we in comite-generaal gaan, dan kunnen we later nog uitmaken of het in verband met de in besloten zitting gemaakte opmerkingen gewenscht is, de zaak verder in openbare vergadering af te handelendaar de beslis sing toch ook in openbare vergadering moet worden genomen. Aan den anderen kant echter voelt spreker toch,dat er ook veel te zeggen is om de zaak geheel in het openbaar te behandelen. V/aar het voorstel van den heer Becht voldoende is ondersteundzal sprekor dus door een stemmi ng laten uitmaken cf deze zaak in besloten dan wol in openbare vergadering behandeld zal worden. Het voorstel van den heer Becht om in comite-generaal over to gaan, wordt dan door den Voorzitter in stemming gebracht en verworpen mot 12 -5 stemmen. Vóór stemden de heeron Vrions,Bocht,Kiepo,Harmsen en Antheunis. Tegen stomden do hoeren JutenSchoffelaar,Waldor,do Jong,Kruizo, Verbiest,DiklanaSimons, Musters,Demmers,Mourer,en Loos. De heer DE JONG wil,vóór hij spreekt over de zaak zelve,eerst zijn verbazing en ontstemming uitspreken over den toon en de redactie van dit raadsstuk. Het komt spreker voor,dat ook al is er verschil van meening in een College,men toch den toon van hoffelijkheid niot nchtor- wogo mag laten,en men deze ook niet achterwege kan laten zonder schade te doen aan het prestige van dat College. In dit raadsstuk nu is eon toon geslopen, die met de hof fel ijkheidwelke men ten opzichte van el kander moet in acht nomen,niet in overeenstemming te brengen is. De VCCB2ITTEB onderbreekt den heer de Jong met de opmerking,dat het raadsstuk is samengesteld door een meerderheid en een minderheid. Aan gezien spreker als minderheid zich niet bewust is in hoffelijkheid te zyn tekort geschotenzou hij gaarne vernemen wolk deel van hot rapport don hoer de Jong aanleiding gegenen heeft tot het maken van zyno op merkingen De hoer DE JONG had ditgedachtig hot spreekwoord: wion de schoen past,trekke hom aan,liever in het midden willen laton. Spreker wil echter thans wel zeggen dat niet het mindorheidsrapport hem aanleiding tot zyn opmerking heeft gegeven,doch het rapport van do meerderheid. De VOOHZITTEBDank 13 De heer DE JONG zegt verder, voor wat de zaak zelf betreft,het eens te zijn met de minderheidsmeening,dat een zoo belangrijke dienst als Openbare Werken het best godiend is met de aanstelling van oen ingeni eur-directeur. En spreker vindt hot daarbij een zoer goede oplossing om den huidigen Hoofdopzichter adviseerend ambtenaar te makenSpreker gelooft niet,dat dit zooveel kosten zal als in het meerderheidsrapport wordt aangegeven. Spreker zal zijn stem geven aan het minderheids- voorstel Do heer DIKLAND heeft met belangstolling do rapporten gele zon.Hot lijkt spreker van buitengewoon groot belang op welke wij zo do leiding bij don Dienst der Gemeentewerken zal word on ingericht. Dit belang lijkt spreker nog veol grooter dan hot financieele vraagstukdat door do meerddrheid in haar rapport steeds naar voren wordt gobracht. Do meerderheid spreekt steeds van oen bedrag van f.4000, Wanneer non oen oogenblilc zou aannemen,dat dit bedrang inderdaad juist is,vraagt spreker toch nog,wat voor een rol speelt dit dan nog in de leiding van een zoo belangrijk bedrijf als de Dienst van GemeontowerkonDat dit bodryf werkelijk belangrijk is en niot zoo eenvoudig als de moordor- hoid in haar rapport wil doen voorkomenwordt voldoende bowozon door do cijfers in het mindorheidsrapport vermoldwaaruit blijkt,dat jaar lijks op dit bedrijf eon last rust van f.327.000,Zulk een bedrijf kan toch niet onbelangrijk genoemd worden. Maar zulk oen bedrijf kan dpor oen minder juist economisch beheor en door oen minder goodo orga nisatorische opzet voel meer schade lijden dan fle f.4000,,als door do meerderheid genoemd,on dan kan men niot eons spreken van een wan- beheor. Men vergelijkt zoo graag het overheidsbedrijf met hot particulier bedrijf,maar als mon dat ook in dit geval doet,dan is het naar sprekers inzicht duidelijk,dat hier niet een goedkoops kracht moet genomen worden. In het particulier bodryf neemt mon ook als het slechts eenigs-r zins kan, een dure kracht om de zaai: er weer bovenop to helpen,omdat men daar weet,dat een slechte kracht altijd te duur is, doch een goode kracht nooit. Bij do stukken vond sprekor ook een brief van den Hoofdopzichter. Men moet aannemen, dat deze zijn rapport hoeft opgosteld naar volle waarheid en dat hy zyn eigen overtuiging daarin woergoeft. Spreker vindt het jammer,dat do meerderheid van het College de waarde van dat nana GlenAls spreker alleen te beslissen had, zou hij ook zeggen:laten

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 79