9-
wenscht die ook aan den Raad te houden.Ter verduidelijking licht
spreker hierna nog met een schets toe,welke toestanden door eventueele
wijzingsbeeluiten kunnen ontstaan.
De heer WALDER merkt op,dat het er niet om gaat,of Ged.Staten een
wijziging al of niet kunnen afwijzen.Evenmin gaat het om wantrouwen
tegenover dit Dag.BestuurDoch dit Dag.Bestuur blijft niet altijd en
wie weet,welke uitwassen er door deze bevoegdheid aan Burgemeester en
Wethouders te geven,bij een nieuw Dag.bestuur kunnen ontstaan.Om dit
te voorkomen,acht spreker het beter,dat wijzigingen in het uitbreidings
plan door den Raad moeten worden goedgekeurd,zooals het ook altijd
geweest is.Burgemeester en Wethouders benoeven dan daarvoor ook niet
de verantwoordelijkheid te dragen of zich er moeilijkheden voor op
hals te halen.
De heer SCHEFFELAAR stelt voor om van art..2 het sub b en d bepaalde
te laten vervallen en aan sub a toe te voegen: verder ingrijpende
wijzigingen worden overgelaten aan den Raad.
De heer HARMSEN is ook van meening,dat wijzigingen van ingrijpenden
aard door den Raad behooren te geschieden.
De heer VERBIEST wil voor het sub a en c vermelde aan Burgemeester
en Wethouders de bevoegdheid geven voor den tijd van drie jaren.
De heer MUSTERS zou de belanghebbenden in de gelegenheid willen
stellen om te reclameeren,door het publiceeren van eventueel voor
gestelde wijzigingen.
Wethouder JUTEN merkt op,dat het voornaamste bezwaar door de ïeaen
naar voren gebracht gelegen is in art,2 van het voorstel.Dit artikel
is eigenlijk ontstaan door de wijziging van het Woningbesluitwaarvan
uit het door spreker reeds aangehaalde artikel 11 blijkt,datBurgemees
ter en Wethouders eigenlijk zoo goed als niets te zeggen heoben over
wijzigingen in het uitbreidingsplan,doch dit voor het grootste geoeelte
is overgelaten aan Ged.Staten .Ter verduidelijking leest spreker het
aangehaalde artikel 11 voor.Wanneer aan het voorstel van Burgemeester
en Wethouders nog wordt toegevoegd,dat de Commissie voor Openbare Werken
moet worden gehoord,kan er naar sprekers meening geen enkel bezwaar
meer bestaan°om dat voorstel aan te nemenomdat dan meerdere personen
zich over de voorgestelde wijziging uitspreken en bovendien volgens
het Woningbesluit ook alle belanghebbenden worden gehoord alvorens het
wijzigingsbesluit wordt goedgekeurd.
De heer DE JONG zegt,dat uit het gesprokene van den Wethouder slechts
blijkt, dat er door Ged. Staten een goede controle op die besluiten van
Burgemeester en Wethouders wordt uitgooefend,doch hierom gaat niet het
bezwaar van den Raad.Deze wenscht slechts de bevoegdheid voor het aan
brengen van ingrijpende wijzigingen aan zich te houden en spreker is
van meening,dat dergelijke wijzigingen ook bij den Raad thuis benooren.
Spreker meent,dat men het verleggen van een straat toch moeilijk een
bleine wijziging kan noomen.
De VOORZITTER constateertdat er een strooming m den Raad is tegen
art.2 van het voorstelSpreker wil daarom het voorstel van Burgemeester
en Wethouders in twee gedeelten in stemming brengen,dus het su 1 en
bet sub 2 bepaalde ieder afzonderlijk,met dien verstande,dat aan het^
sdb 2 bepaalde zal worden toegevoegd de clausule: Gehoord de Commissie
voor Openbare Werken.
Vervolgens brengt de Voorzitter het sub 1 bepaalde m stemming
Waarbij dit met algemeene stemmen wordt aangenomen.
Alsdan wordt het voorstel van Burgemeester en ethouders, voor wat
bet Sub 2 bepaalde betreft,door den Voorzitter m stemming gebracht,en
ver-worpen met 10-7 stemmen.
Voor stenden de heeren Musters,Demmers,Loos,Simons,Juten,Kiepe
Hourer.
Tegen stemden de heeren Antheunis,Krui ze,Scheffelaar,Harmsen,Vriens
Becht,de Jong,WalderDikland en Verbiest.
Bet voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het definitie!
Va-ststellen eener herziening van het uitbreidingsplan is dus aangenomen
v°or wat het sub I in het concept-besluit bepaalde aangaat,terwijl het
ln bat besluit sub II vermelde komt te vervallen.
De VOORZITTER merkt op,dat de agenda nu is afgehandeld,en de Raad
bus naar huis zou kunnen gaan,doch spreker voelt zich bezwaard om den
baad thans heen te laten gaan op grond van zekere omstandigheden,-welke
*j een tak van dienst in de gemeente ontstaan of eerlang zullen an':-
aan.Spreker bedoelt n.l. de kwestie van den Administrateur bij den