26.
De heer BECHT: Geef dat waardelooze stuk er dan "bij cadeau.
Wethouder JUTEN blijft van meaning,dat de Diaconie het voorstel van
Burgemeester en Wethouders met beide handen moest aanvaarden,daar ze
nooit een dergelijke kjans meer krijgt.
De heer HARMSEN zegt ook de stukken te hebben nagezien, en het heeft
hem bevreemd,dat in het rapport van Openbare Werken geen voorwaarden
Betreffende deze aanvrage om grond waren gemaakt,terwijl Burgemeester
en Wethouders,op advies van den Wethouder van Openbare Werken, daaraan
wel verschillende voorwaarden verbinden.De Diaconie heeft verscheidene
perceelen willen hebben,doch het eene kon men niet krijgen,terwijl het
andere voor andere doeleinden bestemd was, zoodat men tenslotte aan het
onderhavige terrein is gekomen.Voor zoover spreker het betoog van den
heer Vriens gehoord heeft,onderschrijft hij dit ten volle,terwijl hij
daaraan nog wil toevoegen,dat het hem bevreemd heeft,hier te hooren
Beweren,dat deze instelling geen liefdadige instelling zou zijn.Spreker
zou er dan toch op willen wijzen,dat dan ook het St.Catharinagesticht
geen liefdadige instelling is,daar toch beide instellingen op een lijn
gesteld kunnen worden.
De heeren JUTEN en KIEPE merken op,dat het StCatharinagesticht ook
niet als een instelling van liefdadigheid wordt beschouwd.
De heer HARMSEN meent,dat het met de Diaconie bovendien nog eenigszins
anders is,wijl daar ouden van dagen verpleegd worden zonder eenige beta
ling. Spreker was van meening,dat dit ook in het StCatharinagesticht
2oo is.
De VOORZITTER zegt,dat dit niet het geval is.Voor de ouden van dagen
in het StCatharinagesticht,die de kosten niet zelf kunnen betalen,
worden deze betaald door het Armbestuur of door de gemeente,of ook wel
door beiden gedeeltelijk.
De heer HARMSEN gelooft toch wel,dat de beide instellingen precies
Betzelfde doel beoogen.Bovendien blijkt uit de verschillende kerkelijke
verslagen,dat het St.Catharinagesticht wel als een liefdadigheidsinstel
ling wordt beschouwd.In vergelijking met den prijs,welke voor andere
instellingen voor dezen grond is berekend,kan spreker niet vinden,dat
de
prijs,welke de gemeente thans vraagt,veel gereduceerd is.Volgens
deskundigen toch is deze grond beslist niet meer waard dan k}per
^2.Spreker kan zich dan ook niet vereenigen met het voorstel van Burge-
meester en Wethouders.
De heer VRIENS merkt op,dat ieder jaar de prijzen voor de Domein
gronden door den Raad worden vastgesteld,doch er is toch nog geen sprake
van geweest om die prijzen te verhoogen.Spreker blijft bij zijn meening,
0rii aan de Diaconie te geven, wat zij vraagt en niet meer. De grond is door
den vorm,dien hij heeft,toch al veel minder waard dan andere perceelen,
en wanneer de gemeente met alle geweld van dat derde perceel af wil zijn,
dan zou spreker willen zeggen: schenk het dan.Die schenking zal werke
lijk niet zoo groot zijn.Het gaat er hier toch niet om,of de Diaconie
v°°r dezen prijs ergens anders grond kan krijgen,terwijl het toch ook
y^let opgaat, dat,nu de Diaconie voor het pand op de Vischmarkt 15000,—
Beeft gekregen, daarvan 10.000,moet bestaed worden voor het verkrij
gen van dien grond.Spreker is van meening dat,als de Diaconie 2,75
Per M2 voor dezen grond moet geven,de perceelen dan ook werkelijk geheel
door haar betaald worden en de gemeente daar niets aan toelegt.
Wethouder JUTEN merkt,naar aanleiding van hetgeen door den heer Harm
on is naar voren g ebracht,op,dat het door hem uitgebracht rapport over
BQ2e zaak niet in zijn geheel door het College van Burgemeester en Wet
houders is overgenomen.Wat Bet St.Catharinagesticht betreft,be schouwt
spreker dit ook niet als een liefdadige instelling.Bovendien meent
spreker,dat de gemeente bij het verkoopen van dezen grond als een koop
man moet handelen,en dat niet steeds kan worden voortgegaan met deze
Sponden voor een dergelijken lagen prijs aan liefdadige instellingen
Ie staan.
mo +6 ^eer HARMSEN meent,dat dan toch eerst een termijn gesteld zal
onz Wor<ien,waarbij bepaald wordt,wanneer deze goedgeefschbeid ten
3;GBte der liefdadige instellingen ophoudt,
dat j^0u^er JUTEN zegt verder, dat door den heer Vriens is opgemerkt,
op v grond royaal betaald zou zijn.Spreker wil er even de aandacht
p.r ®s"tigen, dat de heer Vriens reeds tweemaal de prijzen voor dezen
prii Beeft helpen vaststellen en daarbij vond de heer Vriens die
dez eer "te Baag dan te hoog, terwijl nu plotseling de prijs voor
en grond wel te hoog is.Spreker wijst er ten slotte nogmaals op,dat