22. concierge is. Spreker meent,dat het moeilijk zal zijn dan zijn houding te bepalen. Aan den anderen kant is spreker huiverig om aan te dringen op het nemen van een beslissing op dit oogenblik,omdat dan de schijn gewekt zou worden,dat spre Ier de resultaten van het onderzoek vreest en daarom thans van de gelegenheid gebruik wil maken om er het voor stel door te jagen. 7/at de motiveering van den heer van As betreft,dat het bezoek wordt aangeteekend met streepjeswil spreke wel zeggen,dat hij dit motief zeer zwak vindt, temeer waar het sprei: r bekend is,dat in alle groote plaatsen de aanteekening van de bezoeicers aan de leeszalen en biblio theken op dezelfde wijze plaats vindt, Spreker zal dan ook geen voor stel doen om het onderhavige voorstel van 3 w terug te trekken. De heer SCHEEEELAAR vreest,dat door uitstellen van dit punt,de termijn,welke de leeszalen hebben om in aanmerking te komen voor de Rijkssubsidiezal verloopen. Bovendien merkt spreker op,dat het drukste bezoek aan de leeszalen in den winter plaats heeft en het onderzoek van den heer van As dan ook niet juist kan zijn, daar men geen parallel kan trekken tusschen het bezoek in deze maand en dat in de afgeloopen win termaanden ,7e thouder VAiï AS zegt den indruk gekregen tc hebben.dat de lees zalen zich aan het overleven zijn. Het ui ticenen van boeken is zeer druk,maar het bezoek aan de leeszalen is miniem. Spreker heeft niet eerder de gelegenheid gehad om zijne bevindingen te be spreken,en meent, dat hij in gebreke zou zijn, indien hij zijn bezwaren niet aan den Raad had kenbaar gemaakt. De heer './AIDER zegt, dat het gesprokene van den heer van As hem ten sterkste gefrappeerd heeft, v/anneer spreker een functie zou aanvaar den,zooals de heer van As er een aanvaard heeft,aan lijkt het spreker toch,alsof de heer van As luchtjes met zijn betrekking omgaat,door eerst op het laatste oogenblik met een dergelijke voorstelling van zaken te komen. Spreker zou voor zich nu niet met het voorstel van den heer van As willen meegaan. Er ligt een voorstel van het Dag.Be stuur,waarin goed gemotiveerd gezegd wordt,dat men op een subsidie- verhooging moet ingaan, en nu lcomt de heer van As aanraden om het voorstel niet aan te nemen, op grond,dat hij de laatste dagen tot het twijfelachtig idee gekomen is,dat de zaak niet in orde is. Men zou dan eigenlijk bij elk voorstel moeten vragen,of 3 V7 de zaak wel goed bestudeerd hebben. Spreker komt ook nogal eens in een der leeszalen en zit in deze kwestie tamelijk goed in,omdat hij daarvan bestuurslid is,en het is spreker steeds gebleken, dat deze leeszaal altijd goed bezet is. Spreker is dan ook van meening, dat de heer van As zicjh voortaan eerst beter op de hoogte moet stellen voordat hij met dergelijke voorstellen kom t De heer MUSTERS zegt een nogal getrouw bezoeker ve,n een der lees zalen te zijn en daarbij te hebben opgemerktdat er steeds veel be zoekers v/aren, vooral in de wintermaanden, Spreker vindt ook een be drag van f.80,-- per week voor zulke nuttige instellingen niet te veel. De heer KIEEE deelt mede,dat deze zaak ook in de Commissie van Onderwijs Kunsten en ï/e tenschappen behandeld is en daar uitvoerig is be sprokenvooral ook in verband met de verhooging van de subsidie voor de R.K.Leeszaal. Haar aanleiding echter van hetgeen de heer van As hier naar voren heeft gebracht voelt spreker er toch wel voor,om dit punt aan te houden en den heer van As in de gelegenheid te stellen tot het doen van zijn onderzoek. De heer VRIENS wijst er op,dat naar aanleiding van de aanvrage van de Openbare Leeszaal ook het subsidie van de R.K.Leeszaal zal worden verhoogd. Spreker meent,dat de Voorzitter steeds gezegd heeft,dat het bezoek aan de beide leeszalen vrijwel gelijk staat. De Katholieke le e s zaalwelke eerder gevestigd kon worden omdat er direct een gebouw voor beschikbaar was,heeft nu al eenige jaren rijks- en provinciale- en tevens een hoogere gemeente-subsidie ontvangen dan de neutrale. Hu komt de neutrale om verhooging van subsidie, vragen om ook in de gelegenheid tc komen voor het ontvangen van rijks- en provinciale sub sidie,en nu wordt daarbij ook maar voorgesteld om de subsidie van de Katholieke leeszaal te verhoogen zonder dat deze daarom gevraagd heeft. Spreker meent,dat de Commissie van Onderwijs Kunsten en V/e tenschappen hier zeer royaal omspringt met de gemc en tef inanc icn .V/anneer men aan neemt, dat het bezoek aan de beide leeszalen gelijk is, dan zit er vol gens spreker toch niets onbillijks in,als thans de subsidie van dc

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 63