I'
if1
v
r
23,
Katholieke leeszaal niet wordt verhoogd.
Wat het voorstel van der heer van As be tref tvindt- spreker het ook
v/el niet prettig.dat dit zco laat komt,doch als de toestand werkelijk
zoo is, dan lijkt het spreker toch wel wenschelijk om deze zaak even
aan te houdenvooral ook als men in oogenschouw neemt, dat de Openbare.
Leeszaal zich steeds heeft moeten behelpen met een bedrag van f.800,--,
terwijl ze door dit voorstel f.1700,-- zal krijgen. In het belang der
gemeente-financiën voelt spreker er dm ook veel voor,om deze zaak aan
te houden in afwachting van het nader onderzoek van den heer van As.
De heer VERBIEST is iet met de vorige sprekers eens,dat het op de
leeszalen momenteel niet ,at zooals het behoort.
"Wethouder VAN AS merkt op, dat hij dit niet gezegd heeft.
De heer VERBIEST zegt,dat het in elk geval beter ten halve gekeerd
dan ten heele gedwaald is. Spreker kan zich dan ook heel goed met het
voorstel van den heer van As vereenigendaar men toch over een bedrag
van f.80,-- per week niet zoo licht moet denken.
Wethouder VAN AS wenscht nog even een kleine toelichting te geven.
Spreker acht het onnoodig uiteen te zet ten,dat hij het advies van de
Commissie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen nu niet met veel
enthousiasme heeft overgenomen. Spreker kon dit ook niet,omdat hij niet
zoo best meer in deze zaak in zat. Daarom is spreker dan ook heel gewoon
naar de leeszalen gegaan om eens te zien,welke menschen daar zulke
trouwe bezoekers waren. Spreker vond daar echter geen presentielijsten,
doch de reeds vermelde streepjesgeschiedenis. Nu kan men wel zeggen,
dat spreker een lichte opvatting heeft van zijn taak,maar dan zou
spreker toch willen opmerken,dat het voor hem veel gemakkelijker was
geweest om niets van zijn bevindingen in den Raad mede te deelen.
Spreker meende echter,dat het zijn plicht was om te doen,zooals hij
nu gedaan heeftofschoon dit voor hem natuurlijk weer meer werk mee
brengt
De heer HARMSEN merkt op,dat het gezc-gde van den heer van As betref
fende het geringe bezoek niet slaan kan op de openbare leeszaal. Spre
ker komt daar nogal dikwijls en heeft steeds geconstateerd.dat er
tamelijk veel bezoekers v/aren. Spreker onderschrijft hetgeen de heer
Vriens gezegd heeft over het verschil in subsidie tusschen de openbare
en de Katholieke leeszaal. Spreker vindt een bedrag van f.80,-- per
v/eelc voor twee zulke nuttige instellingen niet- te hoog, daar dit toch
slechts neerkomt op 1-g- cent per maand en per inwoner. Wat de belang
rijkheid van de leeszalen be treft,wijst spreker op het jaarverslag over
1926,waarin vermeld staat,dat het aantal bezoekers voor de openbare^
leeszaal 8455 en voor de R.K.Leeszaal 8173 bedroeg, men kan natuurlijk
de juistheid van deze cijfers betwijfelen,maar in elk geval blijkt er
uit,dat de be teekenis van de beide leeszalen niet ver uiteen loopt.
Het de teruggave van de vergoeding ad f.300,-- voor het recht van
inzage der Staatsbladen over 1927 kan spreker zich niet vereenigen,
omdat deeLeeszaal over dat jaar dit genot reeds gehad heelt.
De heer 'WALDER weet uit ondervinding,welken lijdensweg speciaal de
openbare leeszaal heeft moeten meemaken. De beide leeszalen zijn inder
tijd gelijktijdig opgericht,maar omdat de Katholieke eerder een gebouw
had,waarin zij zich vestigen kon,kreeg deze toen de subsidie van rijk
en gemeente. Nu is de tijd gekomen,dat beide leeszalen subsidie zuil en
kunnen krijgen en daarom heeft de openbare leeszaal haar verzoek tot
subsidie-verhooging ingediend. "Wanneer men nu niet ingaat op dit voor
stel den loopt men het gevaar,dat niet alleen dc openbare maar ook de
Katholieke leeszaal geen rijkssubsidie mc-er krijgen zal. Daarmede mag
men dus ook wel rekening houden.
Spreker wijst er verder op,dat de heer van As een en ander heelt
afhankelijk gesteld van de aanwezigheid van een pre sen tielijst,maar
spreker zou toch willen opmerken,dat ook een dergelijke lijst gein. m .e
lijk is op te voeren. Spreker is het er mee eens, dat men een onccrzock
als de heer van As bedoelt,niet moet gaan instellen in de meu.n A^ri
daar men dan verkeerde resultaten krijgt. Om niet aan de levensv.A
baarheid van de leeszalen te knagen, zou spreker willen voors oe -icn om
op het voorstel van B W in te gaan. Waar de subsidie ooi1"
tot jaar, zou de heer van As zijn onderzoek kunnen doep tegen het volgend
jaar,zoodat ook de wintermaanden onder uit onderzoek vallen zouaen.
Bij de begrooting voor het volgend jaar kan dan weer over de subsidie
beslist worden.
i'
i