23.
Wethouder KIEPE protesteert tegen de uitlating van den heer Walder
als zou de firma Hertogs en Timmermans haar arbeiders uitbuiten.
De heer WALDER: Dat heb ik niet gezegd.
Wethouder KIEPE zegt,dat hij dit toch heeft opgeteekend.Spreker zegt
Q-at van een uitbuiting bij deze firma geen sprake kan zijn.Bovendien is
deze firma ook bij een Bond aangesloten.
De heer WALDER protesteert,dat de heer Kiepe hem iets in de schoenen
schuift,dat niet waar is.Spreker heeft de firma Hertogs en Timmermans
niet van uitbuiting beschuldigd.
De heer HARMSEN zou ook wel even iets recht willen zetten,wat hem door
•ien heer Walder in de schoenen geschoven is. Spreker bedoelt het gezegde
van den heer Walder,dat hij het betoog van spreker niet begreep,waar
deze met de eene hand opbouwde en met de andere hand omwierp.Spreker had
gedacht,dat de heer Walder wel zou begrepen hebben,dat hij dat in gek-
echerenden zin gezegd heeft.Wat de opmerking van den heer Walder betreft
dat hij zich niet kon begrijpen,dat niet ieder lid van den raad voor
dit voorstel was,zou spreker willen opmerken,dat zooiets iedereen wel
eens overkomt.Als voorstander is men soms van meening,dat over een voor
stel in het geheel niet zal worden feesproken,en in de vergadering blijkt
dan,dat de helft of drievierde der leden er tegen is.
De heer WALDER beschouwt het als een teeken,welke goede gedachten
dij van zijn mede-leden heeft toen hij dacht,dat alle leden voor dit
voorstel zouden zijn.
De heer MUSTERS zegt,dat hij in dezen raad ook de pensioenskwestie
Reeft meegemaakt.Spreker zou die aangelegenheid in verband willen brengen
met deze omdat daarbij herhaaldelijk betoogd is,dat een particulier niet
^ergeldcen kon worden met een georganiseerde. Naar sprekers meening nam de
deer Walder toen een ander standpunt in dan nu.Spreker zal hier echter
"thans niet verder op ingaan,maar zou nog wel graag even antwoord hebben
°P zijn vraag betreffende de levering van drukwerk.
De heer WALDER herhaalt,dat hij niet gezegd heeft,dat de firma Her
togs en Timmermans haar arbeiders uitbuit,welke bewering hem door den
deer Kiepe in de schoenen geschoven wordt.Spreker weet zeer goed,wat
dij in deze vergadering gezegd heeft en kan zich dat zelfs na jaren nog
deel goed herinneren.
De heer BECHT vindt dat zeer gelukkig.
De heer WALDER zegt er ook blij mee te zijn,dat hij zulk een goed
geheugen heeft,wat de heer Becht,volgens zijn eigen verklaring,niet
Reeft.Als spreker hetgeen de heer Kiepe beweert,zou gezegd hebben,zou
dij bereid genoeg zijn om die woorden in te trekken,maar spreker heeft
diemenschen absoluut niet beschuldigd.
Wethouder KIEPE zegt uit het gesprokene van den heer Walder het idee
ie hebben gekregen,dat de heer Walder de firma Hertogs en Timmermans
va.n uitbuiting beschuldigdeHet doet spreker echter genoegen, dat dit
8en misverstand blijkt te zijn,en dat de heer Walder nogmaals verklaard
eeft,dat dit niet door hem is gezegd.
De VOORZITTER zou het debat over deze kwestie thans willen sluiten,
®e"t het verzoek aan den heer Juten om de door den heer Musters gevraagde
itlegging te geven betreffende de levering van drukwerk.
Wethouder JUTEN zegt,dat wanneer er een inschrijving moet plaats
ebben voor de levering van drukwerk aan de gemeente,aan spreker steeds
^.advies wordt gevraagd. Spreker herinnert zich, dat het den laatsten
.ijd tweemaal is voorgekomen,dat het drukwerk niet aan den laagsten
^schrijver werd opgedragen. Dat was bij een post van 26,waarbij het
•■^rk opgedragen werd aan den opvolgenden inschrijver, die 0,60 hooger
as,en het tweede geval betrof een werk,waarbij het verschil tusschen
^aaë8"ken inschrijver en degene,aan wien het werk gegund is 2,
r°eg«Het College van Burgemeester en Wethouders was in beide gevallen
n meening,om het werk te gunnen aan den laagsten inschrijver op een na.
Will VOORZITTER zou naar aanleiding van de opmerking van den heer Kiepe
te RS 2eSëen>dat hij zich zeer goed bewust was,dat hij niet in den Raad
toch° am,maar van BerSen °P Zoom sprak. Spreker gelooft echter
Vur"tn°^,!^a''' "ten s-'-0't"te geen verschil zou maken,waar het toch op de
sch° a^eüjRe vermogens van de raadsleden aankomt. De vergelijking tus-
ba Reide drukkersbonden gaat niet op,men zou dan evengoed een lco st
eent11 C'tlronome",:er kunnen vergelijken met acn kinderhorloge van enkele