jv:
22.
gesteld om aan een vereeniging die zich ten doel stelt het propageeren
van het zingen van vaderlandsche liederen een subsidie te geven, Wanneer
men vaderlandsliefde wil aankweeken of de kinderen liederen wil aan-
leeren,dan zijn daar de scholen voor en behoeft men een dergelijke ver
eeniging niet tegemoet te komen met het geven van een subsidie. Spreker
betreurt het verder,dat de Voorzi t terdie vroeger bij het grootste deel
der posten van de begrooting voorstellen deed ter bezuinigingnu geen
kans meer ziet om ook maar op een van die posten eenige bezuiniging aan
te brengen.
De VOORZITTER wijst er op,dat reeds in eerste instantie enkele der
door den heer Vriens gedebuteerde onjuistheden door hem zijn aangetoond.
Ook de heer Simons heeft er reeds de aandacht op gevestigd, terwijl de
heer Kiepe eveneens aantoondedat verschillende mededeelingen bezijden
de waarheid waren. 'Vat nu de kwestie van den polder be tref tblijkt thans,
dat de heer Vriens bang is,dat de heer Franken,die dan de man is die den
polder heeft gekocht,dit gedaan zou hebben met het oog op speculatieve
doeleinden en wel om den polder later aan de gemeente aan te bieden.
Vanneer men dan wat verder op de woorden van den heer Vriens ingaat,kan
men daaruit halen,datspreker daaraan zou meewerken om dan later den
buit samen te deelen. Spreiter wil er op de eerste plaats op wijzen.dat
dit geheel onjuist is en op de tweede plaats,dat het juist de heer
Vriens is geweest,die er zich indertijd aan heeft schuldig gemaakt en
wel met den grond *an de Twaalf Apostelen. Bovendien wil spreker er op
wijzen.dat de heer Franken een landbouwer is,die die gronden zelf kan
gebruiken,en dat spreker,ook al zou er een dergelijke aanbieding voor
dezen grond aan de gemeente worden gedaan als de heer Vriens veronder
stelt dat gedaan zal worde n, daaraan nooiit zou meewerkenomdat z.i. de
gemeente dien grond best kan missen.
Nu nog iets wat de kwestie van de Z.N.Spiritusfabriek betreft en waar
van de heer Vriens toont ook niet veel te weten. Spreker zegt er reeds
op gewezen te hebben,dat de betrokken af deeling van de secretarie ver
plicht is iemand volgens de Hinderwet kennis te geven. Dat iB ook ge
beurd. Er is echter nog iets anders. We hebben ook nog een rapport laten
uitbrengen. Dit rapport werd op verzoek van Burgemeester Stulemeijer
gevraagd aan een laboratorium in den Haagof schoon het College van het
nut daarvan niet overtuigd was. Het duurde ec&ter zeer lang voor dit
rapport werd uitgebracht, spreker heeft er maanden ahhtereen naar ge
vraagd en steeds was dit tevergeefs. Toen echter Burgemeester Stulemeye*
zou gaan ver trekken,was hij ineens met spreker van meening,dat genoemd
rapport toch nogal lang wegbleef en heeft hij direct telegrafisch om
dat rapport gevraagd. Eenige dagen daarna is toen dat byzondere rapport
ingekomen. Het besloeg 2 bladzijden,kostte de gemeente f.60,-- en werd
bovendien eerst na 8 maanden uitgebracht, zoodat de Raad nu zelf wel kan
oordeelen over de juistheid van de mededeelingen van den heer Vriens.
Er is ook gesproken over de R.K.H.B.S. en in verband daarmede zegt
de heer Vriens.dat ik niet meer zoo actief ben als vroeger, toen ik van
de 65 posten er ^p 42 aanmerkingen ma.akte teneinde daarop te bezuinigen.
Spreker meent zeer zeker er wel op te mogen roemen.dat hij toen zulk een
actief raadslid was,maar ook al hoort men nu niet meer van die voor
stellen van spreker in den Raad,dan is dat nog geen teeken.dat sprekers
aotiviteit minder geworden is. Neen,nu komt sprekers activiteit naar
voren in de vergaderingen van B W,waar spreker ook op alle mogelijke
manieren getracht heeft bezuinigingen te bereiken.
Wat de subsidie van die school be tref twij st spreker er op,dat de
f.7500,-- subsidie niet onder zijn leiding en niet met zijne goed
keuring zijn toegekend. V/aar nu echter de toestand en de financiën der
school al eenige jaren gebaseerd zijn op een ontvangst van de gemeente
ad f.7 500,--is spreker er te fatsoenlijk voor om nu een dergelijke sub
sidie te verminderen, spreker zou het dan ook zeer onfatsoenlijk vinden,
wanneer de Raad thans dit subsidie van f.7500,-- op f.5000,-- zou
terugbrengen.
De heer HARMSEN merkt naar aanleiding van de opmerking van den heer
Valder betreffende den prijs van het water op,dat niemand meer dan
spreker er evenals de heer V/alder prijs op zou stellenwanneer het water
wat goedkooper werd. Waar echter door den heer Y/alder de gemeente Tilburg
als voorbeeld voor goedkoop water is aangehaaldzou spreker er op willen
wijzen dat dit een particulier bedrijf is en dit voorbeeld door den
heer V/alder den. cr.h niet kan worden aangehaald .waar de partij van den
heer Y/alder toch op de eerste plaats ook is voor socialisatie der be-
drij ven
De heer DE JONG merkt op,dat het hier toch met den prijs niets te
maken heeft of dat een particulier of gemeentelijk bedrijf is.
De .heer HARMSEN zegt,dat de partij van den heer Welder streeft naar
.J ."..1
r. .i %;.,i
J.