Spreker wenscht er niet aan mee te werken om daar den ouden toestand weer terug te krijgen.We weten nu genoeg,waartoe die toestand leidt.Spreker hoopt,dat men zich niet zoo conservatief zal toonen om aan dien ouden toestand vast te houden,want dan gaat men den verkeerden weg op.Spreker had ook reeds lang een voorstel verwacht ter voorziening in de vacature van ingenieurterwijl spreker ook het lang uitblijven van het uitbrei dingsplan aan de slechte bezetting bij Openbare Werken wijt.Spreker is van meening,dat hierin zoo spoedig mogelijk verbetering dient te worden gebracht. De heer VERBIEST merkt op,dat men op weg is naar een chaos bij de administratie van Gemeentewerken.Men heeft gezegd,dat men den administra teur wilde ontslaan uit bezuiniging.Ook spreker is voor bezuiniging,maar niet voor een bezuiniging,welke de wijsheid bedriegt.Spreker is vah mee ning dat voor het beheer van een bedrag van 6^0.000,wel degelijk een administratiefgped onderlegd persoon noodig is.Spreker ziet ook niet in,waarom we dezen administrateur zouden ontslaan.De Raad heeft beslist, dat er een moet zijn en we hebben er nu een,die goed is.Spreker is dan ook van meening,dat men dezen ambtenaar weg wil hebben,omdat er antipa thie tusschen zit,en daaraan werkt spreker niet mee.Spreker heeft zijn eed gedaan eerlijk en rechtvaardig te zijn en de belangen der gemeente steeas te zullen behartigen en daarom kan hij er zich niet vereenigen om dezen ambtenaar uit antipathie te ontslaan. De heer WALDER wijst er op,dat in November 1926 op goede technische voorlichting door den Raad besloten werd tot het instellen van deze functie.De Raad was het er toen volkomen mede eens,dat aan den dienst van Gemeentewerken een administrateur verbonden zou zijn.De Raad heeft "toen ook de benoeming en het ontslag van dien functionaris in handen van Burgemeester en Wethouders gelegd,wat naar sprekers meening verkeerd was.Evenals bij de benoeming van den ingenieur had ook deze benoeming aan den Raad moeten blijven. Deze kwestie is thans een onverkwikkelijke zaak geworden,temeer waar de Raad nog in een vorige vergadering beslist heeft,dat deze betrekking gehandhaafd moest worden.De kwestie van bezui- uiging is dus voor het grootste deel van de baan.1t Gaat nu nog hoofdza kelijk om de titulatuur,daar bij gemis van een administrateurer toch in elk geval een boekhouder zou moeten zijn.Diens salaris zal echter °ok weer zoodanig moeten zijn,dat er van bezuiniging niet veel sprake kan zijn.Er is hier ter sprake gebracht de publieke opinie,doch spreker van meening,dat de Raad zich aan praatjes van het publiek niet moet 8toren,dat doet spreker voor zijn persoon ook niet.Er moet echter in deze °nverkwikkelijke zaak een oplossing gevonden worden.Spreker heeft zelf al heel veel zaken gedaan en daarbij steeds ondervonden,dat men met het ln dienst nemen van een goedkoopere kracht niet voordeeliger uit is,en spreker gelooft,dat zulks ook hier het geval zal zijn.Waar het besluit van de meerderheid van Burgemeester en Wethouders geheel wettelijk geno- men is,zal nu in elk geval op een of andere wijze in dezen toestand moe ien worden voorzien,en daarom zal spreker zijn stem geven aan het voor stel door den Voorzitter en den heer Vriens gedaan. Wethouder JUTEN wil nog enkele sprekers beantwoorden.Op de eerste Plaats zegt spreker,dat het rapport door hem over de administratie der Gemeentewerken uitgebracht,niet bestemd was voor den Raad,maar alleen v°or Burgemeester en Wethouders.In dat rapport stond,dat naar sprekers ®eening de betrekking kon worden opgeheven,en ook,dat de tegenwoordige functionaris niet was de goede man op de goede plaats.De heer Vriens kan nu wel zeggen,dat dit rapport het daglicht niet mocht zien,doch spreker wil er dan toch op wij zen,dat op verzoek van den Voorzitter van het College van Burgemeester en Wethouders het eerste ontslagbesluit 2oodanig genomen werd,dat daardoor de persoon werd gespaard.Dat later eeze persoon toch ter sprake gebracht moest worden,is niet sprekers gehuld.Door den heer Scheffelaar is verweten,dat verschillende voorstel len zijn blijven liggen,zooals de voorziening in de vacature van den lngenieurSpreker antwoordt daarop,dat dit niet de schuld is van Burge meester en Wethouders.Betreffende deze voorziening moest de Hoofdopzich ter een rapport, uitbrengen,waarop deze echterondanks herhaalde aanma ningen, geruimen tijd liet wachten.Als van den Dienst eerder voorstellen ^aren ingekomen,dan hadden Burgemeester en Wethouders daarmede ook eerder ij den Raad kunnen komen.Wat de vraag van den heer Becht betreft aan gaande de regeling der werkzaamheden,wanneer de administrateur weg zal zi3u,zegt spreker,dat eerst hedenmorgen aan spreker is opgedragen om de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 47