De heer SIMONS komt nog even terug op de bedoeling van het voorstel tot verdeeling van de ^000,ónder de particuliere instellingen. Spreker was van meening,dat dit bedrag ook vroeger aan die instellingen ter verdeeling werd toevertrouwd. De VOORZITTER zegt dat dit niet zoo is. Hierna wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling van de verordening. Bij artikel 1 doet de heer KIEPE het voorstel om aan dit artikel toe te voegen:de Gemeenteraad kiest den Voorzitter uit de 3 leden van den Raad,die tot regent gekozen worden.Hierdoor zou alinea- 1 van artikel 2 der concept-verordening komen te vervallen. De VOORZITTER kan,in verband met de door den Raad aangenomen houding inzake de samenstelling van het College van Regenten van het Algemeen Burger Gasthuis,het voorstel van den heer Kiepe niet anders dan logisch vinden,maar spreker beveelt bij voorbaat den toekomstigen voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur in de barmhartigheid vannzijne medeleden in den Raad aan. Het voorstel van den heer Kiepe wordt voldoende ondersteund. De VOORZITTER vraagt,of de Raad zich er mee kan vereenigen,dat de redactie van artikel 1 wordt overgelaten aan B W.,met dien verstande dat dit artikel in overeenstemming wordt gebracht met het artikel be treffende de benoeming van regenten in de verordening op het Algemeen Burger Gasthuis. Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede accoord. De heer VERBIEST vraagt nog,of bij het vervallen van het raadslid maatschap ook het lidmaatschap van het college van regenten als hier bedoeld,vervalt De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Het voorstel van den heer Kiepe wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met ik - 1 stem.Alleen de heer Becht stemde tegen. De overige artikelen van de verordening worden verder ongewijzigd en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De heer VERBIEST zou nog willen vragen,of het niet wenschelijk is, dat in deze verordening nog de bepaling wordt opgenomen,dat in onvoor ziene gevallen het bestuur beslistSpreker zegt,dat deze slotbepaling in alle vereenigings-reglementen voorkomt en meent,dat deze ook hier wel te pas zou kunnen komen. De VOORZITTER merkt op,dat dit bij gemeentelijke verordeningen niet mogelijk is. De verordening wordt daarop in haar geheel zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. VI. ADVIES op het verzoek van a.snepvangers te bergen op zoom om een SCHADEVERGOEDING VAN 150, (Verzameling 192$,no.32) De heer BECHT zegt,dat het zijn meening is,dat dit voorstel voor de 2e maal in behandeling komt niet om het feit zelf,maar meer uit een poging om het vroegere dagelijksch bestuur weer onaangenaam te zijn, niettegenstaande deze aangelegenheid,naar sprekers inzicht,correct be handeld is geworden door den heer Asselbergs,waarvan ook getuigt het contract tusschen Snepvangers en Couwenberg.Volgens spreker gaat het er hier maar om,teneinde,bij aanneming van dit voorstel,in het dissi- tentenblad te kunnen schrijven,dat de gemeente weer een nadeel te boeken heeft door de fouten van het vroegere Dag.Bestuur.Spreker wenscht aan dergelijke afbrekende critiek niet mee te doen. Spreker moet zijn verwondering uitspreken over hetgeen hij in deze zaak heeft meegemaaktSpreker heeft bij de eerste behandeling van deze zaak van den Voorzitter de vermaning gekregen om niet alles te gelooven, war belanghebbenden komen vertellen en zulks zwart op wit to vragen. Dat betrof toen een mededeeling van Snepvangers,dat hij een brief had ontvangen van een notaris,waarin hem werd medegedeeld,dat de grond per 1 September aanvaard zou worden.Die brief bevond zich,volgens de ver klaring van Snepvangers,in het bezit van wethouder Juten.Deze laatste beweerde,staande die vergadering,geen brief in zijn bezit te hebben van Snepvangerswaardoor de Voorzitter er toe kwam om spreker - mis schien terecht - bovenbedoelde vermaning te geven.Die vermaning echter blcèk* in dit gord}, ml «plakt »t te zijn,want eenige dagen na die raads vergadering telefoneerde wethouder Juten aan spreker,dat hij dien be- wusten brief toch had gevonden.Op sprekers verbaasde vraag,hoe dat mogelijk was,zeide wethouder Juten,dat hij dien brief in de brandkast tusschen andere papieren had gevonden. I

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 90