24. ,7a t de zaak zelf be treft,merkt spreker op, datwanneer men een jong ingenieur zou krijgen,men het gevaar loopt, dat men iemand zal krijgen met veel minder tact,veel minder zelfbeheersching en veel minder in zicht in zijn positie ten opzichte van den heer van Loon. Men loopt dan het gevaar dat men iemand zal krijgen,die niet zooals de heer van Goor heeft v/eten te vermij den, de t er conflicten komen tusschen hem en het hoofd van den dienst. Houdt men daartegenover den Hoofdopzichter gewoon in dienst en stelt men boven hem een ingenieur-directeurdan begaat men de grootste misslag,dien men begaan kan. Dan zal men een man beleedigen die tot voor kort gedurende 27 jaar de gemeente voor een hongerloon met al zijn kracht en naar best: vermogen heeft gediend. Hij zal dan komen te staan in een afhankelijke positie ten opzichte van den te benoemen ingenieur-directeur,en wanneer die ingenieur-directeur niet over veel menschenkennis be schikt,en niet beschikt over veel tact,dan zal het niet onmogelijk zijn,dat iemand,die zijn ondergeschiktheid nooit hoeft behoeven te voelen, dat dan wel zal moeten doen. Ve zullen daardoor dien man hard grieven. Hij zal daarover gaan loopen kwijnen en wij zullen er de oorzaak van zijn, dat we op die manier dien man zijn leven feitelijk gaan verkor ten,wan t zooals de he eren wel zullen we ten,deze Hoofdopzich ter is een buitengewoon gevoelig mensch. Om al deze redenen is het dan ook de beste oplossinghem tot adviseur te benoemen. Dan blijft hij ver bonden aan den dienst van Openbare "Werken en houden wij de be schikking over al zijn kennis,ervaring,en zijn kennis van de plaatselijke toe standen en tegelijkertijd geven wij hem een werkkringwaarin hij nog voldoening zal kunnen vinden. En een hoofdopzichter-adviseur,die van Loon heet,zal naar sprekers inzicht even hard,zoo niet harder werken, dan wanneer hij ondergeschikt zou worden gemaakt aan den directeur- ingenieur. Bovendien is het toch veel beter wanneer wij gediend worden door menschen,die met opgewektheid en toegenegenheid hun werk verrich ten,dan door menschen,die dag in dag uit moeten voelen,dat ze in een ondergeschikte positie zijn geplaatst na 27 jaren de leiding te hebben gehad. Met een dergelijk oesluit zou spreker zich alleen al niet kunnen vereenigenomdat daardoor de heer van Loon geplaatst zou worden in een positie,dat de menschen.die nu onder hem gesteld zijn,zich zouden gaan gevoelen als zijns gelijken. Y/aar spreker hiermede zijn standpunt betreffende deze kwestie heeft uiteengezet,wil hij,alvorens te eindigen,ook wel eens iemand aan het woord laten,die hier in Bergen op Zoom een uitstekenden indruk heeft achtergelaten, iemand die ten opzichte der gemeente geheel vrij is. Spreker wil daarom even voorlezen een brief van den heer van Goor,die spreker is ter hand gesteld door den heer Vriens,naar aanleiding van een corresponden tiedie deze gevoerd heeft met onzen oud—ingenieur De heer VRIENS wil de woorden van den Voorzitter even rectificeeren. De brief,dien spreker aan den Voorzitter ter hand stelde,is spreker niet geworden naar aanleiding van een corresponden tiedie spreker met den heer v.Goor gevoerd heeft. Spreker heeft dat schryven van den heer v.Goor ontvangen naar aanleiding van een schryven van een ambtenaar der gernee n t ewiens naam hij niet zal noemendie naar aanleiding van het verloop dezer kwestie aan den heer v.Goor alles wat over deze zaak is se public e e rd aan hem he eft opgezonden me t de vraagof de he erv^Goor cr nu niets aan doen kon,dat zulk een onrecht tegenover den heer van Loon~'zou worden gepleegd. Die ambtenaa'r vroeg hem of er niets aan te doen was, om te voorkomen dat de heer v.Loon op zulk een wi j ze op straat werd gezét en of de heer v.Goor niet bereid zou zijn om aan verschil lende "raadsleden hierover te schrijven. De heer v.Goor heeft dat niet ge daan,maar heeft daarop aan spreker den brief geschrevenwelken de Voorzitter thans heeft,met de verklaring,dat spreker van dat schryven gebruik kón maken naar goeddunken. Om die reden ook heeft spreker den brief aan den Voorzitter ter hand gesteld. De VOORZITTER leest dan den brief ven den heer v.Goor voor,waarin deze zijn groote waardeering uitspreekt over de wijze waarop de heer van Loon zijn taak steeds heeft vervuld en waarin hij als zijn meening te kennen geeft, dat het belang van de gemeente het best gediend zal zyn bij aanneming van het voorstel van de minderheid /an het College van B <Sc W Spreker meent thans deze zaak voldoende te hebben be sproken.Alleen betreffende de opmerking van den heer Kruize,dat het bij houdenvan de administratie bij Openbare ./erlcen thans f.15, per dag kost,wil spre ker er nog op wijzen,dat dit niet geheel juist is. De persoon,die deze admini strat ie thans bijhoudt, is geen ambtenaar,maar iemand die ons

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 90