17-
den boozeen wanneer de Raad zou ingaan op het verzoek van de Federatie,
dan -zouden wij die organisatie steunen in datgene, wat de trusts doen door
de vorming van hun kapitalen.Wat men in andere branches op een dergelijke
manier tracht te krijgen,ziet men hier te bereiken door den steun der
overheid.Spreker waarschuwt dan ook tegen het inwilligen van dit verzoek
daar hij anders vreest,dat de Raad dezer gemeente overstroomd zal woiden
met dergelijke verzoeken.Men kan naar sprekers meening toch wel een
arbeidsovereenkomst hebben zonder dat men de concurrentie uitsluit.Juist
door de concurrentie krijgt men lage prijzen.En als op dit verzoek wordt
ingegaan, zal men door den steun van dc overheid geen lage-prijzen ,aijgen,
maar juist hooge.
Wethouder KIEPE zou als minderheid van het College van Burgemeester
en Wethouders even zijn meening willen kenbaar maken.Spreker is ten volle
overtuigd,dat men principieel de organisaties moet steunen.Reeds Paus
Leo XIII wees daarop in zijn encycliek Rerum Novarum.Spreker kan zich
daarmede dan ook best vereenigen,doch met de excessen,welke uit sommige
organisaties zijn voortgevloeid is spreker het niet eens.En dit laatste
is naar sprekers meening ook het geval bij de Bonden,die dit adres "ij
den Raad hebben ingediend.Spreker wil daartoe wijzen op de groote onbil
lijkheden, die begaan worden door deze organisatie,waardoor de concurren
tie ten nadeele der gemeente wordt uitgesloten.Het is toch algemeen
bekend,dat een drukker niet eens mag inschrijven voor den prijs,waarvoor
hij zelf wil.De Bond schrijft eenvoudig voor: gij moet zooveel winst
nemen voor dat werk en al zou de patroon ook genegen zijn om het werk voor
een minder bedrag te doen,dan gaat zulks niet,omdat het volgens den hond
niet mag.En wanneer men zich niet aan de voorwaarden van den Bond houdt,
loopt men nog kans een groote boete te krijgen.Het gevolg van dezen gang
van zaken is geweest,dat de prijzen werden opgedreven,tengevolge waarvan
vele fabrikanten en ook vele gemeenten hun drukwerk uit het buitenland
lieten komen.Andere gemeenten gingen er toe over om hun drukwerk voor
taan zelf te drukken.Ook in deze gemeente is daartoe indertijd een
machine aangeschaft.Waar er echter niemand meer mee kan werken is die
machine thans in een hoek gezet en doet men er niets meer mee.
Men heeft hier ook gesproken van den Bond van Onafhankelijke Patroons
als van malcontenten,maar spreker zou dan toch willen opmerken,dat het
aantal van die malcontenten dan nogal groot is,daar er momenteel reeds
600 van die malcontenten zijn.
De heer WALDER zegt,dat men hen ook onderkruipers zou kunnen noemen.
Wethouder KIEPE blijft bij zijn meening en meentden Raad sterk te
moeten ontraden om op het voorstel van de meerderheid van Burgemeester
en Wethouders in te gaan.
De VOORZITTER zegt,dat het tot zijn taak behoort om te trachten het
voorstel van de meerderheid van Burgemeester en Wethouders bij den Raad
ingang te doen vinden.Alvorens spreker daartoe echter overgaat,zou hij
even iets willen zeggen naar aanleiding van het onderhavige voorstel.
Spreker v/eet,dat de heer Kiepe genoeg zin voor humor heeft om de woorden
van spreker in dien zip op te vatten.Spreker herinnert er dan aan,dat
vanaf den tijd,dat het nieuwe College van Burgemeester en Wethouders
2itting heeft,door den heer Kiepe er telkens op werd gewezen,dat spreker
den euvelen moed had om bij meeningsverschil in het College,met een
minderheidsmeening bij den Raad te komen.En wanneer spreker dan met
dergelijke voorstellen bij den Raad kwam,kreeg hij van den heer Kiepe
altijd te hooren, dat dit slechts tijdverspilling was en men maar beter
ineens kon gaan stemmen.De heer Kiepe was dan van meening,dat de minder
heid haar meening maar achterwege moest laten.Spreker heeft er daarom nu
zoo'n pleizier in,dat in de tweede vergadering,welke de heer Kiepe als
wethouder meemaakt,hij in de noodzakelijkheid verkeert om zelf meteen
®inderheidsmeening bij den Raad te komen,Men zal het spreker wel niet
kwalijk nemen, dat hij daar eenoogenblik pleizier in gehad heef t. Spreker
heeft dit slechts willen opmerken om er nogmaals op te wijzen,dat men
ale lid van het College van Burgemeester en Wethouders er niet altijd
dezelfde meening op na kan blijven houden,als men als Raadslid gedaan
eeft.Spreker herinnert in dit verband ook aan een Fransch spreekwoord,
dat in ^et Hollandsch vertaald luidt: Als een Jacobijn Minister wordt,
ls zoo iemand nog niet altijd een Jacobijnsch Minister.Dat blijkt nu
00 hier weer duidelijk.
Spreker wil thans komen tot de zaak zelf.Op de eerste plaats moet
^preker dan zijn verbazing uitspreken over hetgeen de heer Harmsen
iier naar voren heeft gebracht.De heer Harmsen heeft aan Burgemeester