1^-
gaarne "bereid om deze bewering terug te nemen,wanneer de Voorzitter
hem aantoont,dat het niet juist is,maar vooralsnog is dit sprekers
meening.De weldenkende menschen in deze gemeente zullen dit gemeente
bestuur dankbaar zijn,dat deze zaken thans in orde zijn gebrachtSpre
ker heeft steeds er op gewezen,dat het Burgerlijk Armbestuur,zooals
het tot nu toe was,niet deugde,doch men liet hem maar praten en de
zaken bleven zooals ze waren.En al is nu de zaak niet precies gere
geld zooals spreker het wenschte,is hij toch van meening,dat men dank
baar zal zijn voor hetgeen dit gemeentebestuur hieromtrent heeft tot
stand gebracht.Spreker legt hierop den nadruk,omdat in een plaatse
lijk blad hier ter stede maar steeds beweerd wordt,dat dit gemeente
bestuur niet deugt.
Wanneer spreker de memorie van toelichting verder doorleest en
daarbij ziet,dat er zooveel geld is zoek gemaakt en de zaken werden
verwaarloosd,niettegenstaande tijdig en geregeld werd gewaarschuwd
voor het vervallen van rente,dan vraagt spreker zich af,hoe het moge
lijk was,dat aan zoo'n toestand geen einde werd gemaakt,temeer waar
cue bestuurders steeds zich erg godsdienstig voordeden en nu nog
schrijven,dat zij het zijn,die alleen geschikt zijn om de zaken te
esturen.Spreker vindt het wraakroepend,dat de bestuurders uit dien
tijd,waarvan hij er meerdere met name noemt,nu nog rondloopen met
den mond vol over anderen,terwijl zij zich vergrepen hebben aan de
gelden en goederen van de minst bedeelden,door hun wanbeheer en mal
versaties.
De VOORZITTER roept den heer Walder tot de orde en verzoekt hem
geen namen te noemen van personen,die zich hier niet kunnen verdedigen.
De heer WALDER:U kunt me tot de orde roepen zooveel U wilt,maar
het is een schande.
De VOORZITTER roept den heer Walder nogmaals tot de orde en verzoekt
hem zich op een dergelijke manier uit te laten.
Pe ^eer WALDER blijft er bij,dat het een schande is.Spreker heeft
zich reeds,zoo lang hij dat voorstel in huis heeft,lastig zitten
ma en en moet er daarom nu het zijne over zeggen.Als spreker onder
zijn vrienden was,dan zou hij zich nog wel op een andere wijze hier
over uitlaten.
De VOORZITTER blijft hameren om den heer Walder tot de orde te
roepen.
De heer WALDER zegt nogmaals,dat het een schande is,Spreker wordt
er boos onder en zal maar eindigen.Spreker blijft echter dan toch.
maar bij het idee van den heer Verbiest,die drie jaren geleden ze,iiie:
Bind ze maar aan elkaar en breng ze gelijk naar Breda.
De VOORZITTER zegt,dat dit geen wijze van debatteeren is.
De heer WALDER vindt het schandelijk,dat de vroegere bestuurders nu
nog durven beweren,dat het tegenwoordige gemeentebestuur niet deugt,en
et is naar sprekers meening verregaand,dat de ergste man dat alles
°g m een plaatselijk blad naar voren durft brengen.
Spreker meent het voorloopig hier wel bij te kunnen laten. Spreker
opt,dat de instellingen van weldadigheid met het Burgerlijk Armbe-
ur zullen samenwerken;spreker weet wel,dat men ze daar niet toe
n verPlichten,maar hij hoopt toch,dat die samenwerking tot stand zal
mh SPrelcer is er van overtuigd, dat het Armbestuur een zware taak
acnt,vooral wat betreft de zorg voor de verdeeling der gelden.
Spreker zou er ook nog op willen wijzen,dat volgens artt.26 en 27
van de verordening op het Algemeen Burgerlijk Armbestuur de oude
bestuurders aansprakelijk zijn.Waar men hier thans de noodige gegevens
heeft,zou spreker dat bestuur toch ook aansprakelijk willen stellen
voor het wanbeheer.
Spreker heeft ook gezien,dat er in de jaren 1925,1926 en 1927,toen
de taak van het Armbestuur door het College van B W is overgenomen,
geen andere uitkeeringen geweest zijn dan alleen aan Roomsch Katholieken.
ïtheeft spreker gefrappeerd en hij zou willen vragen of personen van
andere godsdienstige gezindheid er niet om gevraagd hebben.Spreker
oopt,dat het Burgerlijk Armbestuur goed zal kunnen werken en er voor
gezorgd zal worden,dat de minder bedeelden niet tot paupers worden
gemaakt,
Tenslotte zou spreker willen vragen,of het niet wenschelijk is,om
een of meer dames in het Burgerlijk Armbestuur te benoemen.
De VOORZITTER merkt op,dat dit volgens het ontworpen reglement niet
uitgesloten is.