13 V. VOORSTEL TOT VASTSTELLING- EENER VERORDENING OP HET ALGEMEEN BURGERLIJK ARMBESTUUR IN DE GEMEENTE BERGEN OP ZOOM.- (Verzameling 192S,no.2Ö) De heer SIMONS zegt,dat dit voorstel met vreugde door spreker en zijne vrienden is begroet.Veel critiek wil spreker op het voorgestelde concept niet uitoefenen,want wat de een goed vindt,vindt een ander verkeerd en tenslotte zit in iedere verordening iets goeds.Men zou kunnen zeggen,dat in het hetere de fout zit van het goede.De komende jaren zullen moeten uitwijzen of deze verordening goed werkt.Spreker heeft hij het lezen van de memorie van toelichting den indruk gekregen, dat eenige terechtwijzingen worden gegeven aan de zeven leden,die het initiatief-voorstel deden.Spreker wenscht niet uit te spinnen,of het dit initiatief-voorstel geweest,dat het College van B W er toe gebracht heeft om dit concept aan den Raad voor te leggen,daar in dergelijke gevallen er altijd personen zijn,die de primeur willen hebben.Spreker wil echter wel een en ander zeggen over die terechtwijzingen. De VOORZITTER merkt op,dat hèttniet de bedoeling was om terecht te wij zen,maar dat het slechts opmerkingen zijn. De heer SIMONS heeft er een anderen indruk van gekregen.Spreker wijst er op,dat B W in hun toelichting schrijven,dat verschillende bepalingen in het initiatief-voorstel niet goed zijn.Dat ontwerp is, naar spreker mededeeltsamengesteld door een in deze technische zeer bekwaam persoon uit bestaande verordeningen van verschillende groote gemeenten. Spreker i's,naar aanleiding van de opmerking van B W,tot de conclusie gekomen,dat men ook in die gemeenten niet de verordeningen maken kan in den geest van het College van B f van Bergen op Zoom,Het deed spreker dan ook niet vreemd aan,dat van het oorspronkelijk ontwerp, na de behandeling in het College van B W niet veel meer is overge bleven. ^preker zou gaarne vernemen,waarom Ged.Staten de verordening niet zouden goedkeuren,als er in bepaald werd,dat het bestuur moet bestaan ui-é 5 katholieken en 2 niet-katholieken. I^en aanzien van het bedrag van 4000,in het initiatief-voorstel genó'emd,merkt spreker op,dat de voorstellers van het standpunt uitge gaan zijn,dat in den vervolge voor deze instelling uit de gemeentekas nj.et meer wordt uitgegeven dan 4000,Daar tot nu toe een groot déél van die 4000,aan de particuliere instellingen werd ter be schikking gesteld en dit noodwendig zou ophouden bij de instelling van een Algemeen Burgerlijk Armbestuurzouden de particuliere instel lingen daardoor ineens voor 4-000,minder inkomsten staan.Het idee van de voorstellers nu was,dat de eerste jaren b.v. aan het Algemeen Armbestuur 2000,werd ter beschikking gesteld en de andere 2000, aan de particuliere instellingen,mits deze natuurlijk met het Algemeen Armbestuur samenwerken. Indien echter B W meenen,dat de particuliere instellingen geen geld zullen willen aanvaarden,met daartegenover eenige zekerheid be treffende de besteding der gelden,kan het idee van spreker en zijn vrienden vervallen.Spreker meent,dat het dan toch wel goed zou zijn, indien de Raad daaromtrent een officieel schrijven ontving,opdat men later den Raad niet zou kunnen verwijten,dat hij de katholieke Armen inkomsten onthouden heeft.Spreker wenscht hieromtrent schriftelijke mededeelingen,omdat naar zijn meening de Raad aan mondelinge verzeke ringen in deze niets heeft. De heer WALDER zegt,dat het hem genoegen doet dat eindelijk dit voorstel den Raad heeft bereiktSpreker heeft bijna 10 jaar,zoolang hij lid van den Raad is,voor dit doel gewerkt en er op aangedrongen om tot een goed functioneerend Armbestuur te geraken.Gaarne had spreker het Dag.Bestuur thans een compliment gemaakt,doch dit compliment kan alleen gelden voor de meerderheid van het Dag.Bestuur de beide wethou ders.De minderheid,dat is de Voorzitter,heeft naar spreker zegt,hem steeds met een kluitje in het riet gestuurd,wanneer hij het woord voerde over deze materie of daaromtrent voorstellen deed. Spreker wijst op hetgeen in de memorie van toelichting staat betreffende den toestand van het Burgerlijk Armbestuur,zooals de Burge meester dien vond bij de aanvaarding van zijn ambt in 1924 en vraagt, waarom de Voorzitter toen al geen reden vond om direct in te grijpen en het Burgerlijk Armbestuur te reconstrueeren.Dat de Voorzitter dit toen heeft nagelaten,is voor spreker het bewijs,dat hij dit deed om zijn vrienden,de bestuurders van die dagen,te sauveeren.Spreker is

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 86