16. in den kwaden zin des woords. De regenten echter hebben zelf eenigs- zins aanleiding gegeven tot deze kwalificatiedoordat zij in hun eerste voorstel het lid van den Gemeenteraad geheel en al wilden weren. Daaruit krijgt men den indruk,dat zij het lid van den Raad als een dwarskijker beschouwden,dien zij liever niet wilden hebben» Gezegd is ook,dat er geen geneesheer-directeur aan het Gasthuis verbonden is,en dat is ook zoo,er is een geneesheer» Deze zou dikwyls eengunstigen invloed kunnen uitoefenen,maar volgens het reglement is dit niet mogelij k, omde t hij zoo goed als niets te zeggen heeft» Spreker weet ook,do,t de vergaderingen van het College van Regen ten,ook wenneer uitsluitend gasthuiszaken besproken worden,niet door den geneesheer worden bijgewoond. Hij geeft toe,dat de medische leider niet alle vergaderingen behoeft bij te wonen,maar het kan toch dikv/ijls van groot nut zijn, als hij die vergaderingen bi j woontdaar ook menigmaal adviezen van deskundigen noodig zijn. Spreker stelt de stichting waar hijzelf werkzaam is,als voorbeeld. Als geneesheer- directeur woont spreker ook alle vergaderingen van het bestuur dier stichting bij en het nut hiervan is daarbij verschillende malen ge bleken. Er bli j f twanne e r de dagelijksche leiding van het Gasthuis wordt opgedragen aan een genee sheer-direc.teuralti j d nog genoeg over om te behandelen door de regenten. Het voorstel van den heer de Jong c.s. vindt spreker niet zoo heel belangrijk. Het is naar sprekers inzicht niet zoozeer van belang of er twee of één raadslid in het College van Regenten zitting heeft. Het kan echter niet geduld worden,dat de Raad geheel door het College van Regenten wordt uitgeschakeld. De heer DE JONG zegt staande te houden hetgeen hij gezegd heeft, zulks ook na het betoog van den Voorzitter. De mogelijkheid tot het vormen van onderonsjes is door het benoemen van steeds dezelfde per sonen tot regent,veel grooter geworden,en deze mogelijkheid nu moet worden voorkomen. In die richting gaat ook het voorstel van spreker en zijn par tijgenootenSpreker wil niet beweren, dat er door de heerer» regenten onderonsjes worden gehouden of dat zij hun macht mis bruiken, dat zou minder oirbaar zijn,maar daar gaat het niet om. Het gaat er hier alleen om,dat de mogelijkheid van dergelijke dingen zooveel mogelijk moet worden ontnomenen dat kan bij uitbreiding van het College van Regenten overeenkomstig het voorstel van spreker en zijn partijgenootenHet is vanzelf sprekend,dat een commissie van 7 personenwaarvan er met den Voorzitter 3 uit den Raad zijn,een beter heterogeen gezelschap vormt,dan het tegenwoordige College van Rege nten Door den Voorzitter is naar voren gebracht,dat deze stichting nieu gelijk te stellen is met een gemeentelijke instelling, ctaar de ge meente alleen toezicht op deze instelling moet uitoefenen. Het re glement bepaa.lt echter,dat de Voorzitter va.n het College van Regen ten een raadslid zijn moet. Spreker meent.dat deze bepaling en meer dere dingen er sterk op wijzen,dat de gemeente meer te doen heeft dan alleen toezicht uit te oefenen. Spreker meent ook gehoord te hebben,dat in de erflating van Dr.Hermus is bepaald,dat dc president van het College van Regenten een ra.adslid zou zijn. Uit alles blykt dat de stichting rekenplichtig is gesteld aan de gemeente en het lijkt spreker daarom een gezonden toes tand, dat de Voorzitter vc.n het College van Regenten een raadslid is. Het komt spreker voor,da.t de Read niet mag dulden,dat de invloed van den Raad op die stichting wordt verminderd. Ook is door den Voorzitter gezegd,dat de burgerij moet worden aangemoedigd om een functie te aanvaarden in een der gelijk bestuurscollege. Dat is een gezond principe.dat spreker niet wil aanvallen,en waaraan ook niet geraakt wordt bij het voorstel van spreker en zijn pax tij genoo ten, waarbij 4 regenten uit de burgerij zitting nemen. Deze behouden daardoor zelfs de meerderheid in het College Opgemerkt is ook nog,dat,wanne er de Raad al te veel invloed zou willen uitoefenen,het raadsbesluit wel eens niet goedgekeurd zou kunnen worden. Spreker gelooft niet,dat het voorstel van spreker en zijn par tij genoo ten inhoudt,dat a.a.n den Ra.a.d te veel maeri wor toegeëigend. De ma.cht van den Raad wordt^er niets groo c» oor en van de stichting wordt dan niets meer geeischt dan tot nu toe ge bruikelijk was. Het voorstel van B W neemt de macht geheel ui handen van den Raad en daartegen wil spreker zich verzetten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 57