21. De heer KRUIZE vraagt of het de bedoeling van den heer Kiepe is om de schuld van den langen duur van dit werk te schuiven op de werkloozen. Spreker meent dat die straat toch is aanbesteed. Wethouder KIEEE zegt,dat de heer Rruize zich vergist. Die weg is niet aanbesteed en spreker heeft ook niet gezegd.dat het lang duren van dat werk de schuld is van de werkloozen. Spreker heeft slechts gewezen op het geweldige lijntrekken bij dat werk, tengevolge waarvan het ook is stop gezet De heer KRUIZE zegt,dat het hem genoegen doet,dat de schuld niet op de werkloozen wordt geschoven. Wethouder KIEEE wil als wethouder van personeelsaangelegenheden ook nog even antwoorden op de grove onwaarheidwelke door den heer Vriens hier is naar voren gebracht betreffende de volontairs op de secretarie. Spreker wil even de juiste toedracht van deze zaak mededeelen. Toen spreker wethouder van personeelsaangelegenheden werd,bracht men onder zijn aandacht,dat op de secretarie reeds men of twee jaar menschen zaten, die nooit eenige vergoeding voor hun werk hadden gekregen. Spreker was toen direct van meening,dat aan dien toestand een einde moest worden gemaakt, Waar het personeel niet uitgebreid mocht worden,werd daarom op sprekers voorstel aan de heeren Simons,Piasmans en Claries ieder een belooning van f.25,-- per maand toegekend. Later vernam spreker,dat de heer Piasmans in het bezit was van het diploma boekhouden Mercurius en de eerste de beste gelegenheid heeft spreker toen te baat genomen om den heer Piasmans te doen benoemen als klerk 2e klasse op een salaris van f.822,50. Hieruit kan men dus zien,dat niemand,en toch zeker de heer Piasmans nietmisdeeld is geworden. De voorstelling,welke de heer Vriens van deze zaak heeft gegeven, is dan ook geheel onjuist. De heer VRIENS zegt zich niet bewust te zijn hier onwaarheden naar voren te hebben gebracht. Door den heer Kiepe is medegedeeld,dat de heer Piasmans 2 jaar gewerkt heeft zonder eenige vergoeding. Spreker vindt een dergelijke handelwijze niet goed en acht die onbillijk en onredelijk. Spreker vindt het echter opmerkelijk,dat zoo' iets wel kon gebeuren met den heer Piasmansterwijl aan den heer Simons direct een vergoeding werd toegekend Wethouder KIEPE: U vergist U weer, daar de heer Simons reeds meer dan een jaar hier was,voor hij eenig salaris kreeg. De heer VRIENS zal dan daarop niet verder ingaan. Wat den koop van den polder van Moortgat betreft,wil spreker,naar aanleiding van de op merking van den heer Juten,er op wijzen,datzooals spreker reeds in de Commissie heeft gezegd,die man die gronden alleen gekocht heeft met speculatieve doeleinden,opdat de gemeente die gronden later weer van hem zou kunnen koopen. Spreker vindt het opmerkelijk,dat eerst niemand dien koop aandurfdemaar nadat spreker in de Commissie het belang van dien koop had uiteengezet,draaide men daar bij en kwam men eenigszins tot de overtuiging dat de gemeente die gronden had moeten koopen. Op het oogen- blik echter tracht men het weer anders naar voren te brengen, spreker heeft die mededeeling hier alleen gedaan om den leden van den Raad vol ledige kennis van zaken te geven,omdat dit misschien nog wel eens te pas zou kunnen komen,wanneer er later werkelijk desbetreffende voorstellen bij den Raad zouden komen. Wat betreft de vergoeding aan de scholenbetreurt de heer Juten het, dat de Neutrale School in beroep is gegaan tegen het door de gemeente vastgestelde bedrag. Spreker meent echter üat dit beroep niet ten on rechte is geweest,want Ged.Staten hebben het schoolbestuur ook in het gelijk gesteld. De VOORZITTER: Tenminste gedeeltelijk. De heer VRIENS: Voor 95^. Door den heer Juten is verder gezegd.dat B W op alle deeleh van de financien paraat zijn,dus ook voor wat be zuiniging bij het onderwijs be tref t.Wanneer men echter de verzoeken, welke in de vorige vergadering behandeld werden,eens nagaat en men ziet dat aan de eene school voor uitbreiding een bedrag van f.7000,-- en aan eene andere f.19500,-- wordt toege staan,he twelk toch een enorm verschil is,dan mag men aan die paraatheid toch wel eenigszins twijfelen. Wanneer spreker daar geen opmerking over had gemaakt,zou men die bedragen ook maar zonder meer hebben toegestaan. Door den Voorzitter is er verder op gewezen.dat de uitgaven voor het byzonder onderwijs stijgende zijn. Trots dit alles echter wordt nu weer voorgesteld om aan de R.K.H.B.S. een subsidie te geven van f.7500,--. Men heeft onder het motief bezuiniging wel voorgesteld dezen post te brengen op f5000,--,maar momenteel hoort men daar niets meer van. Zoo is het naar sprekers meening ook mit den booze.wanneer er wordt voor- r» -y,: tf

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1929 | | pagina 105