19- zelf de oorzaak is,dat een zaak plotseling in de Raad wordt besproken. Maar spreker wil dan aanhalen hetgeen reeds Salomon zei: men moet tijd en wijze kennen.Wanneer door een of andere aangelegenheid het gemeente belang in'groot gevaar verkeert, is spreker en iedereen verplicht die zaak ter sprake te brengen.Spreker kan allerminst de verontwaardiging van den heer Juten verklaren,waar deze zelf in de vergadering van 3 Augustus j.l.,na vaststelling der notulen plotseling met een beschuldi ging kwam aan het adres van den Burgemeester en den Secretaris zonder met een enkel woord daar tevoren over te hebben gesproken.En ook tot weden toe zijn de stukken op.rd.ie aangelegenheid betrekking hebbend, door den wethouder nog niet ter visie van den Raad gelegd,zooals toen toch is besloten.Daardoor zijn ook de Secretaris en spreker nog steeds in de onmogelijkheid geweest om de betreffende bescheiden van hun kant over "te leggen. Wethouder JUTEN merkt op,dat het hier een aanmerking naar aanleiding van de notulen betrof. De VOORZITTER zegt,dat het practisch op hetzelfde neerkomt.Spreker beeft deze aangelegenheid ter sprake gebracht,omdat het gaat om het belang der gemeente. Volgens den heer Mourer zou spreker zich hebben schuldig gemaakt o.an een groot aantal zedelijke moorden,omdat hij alles wat lijst 4 besluitjter vernietiging voordraagt.Spreker kan zich niet herinneren, bat lijst 4 hier iets besluit; spreker dacht dat de Raad in meerderheid 2alks deed.Verder meent spreker,dat deze kwestie het eerste geval is, waaromtrent hij bij de Kroon in beroep is gegaan. De heer MOURER: En de pensioenskwestie dan? De VOORZITTER: Ben ik daartegen fn beroep gegaan? Integendeel de Raad ts in beroep gegaan. De heer MOURER: De ambtenaren onder Uwe medewerking. De VOORZITTER: Dat zult U dan toch moeten bewijzen. De heer MOURER: We zien zooveel dingen,welke we niet bewijzen kunnen. De VOORZITTER: Dan moet U ze niet zeggen.U moet niets zeggen,wat U niet bewijzen kunt. Spreker gaat dan verder en zegt,dat de heer Musters de publieke opinie naai voren bracht.Spreker zou daarop willen antwoorden,dat hij zich van die opinie niets heeft aan te trekken Spreker heeft niemands stem noodig, beeft niemands klandizie noodig en heeft ook niemand naar de oogen te 2ien.Spreker zit hier uitsluitend om te waken voor het gemeentebelang, en zal dat steeds naar beste weten behartigen. Wat betreft de door spreker voorgestelde redactiewijziging van het besluit van Burgemeester en Wethouders van 20 Juni 1928,verklaart spreker daarbij nooit de bedoeling gehad te hebben om de andere leden van het Col lege er in te laten loopen.Tenslotte,stelt spreker voor,om over te gaan ^°t stemming over het voorstel om de benoeming van den administrateur te brengen in handen van den Raad,welk voorstel spreker nogmaals voor lest, alsmede over het voorstel tot het nog met 3 maanden verlengen van bet dienstverband van den administrateur, waar toe spreker het volgend ^esluit heeft ontworpen: „be Raad der gemeente Bergen op Zoom; ^ezien het voorstel van den Burgemeester van 4- September 192$; t| "Besluit: ()Aloysius Petrus Philomena de Graauw, administrateur bij den Dienst der „Gemeentewerken van de gemeente Bergen op Zoom,met ingang van 6 Septem ber a.s, wederom voor den tijd van drie maanden als zoodanig te benoemen." Wat het voorsnel van den heer de Jong betreft aangaande de benoeming van ^en Commissie/.zegt spreker daartegen geen bezwaar maar er ook geen behoef- aan te hebben.Spreker herhaalt slechts,dat hij aan mededeelingen van ae Wethouders, v:aar do or de Raad om den tuin wordt geleid, geen waarde hecht. Wethouder KIEPE merkt op,dat de Voorzitter thans bezig is om trots het '-sluit van Burgemeester en Wethouders, trots het verworpen beroep op de r°on,toch zijn wil in deze zaak door te drijven. De VOORZITTER zegt,dat hij trots alles het belang der gemeente zal artigen en trachten te voorkomen,dat er iets misdadigs gebeurt. 2 Wethouddr JUTEN maakt er bezwaar tegen,dat het voorstel van den Voor- ttterhetwelk hier zoo maar even vluchtig wordt voorgelezen,in stemming gebracht. e De VOORZITTER zal dan eerst in stemming brengen de vraag,of zijn erBce voorstel in stemming zal worden gebracht.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 49