I4.,
als zoodanig gemakkelijk fouten kunnen maken. Spreker zal zijn stem dan
ook niet onthouden aan het gevraagde crediet,doch is daarbij tevens van
meening, dat een verdere bespreking van deze zaak werkelijk noodig is.
De heer VERBIEST kan zioh geheel vereenigen met het gesprokene van
de vorige leden. Spreker van zijn kant kan niet anders doen dan het Dag.
Bestuur lof toezwaaien voor de groote zelfopoffering, welke zij hebben
betoond. Ook de soldaten van het garnizoen is spreker dankbaar voor de
kolossale medewerking om het groote gevaar, dat hier dreigde, te keeren.
De heer WALDER heeft ohk de werkzaamheden aan den dijk gezien. Spreker
is niet zoo technisch in deze om te kunnen oordeelen over het al- of niet
econoïiuscne vg,n de voor deze werkzaamheden gedane uitgaven. Spreker sluit
zich echter aan bij de woorden van hulde en dank, welke hier door ver
schillende sprekers zijn geuit. Verder zegt spreker zijn stem niet te
willen onthouden aan het gevraagde crediet, omdat spreker van meening
is, dat de werkzaamheden, die zijn verricht, noodig waren en het zeer
goed mogelijk is, dat nog meerdere uitgaven zullen moeten worden gedaan
Bovendien vertrouwt spreker wel, dat het Dag.Bestuur alles zoo voordee-'
lig mogelijk zal doen en voldoende technische voorlichting heeft om het
werk naar behooren te doen verrichten.
De VOORZITTER zegt, dat de bedoeling van het aanvragen van een cre
diet is, om daaruit de reeds gedane noodvoorzieningen te bekostigen,als
mede de nog te verrichten kleine herstellingen. Het ie dus alleen de
bedoeling, dafe met het werk bij wijze van noodvoorziening kan worden
voortgegaan. Wat de groote herstellingen betreft aan den dijk bij den
z.g. Kop van het Hoofd, zegt spreker, dat daartoe niet zal worden over
gegaan, voordat de gommissie van Openbare Werken daaromtrent is gehoord.
Spreker gelooft, dat de heer Vriens met deze toelichting tevreden kan
zijn. Overigens blijft spreker van meening, dat eventueele critiek over
deze zaak het best kan worden gevoerd bij de behandeling der begrooting.
B W zullen er dan zeer zeker gaarne rekening mee houden.
Spreker herhaalt, dat voor de definitieve voorziening vand en dijk
B W nogmaals bij den Raad zullen komen tot het verleenen van een cre
diet, zocdat de Raad zich daarover dan vooraf kan uitspreken.
De heer VRIENS merkt op, dat de Voorzitter spreekt van tijdelijke en
definitieve voorzieningen. Om die kwestie gaat het bij spreker juist en
daarom meent hij te moeten blijven staan op zijn wensch om enkele mede-
deelingen dienaangaande te doen, desnoods in besloten vergadering. Wan
neer dat is geschied, zal volgens spreker ook de Voorzitter overtuigd
zijn, dat het gemotiveerd zou zijn om critiek uit te oefenen, ofschoon
spreker dit na het verzoek van den Voorzitter niet doen zal. Hetgeen
spreker naar voren wil brengen is niet alleen zijn meening, maar°ook die
van anderen, die van deze zaken verstand hebben. Spreker heeft zelf al
eens herstellingen aan dijken gedaan en weet, hoe zulks geschieden moet.
En zooals het nu met deze tijdelijke voorziening gebeurt £an spreker
zich er niet mee vereenigen. Ofschoon spreker zich van critiek zal ont
houden, is hij toch van me ening dat, wanneer men over deze zaak eerst
eens enkele deskundigen zou hebben gehoord, men tot een geheel andere
werkwijze zou zijn gekomen, en daarom vindt spreker het ook jammer dat
de Commissie van Openbare Werken niet even bij elkaar geroepen is.'spre
ker weet zeker, dat de heeren daaraan gaarne gevolg zouden hebben gegeven
Ook spreker heeft allen lof voor hetgeen door het Dag.Bestuur en speciaal*
den Voorzitter en den Wethouder van Openbare Werden in deze is gedaan.
Men had echter niet moeten vergetende Commissie van Openbare Werken
in deze aangelegenheid te kennen.
De VOORZITTER meent, waar de zaken zoo' staan, niet beter te kunnen
doen, dan den heer Vriens het woord te geven tot het maken van zijne op
merkingen. Alvorens daartoe echter over te gaan, stelt spreker voor dat
de Raad besluit tot het verleenen van het door B W gevraagde crediet.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad hierna Burgemeester en
Wethouders te machtigen tot het doenvan uitgaven voor de reeds genomen
en eventueel nog te nemen maatregelen tot voorloopige voorziening van
den dijk,
De VOORZITTER dankt den Raad nog voor den lof, welke aan het Dag.
Bestuur gebracht is en voor het zoojuist genomen besluit, waardoor met
het herstelwerk kan worden voortgegaan, terwijl B W al het mogelijke
zullen doen om zoo spoedig mogelijk en op de minst kostbare wijze déze
zaak geheel in orde te krijgen.
Spreker geeft dan het woord aan den heer Vriens.