I 10. gekozen moet worden door de Regenten. Spreker acht het voorstel een beleediging van den Raad,daar er uit zou blijken,dat er voor dat Colle ge geen goeden Voorzitter uit de Raadsleden te vinden zou zijn. Spreker betuigt eveneens zijn instemming met het voorstel van den heer Valder cs De heer VRIENS heeft met belangstelling het betoog van den heer Dikland gevolgd. Spreker gelooft,dat aan het reglement zooals het nu is, heel v/at ontbreekt, en spreker vraagt zich af,of 't niet wenschelijk is, het reglement eens te herzien in den geest als door den heer Dikland is voorgesteld. Spreker zou er ook de aandacht op willen vestigen,dat het hc-m eigenaardig voorkomt,dat dit Dag.Bestuur met een voorstel voor den dag komt zooals het voor ons ligt. Zulk, een voorstel had spreker van de beide "Jethouders niet verwacht. Jat de opmerking van oen heer 'Jalder betreft,als zou de Voorzitter zijn democratisch jasje in Rotter dam hebben laten hangendaarop zou spreker willen zeggen,dat de Voor zitter de zaken toch nogal eens goed ziet eh spreker gelooft.dat de Burgemeester ook nu wel aan de zijde van Dr.Dikland zou staan,indien deze eens de noodzakelijkheid van een technische wijziging van het reglement met den Burgemeester had besproken. Spreker vindt het nog veel opmerkelijker van de leden van het Dag. Bestuur dat zij met dit voorstel zijn gekomen,na al hetgeen over die kwestie is geschreven in De Avondster. Spreker leest een citaat uit een artikel van dat blad over het voorstel van B 71 betreffende het Cast huis,waarin de hoop v/ordt ui tge sprokendat B Sc 77 ten opzichte van het onderhavige voorstel zeker niet het oor zullen hebben van een groot aantal raadsleden. Dit artikel heeft spreker te meer ge troffen,omdat toch iedereen weet,dat de mee^erheid van dit Dag.Bestuur in zeer nauw verband staat met De Avondster. Spreker gelooft ook wel,dat hetgeen in bedoeld artikel geschreven staat, nader zou kunnen v/orden toegelicht door een van de wethouders. De VOORZITTER merkt op,dat hier geen lid van de redactie van de Avondster zitting heeft. De heer VRIENS meent toch op te moe ten merken,dat van dergelijke artikelen in De Avondster toch wel mag worden aangenomen,dat ze afkom stig zijn van de wetenschap van een van de: wethouders. De VOORZITTER zegt,dat de heer Vriens het laat voorkomen alsof de Avondster het offfcieele orgaan van het Dag.Be stuur is. De heer VRIENS zegt te dien opzichte er zijn eigen inzichten op na te. houden. De VOORZITTER meent er de leden toch op te-moe ten wijzen,dat er nooit gesproken v/ordt in het College over hetgeen er in De Avondster of welk ander blad ook,staat of komen zal. Spreker zal zich ook niets van dergelijke schrijverij aantrekken. De heer VRIENS merkt nog op,dat er toch in de Avondster al een stuk aan den Raad gepubliceerd was,alvorens bedoeld stuk in handen der Raadsleden kwam. De VOORZITTER merkt op,dat dit een vergissing is,daar bedoelde stuk ken eenige dagen te voren al bij de Raadsleden waren thuis bezorgd. De heer VRIENS zegt daarvan op de hoogte te zijn gesteld, toen hij er een opmerking over gemaakt had. De Secretaris heeft spreker toen ingelicht. Spreker blijft echter bij zijn meening,dat,hetgeen in de Avondster staat, toch wel aan de meerderheid van het Dag.Bestuur bekend is De VOORZITTER zegt,dat hij hier moeilijk kan gaan verdedigen hetgeen in de Avondster geschreven wordt De heer VRIENS heeft het toch opmerkelijk gevonden,dat een dcrgelyk artikel in de Avondster stond cn hij kan ook nog maar niet begrijpen, dat het College van B 7 met zulke tegenstrijdige voorstellen is ge komen. Spreker v/il dan verder óp de zaak terugkomen en geeft als zijn meening weer, dat het 't best zou zi j n, wanneer het reglement wordt her zien op de v/ijze als door Dr.Dikland is naar voren gebracht. Sprelcc.r zou nu eerst overeenkomstig het voorstel van de heeren de Jong,,/aider en Kruize, het College van Regenten willen uitbreiden en dan het nieuwe college van regenten de opdracht willen geven tot reglements-herziening in den geest van het betoog van den heer Dikland. De heer HARKSEN verneemt,dat het de bedoeling zou zijn de leiding op te dragen aan een geneesheer-directeur. Spreker vraagt of ait een bezoldigde be trekking zou worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 51