10. De VOORZITTER merkt op, dat daartoe zal worden overgegaan, indien zulks noodig blijkt. De heer HARMSEN zou nog willen verzoeken om, wanneer een instructie voor den Directeur wordt gemaakt, daarvan een exemplaar te doen toe komen aan de leden van den Raad. De VOORZITTER zegt toe dat, wanneer zulk een instructie zal worden gemaakt, daarvan aan de leden van den Raad een afdruk zal worden toegezonden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. V. VOORSTEL TOT VERKOOP IN HET OPENBAAR VAN BOOMER OP STAM. (Verzameling 1928 No.93) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders*' VI.VOORSTEL TOT HET VERPACHTER VAN DIVERSE PERCEELEN GROND ER WATER 'bËHÖORENDE TOT DE VOORMALIGE WATERSCHANS. HET GROENE DIJKJE EN DEN STROOIENDIJK.~ (Verzameling 1928 No.9^)* De VOORZITTER wil even mededeelen, dat er van den heer Tempelaars bericht is ingekomen, waarin namens dezen wordt medegedeeld, dat hij niet in aanmerking wenscht te komen voor huur der Waterschans. Wat het bezwaarschrift van den heer Belderbos betreft, daarover meent spreker thans niet verder te behoeven te spreken, daar alle leden een dergelijk schrijven thuis gekregen hebben. Alleen wil spreker hierbij opmerken, dat de heer Belderbos een dergelijk schrijven ook gezonden heeft aan de Wethouders en aan den Voorzitter van den Raad, waardoor hij getoond heeft te we ten hoe het behoort. Spreker wil op deze correctheid van den heer Belderbos speciaal de aandacht vestigen, omdat het meermalen gebeurd is dat aan de Raadsleden stukken werden gezonden, zonder dat de leden van het College van B W of een dier leden daarvan kennis De heer SCHEFFELAAR ziou willen vragen, of de heer Belderbos gehoord is in verband met de kwestie der duikers. Spreker meent wel uit de stukken te hebben kunnen opmaken, dat er verschillende besprekingen geweest zijn over den verhuur, maar spreker is daarbij niet gebleken, dat ook over de duikers gesproken is. Spreker is van meenmg dat_ daar aan niet voldoende aandacht is geschonken. Die putten verkeeren m een desolaten toestand, en nu vindt spreker het toch niet m den haak, dat de heer Belderbos deze op zijn kosten zal moeten doen vernieuwen. Daaro wil spreker het voorstel doen om deze duikers door de gemeente eerst in orde te laten maken, en als dat gebeurd is,zou er iets voor te zeggen zijn om den huurprijs te verhoogen. De heer VRIENS wijst op den eigenaardigen toestand, dat hier aan den Raad een besluit wordt voorgelegd, waartegen te elfder ure door een der betrokkenen nog bezwaren worden ingediend. Spreker vraagt, of het de bedoeling van Tempelaars is, om dat stuk grona toch te pachten? Ook door den heer Belderbos is een bezwaarschrift ingediend, zoodat de huur ders blijkbaar toch niet accoord gaan met de voorwaarden door B W eesteld niettegenstaande de conferenties, welke er hebben plaats ^ehad. Soreker'is het echter met het schrijven van den heer Belderbos niet eens en meent dat wanneer men de oude overeenkomst vergelijkt met de nieuwe, de Raad daarop niet moet ingaan. Wat de voorwaarden betreft, heeft spre ker eezien dat het voornemen bestaat om een glooiing tegen den dijk te maken van straatklinkers. Spreker zou gaarne vernemen of dit gebeurt oo Verzoek van den pachter, of dat dit plan uitgaat van B W, teneinde den dijk daar te steunen. Wanneer dit laatste het geval is, dan is er naar sprekers meening wel wat voor te zeggen, maar wanneer zulks op verzoek der pachters zou geschieden, meent spreker, dat ook deze in de daarvoor te maken kosten zouden moeten bijdragen. Wanneer het echter de bedoeline: van B W is om op die manier den zeedijk te versterken, dan moeren de kosten daarvan niet op de pachters drukken. Verder heeft spre ker uit het schrijven van ddn heer Belderbos gezien, dat deze de pacht f 100 iae-°r wil hebben,, wanneer de overeenkomst wordt aangegaan voor den door B W voorgestelden termijn, en het onderhoud der duikers daarbij voor zijne rekening komt. Wanneer de pachtprijs niet verminderd wordt stelt de heer Belderbos voor den huurtermijn te bepalen op 25 jaar 'spreker zou naar aanleiding hiervan willen opmerken, dat de door B W gestelde termijn van 10 jaar hem lang genoeg lijkt, en hij zelfs een tijd van 5 jaar al behoorlijk zou hebben gevonden. Dan heeft spreker m r] T»f) f3 CTPTl

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 116