20.
stootend is om op een gegeven moment te worden gesteld onder de leiding
van een ander.
Jat de kosten betreft,die hieraan verbonden zijn,zegt spreker daar
niet zoo pessimistisch tegenover te staan,omdat het slechts een bedrag
betrof van een paarduizend gulden. Spreker noemt dit een klein bedrag,
omdat hij van meening is,dat men,wanneer men een goede leiding heeft by
het maken ven een uitbreidingsplan byvoorbeeld.men die meerdere uitgaven
gemakkelijk zou kunnen verdienen.Als men nagaat.dat voor het eerste uit
breidingsplan f.5000,-- is moeten worden betaald omdat de gemeente geen
behoorlijk personeel had om net zelf te maken en dat door Ir.v.Goor het
tweede plan is gemaaktwaar\ ior geen verdere kosten behoefden te worden
betaald,dan gelooft spreker wel daaruit te kunnen concludeer endai een
ingenieur voor de gemeente rendabel zal zijn.
Verder is spreker van meening,dat wel alle leden het er over eens zyn
dat de toestand zooals die nu i s bij Openbare //erkenzeer ongewenscht
is. Spreker wijst er op,dat in deze kwestie het een verband houdt met
het anderSpreker kan zich dan ook niet begrijpen waarom men niet een
directeur-ingenieur zou kunnen benoemen. Ook zou spreker niet weten,
waarom men hem niet zou kunnen benoemen voor vast.Immers wanneer we een
directeur-ingenieur zouden oproepen met een proeftijd van een jaar,dan
is spreker het met den heer Demmers eens,dat we dan niet veel sollici
tanten zouden krygen.Dan zullen personen,die een betrekking hebben van
soortgelijken omvang als deze,het er niet op wagen het gevaar te loopen
om na een jaar aan den dijk gezet te worden. In verband met dit alles
zal spreker dan ook stemmen voor het voorstel zooals dat is neergelegd
in het minderheidsrapportwaardoor men de beste oplossing krijgt in het
belang van den dienst en van de gemeente.
De VOORZITTER zegt niet anders te kunnen beginnen dan met een woord
van har te li j ken dank aan die heeren ciie er op gewezen hebben,dat de toon
in het rapport van de meerderheid aan hoffelijkheid te kort deed en een
persoonlijk karakter droeg. Spreker heeft er een oogenblik aan gedacht
om op dezelfde wijze als c.e meerderheid gedaan heeft, zijn rapport te
beginnenmaar spreker heeft begrependat dit aan de zaak zelve niets dan
nadeel kon doen en dat üi. in strijd was met de waardigheid van een
stadsbestuurder.Alvorens het rapport van de meerderheid onder de loupe
te nemen, zou spreker den Raad willen wijzen op Wee brieven, en wel op
de eerste plaats den blief van 3 A V/ van 14 Juni 1928 aan den Hoofdop
zichter van Openbare J rlcen. Dit is van het grootste belang by de be
oordeeling van het rapport van den Hoofdopzichter. Deze brief luidt:
"In verband met de omstandigheid dat aan den heer v.Goor eervol ont
slag is verleend als ingenieur by den Dienst van Gemeentewerken,
hebben wij de vraag overwogen op welke wij ze het personeel van ge
noemden dienst behoort te worden aangevuld. 3ij de besprekingen welke
naar aanleiding van deze aangelegenheid zijn gehouden,en welke onmis
kenbaar werden beïnvloed door de omstandigheiddat de tegenwoordige
Hoofdopzichter van den dienst de laatste jaren vrij langdurige ziek
ten heeft doorgemaakt,traden vooral de navolgende twee wyzen van aan
vulling op den voorgrond:
Ten eerste zou aan het hoofd van den dienst kunnen worden gesteld
een ingenieur-directeurwelke met de algeheels leiding zou kunnen
v/orden belast. Indien dit plaats zou vinden,ligt het in de bedoeling
van B W den Raad voor te stellen het tegenwoordige hoofd van den
tak van dienst met behoud van het door hem genoten salaris aan te
wijzen als adviseur inzake den dienst van Openbare //erken. Hierdoor
zou de betrokken functionaris geheel los van den dienst koinc-n te-
staan.dus niet ondergeschikt zijn aan den nieuwen leidei en zyn ad
viezen slechts behoeven te geven,indien deze in bepaalde gevallen
worden verlangd.
Een tweede wijze van oplossing zou zijn dat onaer den tegenwoor-
digen Hoofdopzichter zou worden tewerk gesteld een jong ingenieur,
die we 1 theoretisch bekwaam,dóch niet practisch geschoold is en dien
een salaris zou worden toegekend van f.2200,-- tot J..2/00,
Alvorens echter in de een of andere richting een beslissing te
nemenme enden wij goed te doen "vooral Uw auwies in deze aangelegen
heid in te v/innen.
Wij verzoeken U derhalve B "z .1 eenigszins gemotiveerd mede te
de e 1 enwe Ike van de hierboven aangegeven oplossingen met het oog op
het belang van den onder U ressortec renden dienst de meist aanbe
velenswaardige moet worden geacht."
Daarop heeft de Hoofdopzichter geantwoord met een orief van 26 Juli,