid art,58 der gemeentewet niets te maken hebben.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 109