t i tie achtte het best mogelijk,dat zulks ook hier het geval was. De Commissie heeft ook hieromtrent hare bevindingen gerapporteerd en het is aan den heer Vriens of hij zulks gelooven wil of niet. Het geval van den aankoop van meters heeft de Commissie, ook ten zeerste gefrappeerd. De commissie meende aanvankelijk hier iets te hebben gevonden, temeer daar het betrof de zeer corruptieve firma. s<->nHij onaerzoek bleek echter,dat in de boeken van die firma, de naam van den Directeur absoluut niet voorkomt. Pu zal de Raad het toch wel met de Commissie eens zijn,dat,waar de boeken van verschil lende andere firma's niet aanwezig weren en in de wel aanwezige boeken geen aanwijzing te vinden was voor schuld van den Directeur.de Com missie de onschuld van dezen wel moest aannemen. De Commissie heeft dan ook tot de onschuld van den Directeur geconcludeerd, hu weet spreker wel,dat er dure inkoopen zijn gedaan,maar de Commissie was niet geroepen om te oordeelen over de koopmanschap van den Directeur; deze was vrij om te koopen waar hij wilde,en als het daarbij niet eerlijk zou zijn toegegaan, aan heeft het gemeentebestuur daaraan evenveel schuld als de Directeuromdat daarop geen toezicht werd uit geoefend. Spreker meent echter.dat de heer Vriens het wel met hem eens zal zijn,dat het volgens het rechtsprincipe juist is dat,waar geen schuld te bewijzen is.de onschuld moet worden uitgesproken. Janneer men dus als eerlijk man zijn meening moet zeggen,dan moet men komen tot de conclusie.dat, behoudens het geval Arens,er hier geen corrupties zijn gepleegd. Vat de overige opmerkingen be treft,zou spreker willen zeggen.dat deze meer bij de Commissie voor de Bedryven thuis behoorenzoodat spreker daarop niet zal ingaan. De heer HARMSEN gelooft.dat hij na het uitvoerig betoog van den heer de Jong hieraan niets meer heeft toe te voegen. De heer de Jong heeft den toestand juist zoo weergegeven als die was. Spreker wil echter toch nog een kleine opmerking maken naar aanleiding van het geen door den heer Vriens naar voren gebracht is. Spreker meent daar uit te moeten opmaken.dat het den heer Vriens eigenlijk spijt.dat er zoo weinig gevonden is. Maar spreker is van meening.dat dit juist is toe te juichen. Lr wordt in het rapport ook gezegd dat,waar er geen bewijzen konden worden gevonden van schuld.de onschuld voorop moest worden gesteld,hetgeen ook volkomen logisch is. 'Janneer de deskundigen verder hadden willen teruggaan in de boeken dan tot 1925,hadden zij dat kunnen doen,doch zij achtten dit niet noodig. Het is naar sprekers meening goed om in iedere instructie voor het overheidspersoneel vast te leggen,dat het aannemen van gif ten,fooien en dergelijke verboden is. Elke ambtenaar wee t zulks wel, maar wanneer het in de instructie staat,is het gemakkelijker om der gelijke overtredingen te bestraffen. Spreker wijst er nog op,dat geen persoonlijke motieven bij de commissie hebben voorgezeten. De commis sie v/as van oordeel.dat zij de verklaringen van den Direc teut moest aannemen,terneer daar de naam van den Directeur in de boeken niet voorkwam,terwij 1 Arens daarin wel vermeld stond. Jat betreft het keuren van de geleverde ar tikelenmerkt spreker op, dat in de instructie van den Directeur staat.dat deze verplicht is het materiaal te keuren. Spreker acht het onve ran tv/oor del ijk, dat een dergelijke taak wordt overgelaten aan een ondergeschikt ambtenaaren zou het zeer wenschelijk binden als de Directeur hierop gev/ezen v/erd. Jethouder YAH AS zegt,dat die instructie niet is voor het gas bedrijf,maar voor het gas- water- en electriciteitsbedrijf De heer HARM SE IT zegt, dat deze opmerking alleen is gemaakt ten aan zien van het gasbedrijf. De heer SIMONS zou naar aanleiding van het gesprokene van den heer Vriens willen vragen,of de heer Vriens bewij zen kan,dat Arens mée'r heeft ontvangen dan f.70,--. Spreker gelooft.dat Burgemeester en Jet houders bij de beoordeeling van deze kwestie hiermede rekening zullen dienen te houden. De heer SCHEEEELAAR zou er op willen wij zen,dat bij hem nog sterker haar voren komt de gedachte.dat de Directeur de waarhe id heeft ge sproken, na hetgeen de heer Vriens naar voren gebracht heeft. Daaruit blijkt immers,dat er herhaalde malen op het aankoopen van dure meters v/erd gev/ezen, zoodat die bestellingen dan toch in de Commissie der Bedryven werden besproken. De heer VRIENS zou even in het kort willen antwoorden op hetgeen door de verschillende sprekers is naar voren gebracht. Spreker heeft

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 72