hT*?ï?ï beheerd zou noemen worden. Spreker zou willen vragen- waar"10" blijft de begroeting? Dat die niet in den Baad kan konen liet toch grootendeels aan Openbare Werkendie er niet mede klaar it dat er on tt1ttlinetSvttr1lirt"-t1C ^°3 is/oor sPrQker dan ook aanleiding van B f W voorstel var, de minderheid van het Collego De heer MUSTERS zegt,dot bij de besprekingen hier buitenp-ewoon groote tegenstellingen naar voren zijn gekomen .De hoeren zwSit? hier heel veel lof toe aan een heer van Loon en aan den a'de^en l nnt wotdï toch gezegd, dat de toe .tand van den dienst van Open Dat e Ier ken zot slee at is en dat het er oe, wantoestand is enz. Skelet? borri'ivfdit niet goed en vindt dit een ongerijndheidSpreker%raagt ziS3^ htt het mogelijk is, wanneer doneer van Loon zoo bekwaam is°voor zijn'tank dat dan de toestand aan Openbare Werken zoo slecht kan zijn. Sprektr zo§ ÏQ9Ï g0ed ontwiL'lceld t0 Zi^ en er daarom misschien nïot zoo goed ox er .e kunnen ooraealen, maar toch vindt spreker.dat er iet- in zit,dat niet juist is- Spreker acht den heer van Loon wol geschikt voor zijn taalt.Kaar sprekers Leening is hij een uitstekend ambtenaar die net den toestandzooals die nu is,uitstekonc) op de hoogte is.Waar spreker den heer van Loot; can ook bekwaam acht voor zyn taak en er ge^n groote werken zijn uit tc- voeren,waardoor de slechte toestand van den dienst kort worden verklaard, is spreker van meaning,dat de zaal: hier een beetje overdreven wordt. Wat den financieelen kant dor zaal: aangaat,wil spreker eerst op merken, dat hij maar uit den gewonen stand komt en daarom tegon eon paar duizend gulden waai schijnlijk hooger aankijkt dan do andere hoeren. Bovendien vindt spreker dat,wanneer in een stadje van 20.000 inwoners men oen Hoof dopzichter heeft mot oen jong ingenieur, enkele opzichters, een ploegbaas enz. de dienst dan niet op een koopje gaat maar tamelijk veel geld kost,vooral wanneer spreker dit vergelijkt met het personeel bij de heeren aannemers en particuliere bazen. Spreker kan zich ook niet voorstellen waarom het met een jong ingeni eur niet goed zou gaai Waar 'sprekers meening zal het,wanneer aan beide zijeen de goede wil aanwezig is,betei gaan met een ingenieur die pas van de hoogescaool komt, dan met iemand die reeds jaren in het vak is. Spreker gelooft toch wel, dat men die geschillen ook zou krygen met een directeur-dingen ieur,die dan een salaris heeft van 6 a 7000 gulden. Het is voor spreker ook nog de vraag of deze laatste zooveel bekwamer zijn zal dan een jong ingenieur die pas van de hoogeschool komt. Immers ook op de hoogeschol en is men vooruit gegaan en iemand die daar al 10 of 15 jaar af is, zou best wel eens wat minder kunnen' weten van de tegenwoordige eischen. Haar aanleiding -ar. de vraag van den heer Dikland,wat Bergsche eischen zijn, zou spreker wm.ll en opmerken,dat die z.i. op de corste plaats inhouden een goed toegepaste zuinigheid. Ook spreker,die Berge- aaar van geboorte is,past dit steeds zooveel mogelijk toe. Spreker merkt verder op, dat een particulier over zijn ambtenaren zeggenschap heef tterwijl dit bij de gemeenten en het Bijk bijna niet het geval is.En wanneer een directeur-ingenieur zou worden aangestelddan moet hij al heel slecht voldoen,wil men hem ontslaan. Een jong ingenieur echter, die met een jaar proeftijd wordt aangesteld kanwanneer hij" niet bevalt, gemakkelijk ontslagen worden. Wat betreft het handhaven van den Hoofdopzichter, zou spreker een ander voorbeeld willen aan halen. We hebben een directeur van de gasfabriek, die, tengevolge van de groote uitbreidingenniet meer voldoet. Spreker vraagt of die nan dan ook ontslagen moet word enof schoon hij toch altijd zijn best heeft gedaan. Spreker is van meening,dat we hem moeten houden, en daarom acht spreker het ook geen bezwaar,dat de Hoofdopzichter blijft en zyn practischo kennis naast de theoretische kannis van den jongen ingeni eur in dienst der gemeente stelt. De gemeente kan daarbij nooit na deel hebben. Bovendien is spreker van meening,dat het best kan ge beuren datna_een jaar of drie,wanneer de Hoofdopzichter heengaat de ingenieur is ingewerkt en hem een grooter salaris toekomt,hetgeenhem dan ook niemand zal onthouden. Tenslotte wil spreker opmerken,dat de heer Vriens er toch niemand een verwijt van kan maken,dat hij niet de vergadering der Sommissie van Openbare Werken heeft bijgewoond. Juist omdat de Voorzi t tor" der commissie prij3 stolde op het advies van den heer Vriens,is dageerste ergaaering van die Commissie door hem uitgesteldomdat de heer Vriens ?arweziS zijn.In de volgende vergadering bleek echter neer vriens weer niet aanwezig en het is naar sprekers meening,dan

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 84