Ik.
De VOORZITTER merkt op,dat uit het gesprokene van den heer Kiepe
"blijkt, dat er hieromtrent geen verschil van meening "bestaat. Spreker
zou daarom het debat over deze aangelegenheid willen sluiten en de
heeren Loos en Simons willen verzoeken hun aanteekeningen betreffende
deze belangrijke vraagstukken te overhandigen aan den ambtenaar belast
met het maken der notulen.
De heer LOOS heeft geen bezwaar om zijn aanteekeningen daartoe
beschikbaar te stellen,terwijl ook de heer SIMONS zich daarmede kan
vereenigen.
Beide heeren overhandigen daarop hun aanteekeningen aan den betrok
ken ambtenaar.
Waar geen der leden stemming verlangt,wordt hierna zonder hoofde
lijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
VI. VOORSTEL TOT HET VERLEENEU VAN EEN JAARLIJKSCHE SUBSIDIE VAN 5
CENT PER AANSLUITING AAN DE VEREENIGING VAN STROOM-DISTRIBUTIE-
BE DRIJVEN IN NEDERLAND.
(Verzameling 1928,no.4-9)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
VII.VOORSTEL TOT HERZIENING VAN HET GRONDSALARIS VAN DE GEMEENTE-
VROEDVROUW.
(Verzameling 1928,no53
De heer BECHT verklaart zich met de herziening van het grondsala-
ris der gemeente-vroedvrouw niet te kunnen vereenigen.Volgens spreker
schept men een precedent door salarissen tusschentijds te verhoogen.
Bovendien zijn de salarissen,en dus ook dat van de Gemeente—vroedvrouw,
in 1926 nog pas herzien.Spreker vindt het in strijd met elk begrip
van rechtvaardigheid en billijkheid om op het tijdstip,dat aan alle
ambtenaren in dienst der gemeente een verkapte salarisvermindering
wordt opgédrongen tot een maximum van 150,aan een ambtenares
een salarisverhooging van 150;toe te kennen.Dit is toevallig
hetzelfde bedrag,waarmede de salarissen van de ambtenaren verminderd
worden door de verhoogde pensioensbijdrage.
Wethouder KIEPE vraagt,of het niet beter is,als hij even de ver
gadering verlaat.
De VOORZITTER acht dit niet noodig,doch laat het aan den Wethouder
over.De heer Kiepe blijft dan.
De heer BECHT gaat dan verder en zegt,dat hij zich best kan indenken
hoe dat in zijn werk is gegaan.Naar sprekers meening heeft men op de
vergadering der dissidentenclub naar voren gebracht, dat men in den
Raad wilde komen met een voorstel om den pensioens-aftrek der ambte
naren te verhoogen met 5Toen zal de toenmalige derde persoon enkel
voud van de dissidentenclub gezegd hebben:Ik kan mij daarmede wel
vereenigen,als je dan het salaris van de Gemeente-vroedvrouw maar
ffiet een evenredig bedrag verhoogt. Bi toen heboen zij,naar sprekers
inzicht,het volgende rekensommetje daarop gevonden.Het grondsalaris
is thans 75O,plus 10,voor elke bevalling boven de 50.Uit
gaande van de veronderstelling,dat er 80 verlossingen worden verricht,
dat is dus 30 boven de vastgestelde 50 - dan krijgen we dus 750,
Plus 30 maal 10,is 300,of in. totaal 1050,Het grondsa
laris wordt thans voorgesteld óp 1200,waarvoor verricht moeten
worden 80 verlossingen.Het salaris is thans voor 80 verlossingen
f 1050,wij stellen voor,dat te brengen op 1200,,alzoo komen wij
"tot een verhooging van 150,dat klopt als een bus.
Spreker kan zich daarmede niet vereenigen,omdat hij het onrecht
vaardig en onbillijk vindt een ambtenares met 150,in salaris te
verhoogen,terwijl alle andere ambtenaren een salarisvermin-
dering°van 150.is opgedrongen.Spreker zal dan ook tegen dit voor
stel stemmen.
De heer WALDER heeft dit voorstel heel goed bezien en daarbij zijn
licht ook eens opgestoken in andere plaatsen.Spreker is daardoor tot
de overtuiging gekomen,dat de vroedvrouw in deze gemeente in een z eer
0i"Lgunstige°positie staat. Zelfs tegenover kleinere gemeenten uit de
omgeving steekt zij nog slecht af,voor wat haar salaris betreft.Naar
aanleiding van de opmerkingen van den heer Becht zou spreker er op
willen v/ij zen, dat het er hier niet om gaat hoe men gekomen is tot dit
voorstel.Het gaat er hier maar om of het voorstel billijk is of niet,
en sprekers rachtvaardigheidsgevoel zegt hem,dat dit voorstel zeer