12. en het gaat dan ook niet aan deze, nu ze in dien vervallen toestand verkeeren, in onderhoud bij de gemeente te brengen. Wanneer dat gebeurde, zou de pacht gerust verdubbeld mogen worden. De bepaling in het contract, dat de kosten op deze overeenkomst vallende,, voor rekening der verhuur ster komen, is opgenomen, omdat B 1 gemeend hebben ook iets te moeten doen. Spreker zou den Raad dan ook willen adviseeren het voorstel van B W aan te nemen. Wanneer dan later blijken mocht, dat een der pachters den grond niet weder wil inhuren, dan gelooft spreker, dat er voor een dergelijk terrein tegen zulk een lagen prijs best een andere huurder te krijgen is. Het bepaalde in art.3 der voorwaarden is in de overeen komst juist opgenomen met het oog op eventueele gevallen, als door het schrijven van Tempelaars nu is ontstaan. De VOORZITTER zegt deze zaak lang en breed met den heer Belderbos te hebben besproken. De heer Belderbos wilde ook de beschikking hebben over de groot put bij het z.g. contre-escarpe. In verband met de ver- versching van het water in de Bad- en Zweminrichting waren B W oor spronkelijk niet geneigd den heer Belderbos vergunning te geven om ook in dien put te werken, doch waar deze er bijzonder prijs op stelde, zijn we tenslotte tot de oplossing gekomen, zooals die in het voorstel is neergelegd. De heer Belderbos mag dan ook in dien put werken, doch in de maanden Mei, Juni, Juli, Augustus en September alleen tusschen 's na middags 5 uur en 's morgens uur. Daardoor is de zekerheid verkregen, dat men in het Zwembad steeds zuiver water zal kunnen krijgen. Bij die besprekingen is ook ter sprake gebracht het onderhoud der sluizen. Wan neer men echter voldoende met deze zaak op de hoogte is, en men weet, dat door die sluizen het water in en uit de putten gelaten wordt, dat door de huurders vergravingen mogen worden gedaan en verschillende werk zaamheden mogen worden verricht, en al het onderhoud voor hun eigen rekening is, dan zal men begrijpen, dat het moeilijk aangaat het onder houd van die sluizen voor rekening der gemeente te nemen. De vergravingen e.d. welke verricht worden, kunnen immers van zoodanigen invloed op die sluizen zijn dat deze daardoor minder goed iunctioneeren, en wanneer het onderhoud voor eigen rekening is, hebben de pachters er zelf het meeste belang bij dat die sluizen goed worden onderhouden en goed blij ven werken Hierom ook heeft de dienst van Openbare werken geadviseerd om de sluizen te doen herstellen en onderhouden door de huurders zelf. Als de gemeente dit voor hare rekening zou moeten nemen, zou de pacht som ook veel hooger moeten worden, zooals reeds is opgemerkt. B W hebben dus het onderhoud van die sluizen geheel aan de zorg van de huur ders overgelaten en bij de vaststelling van de pachtsom daarmede ook rekening gehouden. Wat nu sprekers persoonlijke meening betreft, merkt spreker op, dat het hem geheel onverschillig is of deze terreinen veipacht zullen worden of niet. Spreker is zelfs van meening, dat de gemeente veel meer zal hebben aan de vrije beschikking over dat terrein, dan dat zij heeft aan de 1200,welke thans ongeveer aan huur zal worden ontvangen. Het is naar sprekers meening van de zijde der gemeente juist een tegemoetkoming geweest aan de menschen, die steeds huurders van die terreinen geweest zijn om die gronden ook nu nog te hunner beschikking te stellen. De heer SCHEFFELAAR zegt deze zaak ook met den heer Belderbos te hebben besproken. Spreker weet niet, of B W persoonlijk op die gronden geweest zijn en zich aan den toestand ter plaatse op de hoogte hebben gesteld. De VOORZITTER merkt op zelfs meermalen ter plaatse te zijn geweest. De heer SCHEFFELAAR zou dan nog er op willen wijzen, dat het toch ook in het belang der gemeente is, dat die duikers zoo goed mogelijk worden onderhouden, daar het water uit de Bad- en Zweminrichting door die slui zen moet worden geloosd. De VOORZITTER zegt, dat de sluizen, waardoor het water uit de Bad- en Zweminrichting geloosd wordt, bij de gemeente zelf in onderhoud zijn.Het betreft hier echter de kleine sluizen, waardoor de huurders het water in hun putten moeten krijgen; daarvoor moeten zij zelf het onderhoud hebben. De heer SCHEFFELAAR meent, dat het onderhoud toch altijd aan de gemeen te geweest is. De VOORZITTER zegt dat dit niet zoo is, maar dat de pachters altijd zelf het onderhoud daarvan te hunnen laste hebben gehad; De heer SCHEFFELAAR vraagt, of er niet eenige onbillijkheid in schuilt, om dit onderhoud aan de huurders op te dragen. Het is volgens spreker toch ook wel een beetje de schuld van de gemeente, dat die sluizen in zco'n desölaten toestand verkeeren, daar er dan toch nooit goed toezicht op dat onderhoud is geweest. Bovendien is het toch in het belang der

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 118