19.
ook aan den heer Vriens zelf te wijten, dat net zijn advies geen
rekening gehouden is kunnen worden.
De heer BECHT zegt dat, toen hij het rapport van de neerderhoid las,
hij zich heeft afgevraagdcf dit inderdaad is samengesteld door de
meerderheid van het College van B W en hy heeft daarop geantwoord:
neen. Spreker is van meaning, dat dit rapport is samengesteld door
iemand,die buiten het Baadsvurband staat en die steeds heeft getracht
en nog tracht de kroon van achtenswaardige menschen in Bergen op Zoom
van het hoofd te halen. En dat de meerderheid bang is om oen directeur
ingenieur &an te stollen .kan spreker zich best begri jpenomdat zy bang
zijn, dat doze zal tooneu oen eigen wil te hebben .Daarom nemen zy liever
een jonger ingenieur dien z j naar har hand kunnen zetten en naar hun
pijpen kunnen laten dansen
'Tanneer men het rapport van de meerderheid leest, ziet men dat zij
zich in eerste instantie niet kan vereenigen met het voorstel van de
minderheid,maar geeft zij er de voorkeur aan naast den Hoofdopzichter
een jong ingenieur te benoemen. Eerst na 3 of 4 jaar,wanneer blijkt
dat hot goed gaat zouden zij tot het aanstellen van een ingenieur-
directeur willen overgaan, ar willen zij den Hoofdopzichter op wacht
geld stellen, "/aar het dus gaat om een tijd van drie of vier jaar, is
spreker van moening,dat men beter ineens een directeur-ringenieur kan
aanstellen. Spreker zal zijn stem dan ook geven aan het voorstol van
de min derhei a van B W.
De heer DEMMEBS zegt dat er voor de vervulling van de vacature van
ingenieur bij den dienst van Openbare Werken twee meeningen zijn. Do
oene is om een jong ingenieur aan te stellen op een proeftijd van een
jaar en de tweede om een directeur-*-ingenieur voor vast aan te stellen.
Spreker zou echter ook willen zien,dat de directeur-ingenieur voor oen
jaar op proef werd aangesteld .Wanneer dan de oproopingon worden ge
plaatst,is spreker overtuigd,dat zich geen enkele sollicitant zal aan
melden, omdat die personen over het algemeen een vasto betrekking heb
ben en zidh dan hier niet met een proeftijd komen vastigen. Zoo iemand
zou dus voor vast aangesneld moeten worden,doch wanneer dan na een
jaar zou blijken., dat h.j niet vol dietzit de gemeente er mee te kijken.
Hot is naar sprekers me aning best mogelijk, dat we ons zouden vergis
sen bij een dergelijke benoeming,omdat die benoemingen geschieden op
cvorgolegdo getuigschriften .Maar daaraan kan men niet altijd do juiste
waarde hechtenWanneer.- iemand bij een baas is,en eon gotuigschrift
vraagt voor een andere bot rekking, zal die baas, wanneer die persoon
niet voldoet, hem gewoonlijk een getuigschrift geven dat klinkt als een
klok, al was het maar alleen om van hem af to komen. Spreker kan zich
dan ook niet voreenigen met het voorstel van do minderheid en zal
stommen voor het voorstel tot aanstelling van een jong ingenieur en den
Hoofdopzichter te benouden op de plaats,dio hy nu bekleedt.Men kan dan
1 aterwanneer do Hoofdopzichter weg is,nog altijd overgaan tot aan
stelling van een directeur-ingenieur.
De hoer LOOS merkt op, uit de verschillende sprekers beluisterd te
hebben, dat men, ook al stelt men een directeur-ringen ieur aan, toch zal
zijn aangowezen op den heer van Loon, die steeds den weg zal moeten
wijzen. En waar dit ook het geval zal zijn bij do aanstelling van oen
jong ingenieur, en dit voor do gemeente zooveel voordeeliger zal zyn
zal spreker zijn stem geven aan het voorstel van de meerderheid om een
jong ingenieur te benoemen. Haar sprekers meening zal do dienst dan
even goed gaan en de gemeente hoeft er minder uitgaven mee.
De heer HABM'SEW zegt, dat het vanzelf spreekt dat,wanneer oen zaal:
van zoo groot belang naar voren komt,do leden wol een dogelijko studie
van de voorstellen hebben gemaakt. Dat blijkt ook wel hieruit, dat byna
allen het woord hebben gevoerd. Ook spreker hoeft doze kwestie nauw
keurig nagegaan,en hij is daarby tot de overtuiging gokomen,dat het
noodzakelijk is, dat aan het hoofd van Openbare Werken iemand benoemd
wordt, die berekend i.s voor de taak,welke van hem gevergd zal worden.
Ook is bij spreker de vraag naar voren gekomen hoe het dan verder met
den heer van Loon zou moeten gaan. Sprekor heeft zich af gevraagdof hot
wel noodig was om den Hoofdopzichter tot adviseur te benoemen,als or
een Ingenieur-directeur is,die eigenlijk de bekwaamheid voor do leiding
van den dienst heeft. Sprekor wil hierbij opmerken, dat hij do capaci
teiten van den hoor van Loon ten zeerste waardeert, en spreker heeft er
zelfs een oogtnblik aan gedacht om don heer van Loon als Hoofdopzich
ter te handhaven.Naar aanleiding echter van het hier naar voren ge
brachte is spreker tot de meening gekomen,dat de beste oplossing is
zooals die in het minderheidsvoorstel is uiteengozetSpreker voelt wol,
dathet voor iemand,die zoo lang een leidende betrokking heeft vervuld,