4. Door den heer Juten is gezegd,dat de brief van 24 Februari niet ter visie is gelegd, omdat hij dien eerst wilde behandelen in de oom- missies. Zijn gedachtengang daarbij is, volgens spreker dat, wanneer hij in de commissies gelijk krijgt, de heer Juten ten opzichte van de Bataafsche niet met de handen in het haar zou zitten. De Commissie voor Openbare Werken is nu ook al tegen morgen bijeengeroepen voor eene bespreking over een ligplaats voor de schepen van de Bataafsche. Dit in verband brengende met hetgeen aan de Spiritusfabriek is ge schreven en met het feit,dat door de Bataafscheblijkens de aanplak biljet ten, reeds een hinderwetsvergunning voor dat terrein is aange vraagd,meent spreker te moeten concludeeren,dat aan de Bataafsche wel degelijk een toezegging is gedaan,zonder dat de Raad er in gekend is. Spreker zou gaarne een duidelijk antwoord ven den heer Juten betreffen de deze aangelegenheid hebben. Naar sprekers meening hadden alle stukken op deze zaak betrekking hebbendevoor de leden ter visie moeten liggen,opdat de Raad zich volkomen op de hoogte kon stellenterwij 1 spreker het ook niet juist acht,dat reeds tegen morgen de Commissie voor Openbare Werken is bij eengeroepen ter bespreking van een ligplaats voor de schepen van de Bataaf sche De heer KIEEE merkt op, dat het toch reeds mee.rms.len gebeurd is, dat de toestemming van den Raad gevraagd wordt voor een zaak,die tevoren al was afgedaan. De heer BECHT meent,dat men bezig is een onnoodig debat te voeren. Voorgesteld wordt om B W een prae-advies te doen uitbrengen en het lijkt daarom spreker het best, kalm af te wachten wat B W over deze zaak zullen mededeelen. De heer SCHEEEELAAR is het hiet eens met de meening van den heer Becht,daar de Raad toch eerst moet kunnen oordeelen,of het noodig is, dat hieromtrent een prae-advies wordt ui tgebracht De heer HARMSEN meent dat er nog meer verwikkelingen bij gekomen zijn door hetgeen de heer Vriens gezegd heeft over de bespreking eener ligplaats voor de schepen der Bataafsche. Spreker heeft den indruk gekregen,dat hier alles al in kannen en kruiken is. Het gezegde van den heer Kiepe gaat niet- op,daar het hier een heel andere kwestie betreft. Spreker vindt het verkeerd om,waar twee ge gadigden zijn,aan den een toezeggingen tc doen met terzijdestelling van den ander. De heer WALDER zegt het eens te zijn met den heer Scheffelaar,dat de Raad volledig moet worden ingelicht. Spreker ziet er echter, in tegenstelling met den heer Vriens,geen bezwaar in,dat in de Commissie voor Openbare Werken de plannen reeds besproken worden. Men kan over deze zaak praten zooveel men wil,doch de beslissing moet tenslotte toch door den Raad genomen worden. De heer VERBIEST zegt ook eens poolshoogte genomen te hebben. Spreker is naar het betrokken terrein geweest en men heeft hem daar de stellige verzekering gegeven.dat de Bataafsche hier komt. Men heeft hem daarbij zelfs de plaatsen gewezen,waar de tanks komen zullen. Er hangt ook een biljet van de Hinderwet en spreker vraagt zich af,hoe dat kan,als er geen besluit genomen is. Wethouder JUTEN zegt dat,wanneer hij de verschillende sprekers goed beluisterd heeft,hij tot den indruk is gekomen,dat men de zaak vooruit loopt, zooals de heer Becht terecht heeft opgemerkt. De zaak is bij Burgemeester en Wethouders in voorbereiding en is ter behandeling op gedragen aan spreker als wethouder van openbare werken Spre ker kan de zaak, zooals het verloop tot heden is geweest,wel hier mededeelen, maar spreker gelooft niet,dat dit in het belang der zaak zijn zou, V/at het schrijven van 3 Maart betreft,zou spreker willen opmerken, dat dit niet aan den Raad,doch aan B V gericht is, en het trouwens toch ter visie gelegen heeft. Het schrijven waarvan de heer Vriens hier een afschrift heeft, is gericht aan de Spiritusfabriek en een an tv/oord op een bespreking met een der gegadigden. Het behoort dus ook bij de voorloopige be sprekin gen,die met de gegadigden gevoerd zijn. Er zijn voor het terrein twee liefhebbers en de Raad zal hebben te beslissen aan wien hij het terrein geven wil. Burgemeester en Wethouders trachten beide liefhebbers te vreden te stellen en naar aanleiding daarvan heeft de Dienst ve.n Open bare Werken de opdracht gekregen de noodige plannen uit te werken. I

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 78