11. nog bezwaar tegen het bepaalde sub 16 der voorwaarden, waarin staat dat alle kosten op het aangaan van deze overeenkomst vallende, voor rekening van de verhuurster zijn. Spreker is van meening, dat deze bepaling tegen alle usances indruischt, daar dergelijke kosten steeds worden gedragen door de huurders. Tenslotte wil spreker nog opmerken, dat de handeling van den heer Belderbos nog correcter zou zijn geweest, wanneer hij zijn schrijven een acht dagen eerder had ingezonden. De heer BECHT is van meening, dat, wanneer iets verhuurd wordt, dit moet zijn in behoorlijken staat, tenzij hieromtrent uitdrukkelijk anders is bepaald. Dit naar aanleiding van het schrijven van den heer Belderbos betreffende de duikers. Spreker wil hierop thans niet verder ingaan, doch eerst afwachten, wat de Wethouder van Openbare erken hier omtrent zal naar voren brengen. Wethouder JUTEN zegt, dat de leden uit de toelichting bij het voor stel en uit de stukken hebben kunnen zien, welke werkzaamheden hebben moeten vooraf gaan om met dit voorstel bij den Raad te kunnen komen. Spreker wil verder memoreeren, dat de tegenwoordige pachters daar reeds geruimen tijd zitten. Tempelaars zit er al 22 jaar, de heeren v.Dort en Belderbos ieder 15 jaar. Gedurende al dien tijd hebben ze steeds een overeenkomst gehad voor een termijn van 5 jaar. Toen de Oesterhandel de Meulemeester daar nog was, was het anders. Die had een overeenkomst voor 50 jaar, welke echter ook slechts de helft van den prijs opbracht. Later is er een contract gesloten met den Staat der Nederlanden, die de be voegdheid kreeg om de terreinen onder te verhuren. Nu echter de Staat dat terrein niet langer wenschte te pachten, moesten er nieuwe overeen komsten voor het pachten van dien grond worden aangegaan. B W hadden toen oorspronkelijk het idee om de Waterschans publiek te verpachten in drie of meer perceelen, hetwelk zij aan de tegenwoordige pachters mededeelden. Daarop kwamen deze met het voorstel om aan hen de voor keur te geven, daar het anders onbillijk zou zijn tegenover hen, waar zij de gronden reeds zoolang in gebruik hadden. B W konden zich daar mede wel vereenic'en, omdat zij van meening waren, dat het lange ver blijf van dezelfde pachters op die gronden zeer zeker van eenige beteekenis was. We hebben dan ook aan de tegenwoordige pachters toege zegd, dat ze de voorkeur konden krijgen, maar dat ze dan ook eenigszins moesten bijdragen in de meerdere kosten, die er voor de gemeente nood zakelijk uit voortvloeiden. Er is toen door den Dienst van Openbare Werken een overeenkomst ontworpen, waarbij de rechten van eiken pach ter werden vastgelegd, teneinde moeilijkheden tusschen de pachters onderling te voorkomen. Aan eiken pachter is toen een exemplaar van die 0ntwerp-overeenkomst gezonden, zoodat zij dus voldoende gelegenheid hebben gehad om aanmerkingen of bezwaren tegen die overeenkomsten te maken. De grootste zorg bij het verpachten van dezen grond was de verver— sching van het water in de Bad- en ^weminrichting, welke sinds vorig jaar door de Nieuwe Haven plaats heeft. De terreinen, welke in de on middellijke nabijheid hiervan gelegen zijn, werden vorig jaar door een der pachters ingebruik genomen en er moest dus voor gewaakt worden, dat die verversching van het water in de Bad- en Zweminrichting steeds behoorlijk kon plaats vinden. Tenslotte is echter ook deze kwestie opgelost. Het verhoogen van de pacht leverde oorspronkelijk voor de tegenwoordige pachters wel eenig bezwaar op, doch na de gehouden bespre kingen meenden B W, dat de pachters over dit bezwaar wel zouden heen stappen. De pachters zijn toen verder door B W in de gelegenheid gesteld om de terreinen voorloopig op den ouden voet te behouden, of schoon de oude overeenkomst reeds met 1 October j.l. is vervallen. Wat de hier naar voren gebrachte opmerkingen betreft, zou spreker er op de eerste plaats op willen wijzen, dat de heer Belderbos eerst alle moeite gedaan heeft bij B W en nadat hij daar weinig of niets heeft kunnen bereiken, zich (fihans gewend heeft tot den Raad. Spreker zegt dat het onderhoud van de sluizen altijd geweest is voor rekening van de pachters en de dienst van Openbare "erken acht het een zeer groot bezwaar om dat onderhoud voor rekening der gemeente te nemen. Het is juist de schuld van de pachters zelf, dat die sluizen thans in een desolaten toestand verkeeren, omdat ze nooit behoorlijk onderhouden zijn,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 117