11. doofdezeronïbondê"" °ndOT dankbetuiS«B van den VOORZITTER XVni,!°!RLS!gLI.°T ""T VERLBEMti VAB EERVOL ONTSLAS AAM n.VftW nr.R VLIET, ,-- AAN.,gE G^^TE-NIJVERHBID3AV0NDSCH00L. ATiHTER- (Verzameling lyRg No.9g). m.^ond,er beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en WethoSders XIX. VOORSTEL TOT HET KOSTELOOS IN EIGENDOM AANVAARDEN VAN EEN STROOK" GROND AAL DEN POSTER-BOULEVARD EN DE TBOMAS V*°°K (Verzameling iyUS,No.95) De heer VRIENS merkt op, dat dit voorstel is als mosterd na den maal tijd. Het bevreemdt spreker, dat B W met dit voorstel bij den Raad komen, nadat de zaak reeds is afgedaan. Spreker meent, dat men wel eer der met dit voorstel had kunnen komen. Het is overigens niet sprekers bedoeling om deze zaak af te keuren; spreker kan er zich heel goed mede vereenigen, maar heeft alleen de -opmerking willen maken, dat men met dergelijke voorstellen beter eerder bij den Raad kan komen. Wethouder JUTEN zegt, dat zooals B W hier gehandeld hebben de eenige manier was om het werk tot uitvoering te laten komen. De kerk zou met Kerstmis in georuik worden genomen, en wanneer B W eerst op de goedkeuring van den Raad hadden moeten wachten, zou het kerkbestuur niet hebben kunnen afwerken. Spreker ziet niet in, welke reden de heer Vriens kan hebben om dezen gang van zaken nu af te keuren. De heer VRIENS zegt dat tóch gebouwd is volgens een vastgesteld plan en men dus van tevoren wist, wat daarvoor noodig was. Men wist dus ook tevoren, wat met dezen grond moest geschieden en had dan ook eerder met dit voorstel kunnen komen. Wethouder JUTEN wijst er op, dat indertijd reeds de bouwplannen voor deze kerk zijn goedgekeurd en waar de dienst van Openbare Werken geen bezwaar had tegen deze afwerking, meenden B W wel de vergunning daar voor te kunnen verleenen. De heer VRIENS zegt de handeling van B W niet te hebben afgekeurd doch alleen de opmerking gemaakt te hebben, dat men eerder met dit voor stel had kunnen komen. Wethouder KIEFE merkt op, dat de heer Vriens toch ook wel eens een steiger zal geplaatst hebben, voordat de officieele vergunning daarvoor verkregen was. De heer WALDER meent, dat de handelwijze van B W in deze zaak getuigt van aanpassingsvermogen, hetgeen spreker ook wel kan goedkeuren. Spreker merkt verder op, dat men toch geen zaak moet openen, voordat de etalage netjes in orde is. De VOORZITTER zegt, dat de leden van den Raad alle menscnen zijn uit het volle leven. Spreker meent, dat het ïederenn wel eens overkomt, dat stante pede een beslissing moet worden genomen of dat men iets ter stond moet durven doen en als spreker als lid van het Ooilege van B W iets dergelijks overkomt, dan doet hij dat ook, zonder direct vast te houden aan het formeele. Het kan heel goed voorkomen, dat het College van B W eens een beslissing moet nemen, daarbij vooruit loopen- de op het besluit, dat door den Raad moet genomen worden, en spreker is van meening, dat een dergelijke beslissing ook met zekere gerustheid kan worden genomen. Spreker waarschuwt alle leden van den Raad, dat als ze ooit Wethouder worden, zij in dergelijke gevallen ook tot het nemen van een beslissing op staanden voet zullen moeten overgaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Aan de orde is dan punt II der aanvullingsagenda: II. VOORSTEL TOT HET AANGAAN EENER REKEN ING-COURANT-OVEREENKOMST MET DE NATIONALS BANKVEREENIGING TE UTRECHT, GEDURENDE HET JAAR 1929. (Verzameling 1928 No.106). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering hierna door den VOORZITTER gesloten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 Februari 1929. H.Stulemeijer, Voorzitter. J.A.van de Wouw, Secretaris. „1.1 7 mionvvjj VillOijAU AA1\ UV Alj DEK

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 134