21
degene,die daarvan de schuld is,maar niet op het gemeentebestuur,dat
in deze zaak volkomen juist heeft gehandeld.En het gaat ook niet'aan,
dat de heer Juten het hier voorstelt,alsof Snepvangers de verdrukte
onschuld is.
De heer WALDER merkt op,den heer Juten niet van een verdrukte on
schuld te hebben Jjiooren spreken. Spreker is ook van meening,dat iemand
die zijn recht zou weten te halen,de gemeente wel voor een grooter
bedrag verantwoordelijk zou hebben gesteld.Het middel om met een ver-
goeding van 75,van deze zaak af te komen,lijkt spreker dan ook
billijk,waar de koop naar sprekers meening had moeten doorgaan,als de
zaak niet 200 lang getraineerd had.
De heer KIEPE meent,dat Ged.Staten het besluit tot aankoop van den
grond zouden hebben goedgekeurd,als niet de bedoeling van dien aankoop
daarbij was vermeld geworden.Feitelijk keuren Ged.Staten niet af den
aankoop van dat terrein,maar het daarop vestigen van een woonwagen
kamp
De heer MUSTERS zegt,dat hij de schadevergoeding wil geven niet
uit een goed hart,maar omdat Snepvangers er recht op heeft.
De heer VRIENS betoogt,dat juist het doel van den aankoop van dit
terrein voldoende bekend was.Reeds direct bij den aankoop is dan ook
door den heer Scheffelaar opgemerkt,dat de stichting Vrederust daar
tegen wel bezwaar zou maken.Spreker blijft bij zijn meening,dat het
niet aangaat de uiteenzetting van oud-wethouder Asselbergs in twijfel
te trekken.
De heer SIMONS merkt op,dat Snepvangers toch ongeveer 20 maanden
in twijfel verkeerd heeft,of de verkoop zou doorgaan.
De heer HARKSEN zegt,dat de heer Simons de zaak thans heelemaal
verwart door van 20 maanden te spreken.Dit isgeheel onjuist,waar in
de eerste periode de gelegenheid om den grond te bezaaien en te bewer
ken onverminderd is blijven bestaan,terwijl voor de tweede periode
Snepvangers er op gewesen is,dat hij gerust kon bemesten en bezaaien,
want dat hem, ingeval de koop toch zou doorgaan,daarvoor dan een schade
vergoeding zou worden gegeven.
De VOORZITTER wijst nogmaals op de twee hoofdpunten,waarop het ver
zoek van Snepvangers is gebaseerd,n.1het geval van rouwkoop en het
niet bewerken van den grond,welke beide punten naar sprekers meening
geen reden van bestaan hebben,zoodat de gemeente tot geenerlei schade
vergoeding verplicht is.
Spreker brengt hierna het voorstel van B W om een schadevergoeding
van 75,toe te kennen,in stemming,waarbij dit wordt aangenomen
met 9,-6 stemmen.
Voor stemden de heeren Kruize,Kiepe,Walder,Juten,Musters,Loos,Simons,
Demmers en Mourer.
Tegen dtemden de heeren Harmsen,Becht,Vriens,Scheffelaar,Dikland en
Verbiest.
VII'*-VOOR STEL TOT HET VOOR HET BELASTINGJAAR 192g/2q VASTSTELLEN VAN
HET PERCENTAGE VAN HEFFING DER BELASTING NAAR HET INKOMEN.
(Verzameling 192g,no.33).
Overeenkomstig het voorstéL van B W wordt zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming het percentage vastgesteld op 3.
Niets meer aan de orde zijnde,wordt de vergadering vervolgens door
den VOORZITTER gesloten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 31 Mei 192S
H.Stulemeijer,Voorzitter.
J.A.van de Wouw,Secretaris.